ECLI:NL:RBROT:2022:4447
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op verzoek tot herbeoordeling van kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiseres op 28 december 2020 een verzoek tot herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag ingediend. Na een lange periode van inactiviteit heeft eiseres op 29 december 2021 de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing. Eiseres heeft vervolgens op 7 maart 2022 beroep ingesteld bij de rechtbank, waarbij zij verzocht om vaststelling van de hoogte van de verbeurde dwangsom. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belastingdienst de beslistermijn heeft overschreden en dat er een dwangsom van € 1.442,- is verbeurd. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op het verzoek om herbeoordeling. Tevens is bepaald dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de termijn van vier weken wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en de proceskosten zijn vastgesteld op € 379,50. De uitspraak is gedaan door rechter E.R. Houweling op 7 juni 2022.