ECLI:NL:RBROT:2022:4493

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 mei 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
C/10/638708 / JE RK 22-1208
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 mei 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder van [naam kind], een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind], die verblijft bij crisisopvang De Opper. Er zijn zorgen over haar mentale welzijn, haar omgang met foute vrienden en mogelijk drugsgebruik. De Raad heeft verzocht om een verlenging van de uithuisplaatsing voor de duur van drie maanden, wat door de kinderrechter is toegewezen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om een passende groep buiten de regio Dordrecht te vinden, aangezien de huidige situatie bij De Opper niet bevorderlijk is voor haar ontwikkeling. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd en verklaard dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 juni 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/638708 / JE RK 22-1208
datum uitspraak: 31 mei 2022

beschikking verlenging uithuisplaatsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2008 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 24 mei 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 31 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen de GI, [naam 2].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft bij crisisopvang De Opper.
Bij beschikking van 24 mei 2022 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 24 augustus 2022. De kinderrechter heeft bij beschikking van 24 mei 2022 ook een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van vier weken. Het verzoek is voor het overige aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De Raad heeft de voorlopige ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van drie
maanden. Dit deel van het verzoek is reeds volledig verleend. Tevens heeft de Raad een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder (crisisopvang) verzocht voor de duur van drie maanden. Vier weken hiervan zijn reeds verleend.
De Raad heeft het resterende deel van het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] zit met zichzelf in de knoop. Zij komt terecht in risicovolle situaties en is erg beïnvloedbaar. Er zijn grote zorgen om haar mentale toestand. Bij De Opper gaat het niet goed. Zij loopt veel weg en heeft daar een zorgelijk vriendennetwerk. Het zou voor [naam kind] beter zijn als zij ergens anders geplaatst wordt, maar bij andere groepen zijn wachtlijsten. Het is belangrijk dat er passende hulp wordt ingezet en dat [naam kind] iemand vindt in wie zij vertrouwen heeft en bij wie zij durft te praten.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Het gaat niet goed met [naam kind]. Er zijn ook nog zorgen over haar drugsgebruik. Zij heeft geen besef wat haar problematiek en gedrag voor gevolgen heeft. Er wordt hard gezocht naar een andere groep, maar dit is erg lastig vanwege wachtlijsten en de problematiek van [naam kind]. De moeder doet erg haar best en heeft al veel hulp ingezet. Er wordt momenteel gekeken naar YesWeCan, maar hiervoor zal [naam kind] op de intake moeten laten zien dat ze gemotiveerd is. Er wordt ook nog gekeken naar Fier en Horizon. Het is belangrijk dat [naam kind] tegen zichzelf wordt beschermd. De GI zal mogelijk moeilijke keuzes moeten maken, waarbij het fijn is dat de moeder dan niet de boeman is, zodat de relatie tussen [naam kind] en de moeder niet verder beschadigt.
De moeder is het eens met het verzoek. De moeder maakt zich grote zorgen om [naam kind]. De moeder vindt het fijn dat zij bij een ondertoezichtstelling niet alleen beslissingen hoeft te nemen. De moeder doet erg haar best om hulpverlening in te zetten en de relatie met [naam kind] te verbeteren. De moeder staat open voor systemische hulpverlening, maar op dit moment is het belangrijker dat er persoonlijke hulp voor [naam kind] komt. De moeder hoopt dat [naam kind] snel weg kan bij De Opper. Een groep in de omgeving van Dordrecht is niet goed voor haar, aangezien zij daar alle verkeerde routes kent en fouten vrienden heeft.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind]. [naam kind] vertoont zeer zelfbepalend gedrag, is erg beïnvloedbaar, gaat met foute vrienden om en gaat niet naar school. Er is mogelijk sprake van zorgelijk alcohol- en drugsgebruik. [naam kind] is recent veroordeeld voor bedreiging. Zij lijkt geen probleeminzicht te hebben. Daarnaast zijn er zorgen over het mentale welzijn van [naam kind]. [naam kind] automutileert. Er lijkt iets gebeurd te zijn in het leven van [naam kind] waar zij met niemand over wil praten. [naam kind] geeft zelf aan niemand te vertrouwen. De moeder heeft alle grip op [naam kind] verloren. Hoewel de moeder haar uiterste best doet, is zij pedagogisch onmachtig om met het gedrag en de problematiek van [naam kind] om te gaan. [naam kind] verblijft sinds 21 april 2022 bij De Opper nadat er een escalatie in de thuissituatie bij de moeder heeft plaatsgevonden. Ook bij De Opper zijn de zorgen groot. [naam kind] loopt vaak weg en gaat dan weer naar haar vriendenkring. [naam kind] houdt zich op de groep niet aan de afspraken, staat niet open voor begeleiding en is agressief naar de begeleiders.
Hoewel alle betrokkenen het erover eens zijn dat [naam kind] niet op haar plek zit bij De Opper, is er momenteel geen passend alternatief voorhanden. Het is in het belang van [naam kind] dat er een groep buiten de regio Dordrecht wordt gevonden zodat zij uit haar omgeving wordt gehaald, maar de zoektocht hiernaar is moeilijk. [naam kind] is al meerdere keren afgewezen vanwege haar problematiek. Op dit moment worden de mogelijkheden van YesWeCan, Fier en Horizon nog onderzocht. Nu een thuisplaatsing op dit moment in ieder geval nog niet in het belang van [naam kind] is, acht de kinderrechter een verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk. De komende tijd is van belang dat er zo snel mogelijk een passende groep voor [naam kind] wordt gevonden en dat zij hulpverlening krijgt. Daarnaast is het zeer wenselijk dat er wordt nagedacht over een persoon (bekend, dan wel onbekend) waar [naam kind] vertrouwen in zou kunnen krijgen, zodat zij in staat wordt gesteld haar verhaal te doen over wat haar dwars zit.
Uit het voorgaande volgt dat de verlenging van de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2022 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.