In deze zaak heeft B&F Coiffures B.V. (hierna: B&F) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van openstaande facturen die voortvloeien uit een licentie- en serviceovereenkomst. De overeenkomst, die op 23 maart 2017 werd gesloten, had een looptijd van drie jaar en is stilzwijgend verlengd. B&F heeft gesteld dat [gedaagde] niet heeft voldaan aan haar betalingsverplichtingen, ondanks herhaalde verzoeken om betaling. De vordering bedraagt in totaal € 1.783,87, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten.
Tijdens de procedure heeft [gedaagde] verweer gevoerd en aangevoerd dat zij de overeenkomst tijdig heeft opgezegd en dat B&F tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, waardoor zij de betaling heeft opgeschort. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] niet voldoende heeft onderbouwd dat er sprake was van een tekortkoming van B&F. De rechter heeft vastgesteld dat B&F haar verplichtingen is nagekomen en dat de facturen dus verschuldigd zijn.
De kantonrechter heeft de vordering van B&F toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat B&F het bedrag kan incasseren voordat de zaak definitief is afgerond.