Uitspraak
1..De procedure
- [schuldenaar ], schuldenaar;
- [schuldenares], schuldenares (hierna tezamen met schuldenaar: schuldenaren);
- de heer K. Jansen, beschermingsbewindvoerder;
- mevrouw mr. L.E. de Wal, bewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 april 2022 uitspraak gedaan over de weigering van de schone lei voor twee schuldenaren, die onder de schuldsaneringsregeling vallen. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaren tekort zijn geschoten in hun verplichtingen, waaronder de informatieplicht en de afdrachtplicht. De bewindvoerder had negatief geadviseerd over het verlenen van de schone lei, omdat de schuldenaren niet volledig aan de informatieverplichting voldeden en er nieuwe schulden waren ontstaan. De rechtbank stelde vast dat de schuldenaren niet adequaat hadden geïnformeerd over hun financiële situatie en dat er een boedelachterstand was van € 2.291,31, naast nieuwe schulden van € 6.818,15. De rechtbank concludeerde dat de tekortkomingen toerekenbaar waren aan de schuldenaren en dat er geen aanleiding was om hen de kans te geven deze tekortkomingen te compenseren. De rechtbank weigerde daarom de schone lei en stelde het salaris van de bewindvoerder vast op maximaal € 5.691,12, te verdelen over de schuldenaren.