Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2] ,
[gedaagde 3] ,
1..De procedure
- de dagvaarding in vrijwaring van 10 augustus 2021;
- de akte houdende producties zijdens [eiser] ;
- de incidentele conclusie van [gedaagde 1] c.s. tot oproeping in ondervrijwaring;
- de conclusie van antwoord in incident tot oproeping in vrijwaring;
- het vonnis van 2 maart 2022 in incident tot oproeping in vrijwaring;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring;
- de incidentele conclusie van [eiser] tot voeging ex art. 222 Rv;
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging ex artikel 222 Rv.
2..Het geschil in het incident
3..De beoordeling in het incident
4..Ambtshalve beoordeling in de hoofdzaak
- de dagvaarding in vrijwaring is uitgebracht aan [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] ;
- ter rolle van 18-08-2021 heeft mr. M.J.W. Hoek zich (bij B2 formulier van 11-08-2021) gesteld voor [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] ;
- de incidentele conclusie tot oproeping in ondervrijwaring is genomen namens [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 4] ;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring is genomen namens [gedaagde 1] , [naam VOF 2] , [naam VOF 3] en [gedaagde 4] ;
- de conclusie van antwoord in het incident tot voeging is genomen namens [gedaagde 1] ., [naam VOF 2] , [naam VOF 3] en [gedaagde 4] .
- wie zijn wel of geen partij in de vrijwaringsprocedure?
- hebben [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in de vrijwaringsprocedure van antwoord gediend?