In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en de vennootschap onder firma A.Z.R. Installaties. [Eiseres] vorderde betaling van achterstallig salaris en loondoorbetaling wegens ziekte. De gedaagde partij, A.Z.R. Installaties, is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] sinds 13 september 2021 in dienst is bij A.Z.R. Installaties en zich op 4 januari 2022 ziek heeft gemeld. Ondanks sommaties heeft A.Z.R. Installaties niet tijdig het salaris over de maanden maart en april 2022 betaald. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] recht heeft op loondoorbetaling op basis van de arbeidsovereenkomst en de toepasselijke cao, die bepaalt dat de werkgever gedurende de eerste zes maanden 100% van het salaris moet betalen bij ziekte. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] grotendeels toegewezen, inclusief de betaling van € 5.600,- aan achterstallig salaris en de verstrekking van bruto/netto-specificaties. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van [eiseres] toegewezen.