Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 2 februari 2022, met producties 1 tot en met 5;
- de aantekeningen van de rolzitting van 15 februari 2022, waar [gedaagde 1] een brief heeft overgelegd;
- de brief van 7 maart 2022 van de rechtbank waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte van de zijde van RCA2;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 april 2022;
- de e-mail van 8 mei 2022 van de zijde van [gedaagde 1] c.s.
2..De feiten
01-08-2020en lopende tot en met
31-07-2021. Na ommekomst van deze periode eindigt deze huurovereenkomst van rechtswege, nadat verhuurder huurders daartoe een schriftelijke kennisgeving heeft gestuurd.
3..Het geschil
- de huurovereenkomst te ontbinden of ontbonden te verklaren en [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om het gehuurde te ontruimen binnen drie dagen na betekening van dit vonnis;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen aan haar te betalen € 6.512,15 met rente en € 1.479,- per maand over de maanden februari en maart 2022;
- [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.