Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
1..Het verloop van de procedure
- de exploten van dagvaarding van 30 december 2021, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde 2] ;
- de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde 1] , met overgelegde bescheiden;
- de schriftelijke conclusie van antwoord van de gemachtigde van [gedaagde 2] , met producties;
- het tussenvonnis van 21 februari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2..De vaststaande feiten
3..De vordering
4..Het verweer
5..De beoordeling
€ 24,51 bedraagt, en tegen de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 661,78 is geen afzonderlijk verweer gevoerd. Deze vorderingen wordt als onbetwist en op de wet gegrond toegewezen.
€ 4.274,11; een achterstand van ruim vijf maanden. Deze tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst rechtvaardigt ontbinding van die overeenkomst en veroordeling tot ontruiming van het gehuurde. De daarmee samenhangende vordering tot betaling van een bedrag van € 852,41 per maand vanaf 1 januari 2022 tot de dag van ontbinding van de huurovereenkomst zal eveneens worden toegewezen.
6..De beslissing
€ 852,41 per maand vanaf 1 januari 2022 tot de dag van ontbinding van de huurovereenkomst;