ECLI:NL:RBROT:2022:4144

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
30 mei 2022
Zaaknummer
18/358 FT EA
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de schuldsaneringsregeling met schone lei in het kader van de Kinderopvangtoeslagaffaire

Op 30 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares, die zich had aangemeld als gedupeerde van de Kinderopvangtoeslagaffaire. De bewindvoerder heeft op 20 december 2021 en 29 maart 2022 verslag uitgebracht over de stand van zaken. Tijdens de zitting op 30 maart 2022 hebben zowel de bewindvoerder als de schuldenares afgezien van het recht om te worden gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares zich bij de Belastingdienst heeft aangemeld als gedupeerde, maar dat er nog geen definitieve beslissing is genomen door de Belastingdienst. De bewindvoerder heeft geconstateerd dat de schuldenares aan al haar verplichtingen heeft voldaan en heeft de rechtbank geadviseerd om de schone lei te verlenen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van tekortkomingen in de nakoming van de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling en heeft de schone lei verleend. De financiële afwikkeling van de schuldsaneringsregeling zal plaatsvinden zodra de Belastingdienst duidelijkheid heeft gegeven over de status van de schuldenares als gedupeerde. De rechtbank heeft het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.003,95 en bepaald dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden. De schuldenares is verplicht om de bewindvoerder op de hoogte te houden van de actuele stand van zaken bij de Belastingdienst.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verlening schone lei
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 30 maart 2022
Bij vonnis van deze rechtbank van 30 maart 2018 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenares],
[adres]
[woonplaats],
schuldenares,
bewindvoerder: mr. P.A. Loeff.

1..De procedure

De bewindvoerder heeft op 20 december 2021 schriftelijk verslag uitgebracht. De bewindvoerder heeft op 29 maart 2022 een laatste stand van zaken aan de rechtbank gestuurd.
De beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling is behandeld ter terechtzitting van 30 maart 2022 (pro forma). De bewindvoerder en schuldenares hebben afgezien van het recht om te worden gehoord.
De uitspraak is bepaald op heden.

2..De standpunten

De bewindvoerder heeft onder meer geconstateerd dat schuldenares zich bij de Belastingdienst heeft aangemeld als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire, maar dat op deze aanmelding nog niet (definitief) is beslist.
De bewindvoerder heeft verder geconstateerd dat alle verplichtingen door schuldenares zijn nagekomen en zij heeft de rechtbank geadviseerd om aan schuldenares de schone lei te verlenen.
Schuldenares heeft aan de bewindvoerder te kennen gegeven dat zij graag voor een schone lei in aanmerking komt en dat zij er geen behoefte aan heeft om hierover door de rechtbank te worden gehoord.

3..De beoordeling

De rechtbank stelt vast dat schuldenares bij de Belastingdienst is aangemeld als gedupeerde van de kinderopvangtoeslag-affaire, maar dat de Belastingdienst nog niet heeft bevestigd dat schuldenares als gedupeerde wordt aangemerkt.
Indien de Belastingdienst te zijner tijd zou beslissen dat schuldenares als gedupeerde wordt aangemerkt, heeft dit in beginsel tot gevolg dat de Belastingdienst de geverifieerde schulden van schuldenares en de kosten van de schuldsaneringsregeling zal betalen. Blijkens het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject van de Staatssecretaris van Financiën van 28 mei 2021, in werking getreden met ingang van 2 juni 2021, zal met de betaling van de schulden nog geruime tijd gemoeid zijn (volgens het Besluit na indiening van de aanvraag daartoe door de bewindvoerder nog (maximaal) acht weken).
Ten tijde van het wijzen van het vonnis heeft de Belastingdienst nog niet schriftelijk bevestigd dat schuldenares als gedupeerde wordt aangemerkt en zijn de schulden nog niet betaald, zodat van een situatie van artikel 350 lid 1 en 3 sub a Fw (nog) geen sprake is.
Nu geen sprake is van (toerekenbare) tekortkomingen in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen en schuldenares te kennen heeft gegeven dat zij graag voor een schone lei in aanmerking komt, ziet de rechtbank aanleiding om aan schuldenares de schone lei te verlenen.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen.
De verificatievergadering heeft reeds plaatsgevonden. De financiële afwikkeling van de schuldsaneringsregeling zal pas plaatsvinden zodra duidelijkheid is verkregen van de Belastingdienst. De geverifieerde schulden en de kosten van de schuldsaneringsregeling worden in beginsel door de Belastingdienst voldaan. Zodra de bewindvoerder uit de betaling van de Belastingdienst alle geverifieerde schulden en de kosten van de schuldsaneringsregeling kan voldoen, dan zal de bewindvoerder daartoe overgaan. Vervolgens kan de schuldsaneringsregeling formeel worden beëindigd. Indien schuldenares door de Belastingdienst niet als gedupeerde wordt aangemerkt, zal de bewindvoerder tot verdere afwikkeling van de schuldsaneringsregeling overgaan door het gespaarde boedelsaldo, na betaling van de boedelkosten, te verdelen onder de schuldeisers. Tot slot resteert de verplichting voor schuldenares om de bewindvoerder te informeren over de actuele stand van zaken bij de Belastingdienst.

4..De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat schuldenares niet toerekenbaar in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen is tekortgeschoten;
  • bepaalt dat de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, doch dat de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen van schuldenaar eindigen op 30 maart 2022;
  • verleent de zogenoemde “schone lei” waardoor de na de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, voor zover deze onvoldaan zijn gebleven, niet langer afdwingbaar zijn;
- stelt het salaris van de bewindvoerder, één en ander inclusief onkosten en omzetbelasting, vast op € 4.003,95;
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van
B.G. van der Vlies, griffier, in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2022. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.