ECLI:NL:RBROT:2022:4574
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de rechter-commissaris in een strafzaak
Op 10 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster tegen mr. P.M. van Russen Groen, de rechter-commissaris in een strafzaak. De verzoekster, die tevens de mentor is van haar moeder, had op 22 februari 2022 haar moeder als getuige zien worden gehoord in de strafzaak tegen de verdachte met parketnummer 10/209594-21. Tijdens het verhoor had de rechter-commissaris verzoekster niet toegestaan om het verhoor bij te wonen, maar later, toen het niet goed ging met de moeder, vroeg de rechter-commissaris of verzoekster alsnog aanwezig wilde zijn. Verzoekster weigerde dit op dat moment.
Na het verhoor heeft verzoekster op 9 mei 2022 verzocht om inzage in het dossier van de strafzaak, specifiek in het proces-verbaal van het verhoor van haar moeder. Dit verzoek werd op 17 mei 2022 door de rechter-commissaris afgewezen. Vervolgens heeft verzoekster op 22 mei 2022 een wrakingsverzoek ingediend, dat op 10 juni 2022 door de wrakingskamer werd behandeld.
De rechtbank oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar wrakingsverzoek, omdat volgens artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering alleen de verdachte en het openbaar ministerie een dergelijk verzoek kunnen indienen. De getuige, en in dit geval ook de mentor van de getuige, behoren niet tot de groep van personen die een wrakingsverzoek kunnen indienen. De rechtbank verklaarde verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking van mr. P.M. van Russen Groen.