ECLI:NL:RBROT:2022:4601

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
9859284 \ CV EXPL 22-13939
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering zorgverzekeraar tot betaling van achterstallige premie en kosten

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet tijdig betalen van de verzekeringspremie voor de maand december 2021. De gedaagde heeft de premie van € 122,03 niet voldaan, ondanks een aanmaning van Zilveren Kruis. De vordering omvat een totaalbedrag van € 171,29, bestaande uit de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft de vordering erkend en aangegeven dat er een betalingsregeling is getroffen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de betalingsachterstand van de gedaagde. De vordering tot betaling van de hoofdsom van € 122,03 is toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en rente, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De proceskosten zijn vastgesteld op € 294,74, die de gedaagde ook moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis het vonnis kan uitvoeren voordat het onherroepelijk is.

De beslissing van de kantonrechter is als volgt: de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 171,29 aan Zilveren Kruis, inclusief wettelijke rente vanaf 13 april 2022, en moet de proceskosten van € 294,74 vergoeden. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.C. van der Kolk op 10 juni 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9859284 \ CV EXPL 22-13939
datum uitspraak: 10 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
zonder gemachtigde.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 april 2022, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondeling verweer.

2..De feiten

2.1.
[gedaagde] is met Zilveren Kruis een zorgverzekeringsovereenkomst overeengekomen, die betrekking heeft op een basisverzekering. [gedaagde] heeft de verzekeringspremie van de maand december 2021 van € 122,03 niet op tijd betaald.
2.2.
[gedaagde] is ook na aanmaning niet tot betaling van de verzekeringspremie overgegaan.

3..Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 171,29 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 122,03, rente van € 0,86 (berekend tot 13 april 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 48,40.
3.2.
Zilveren Kruis baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft over de maand december 2021 een betalingsachterstand doen ontstaan van € 122,03 ter zake van de door hem verschuldigde verzekeringspremie. Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Zilveren Kruis zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. De gemachtigde van Zilveren Kruis heeft [gedaagde] bij brief van 8 maart 2022 aangemaand om binnen een termijn van 15 dagen, nadat de brief bij [gedaagde] is bezorgd, een totaalbedrag van € 122,71 te voldoen, bij gebreke waarvan de vordering verhoogd zal worden met wettelijke rente en een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 48,40 inclusief btw. Dit heeft niet geleid tot betaling van de verschuldigde premie.
3.3.
[gedaagde] heeft de vordering erkend, en heeft aangevoerd dat inmiddels een betalingsregeling is getroffen.

4..De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] een achterstand in de betaling van de verschuldigde premie over de maand december 2021 heeft laten ontstaan ten bedrage van in totaal € 122,03. De vordering van de hoofdsom van € 122,03 zal dan ook worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.2.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De rente wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van Zilveren Kruis volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] deze stellingen niet heeft betwist.
proceskosten
4.3.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vast op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 37,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 37,- tarief). Dit is in totaal € 294,74.
betalingsregeling
4.4.
[gedaagde] heeft gesteld dat hij inmiddels een betalingsregeling heeft getroffen met Zilveren Kruis. Voor zover hij al betalingen heeft verricht, strekken deze (uiteraard) in mindering op de betalingsverplichtingen uit dit vonnis.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.5.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 171,29 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 122,03 vanaf 13 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vastgesteld op € 294,74;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken.
45214