Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
locatie Dordrecht
zaaknummer: 9819966 CV EXPL 22-1679
datum uitspraak: 2 juni 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Woonkracht10,
vestigingsplaats: Zwijndrecht,
eiseres,
gemachtigde: [naam],
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
zonder gemachtigde.
De partijen worden hierna ‘Woonkracht10’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.
1..De procedure
1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 13 april 2022, met producties 1 tot en met 5;
- de eisvermindering van 20 april 2022;
- het antwoord van 21 april 2022;
- de brief van 22 april 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 4 mei 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met eiseres besproken. [gedaagde] is daar niet verschenen.
2..De feiten
[gedaagde] huurt een woning van Woonkracht10. De maandelijkse huurprijs bedraagt per 1 maart 2022 € 506,48 per maand en moet bij vooruitbetaling worden betaald. Vanaf 1 juli 2021 tot en met 28 februari 2022 bedroeg de huur € 497,58 per maand en daarvoor € 483,13 per maand.
3..Het geschil
3.1.
Woonkracht10 eist – na verminderingen van eis – samengevat:
- [gedaagde] te veroordelen aan Woonkracht10 te betalen € 273,43 met rente;
- [gedaagde] te veroordelen aan Woonkracht10 te betalen vanwege verschuldigde huur, nog te verhogen met eventuele indexeringen, de som van € 506,48 per maand, te rekenen vanaf 1 mei 2022;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist aan hoofdsom bestaat uit € 2.008,12 aan huur tot en met de maand april 2022, € 87,69 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 16,24 aan wettelijke rente, waarop betalingen van [gedaagde] van € 145,71, € 1.300,- € 100,- en een bedrag van € 292,91 aan tegoed afrekening stook- en servicekosten 2021 in mindering zijn gebracht.
3.2.
Woonkracht10 baseert de eis op het volgende. [gedaagde] is uit hoofde van de tussen partijen bestaande huurovereenkomst gehouden tot tijdige betaling van de maandelijkse huur.
3.3.
[gedaagde] heeft de uiteindelijke vordering niet weersproken.
4..De beoordeling
4.1.
[gedaagde] heeft de uiteindelijke vordering niet betwist. De buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De rente is toewijsbaar, omdat uit de stellingen van Woonkracht 10 volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] deze stellingen niet heeft betwist.
4.2.
Na aftrek van de betalingen van € 145,71, € 1.300,- en € 100,- en een bedrag van € 292,91 aan tegoed afrekening stook- en servicekosten 2021 – welke bedragen Woonkracht10 conform de imputatieregeling van artikel 6:44 BW eerst in mindering heeft gebracht op de rente en de buitengerechtelijke kosten en vervolgens op achterstallige huur – vordert Woonkracht10 tot en met april 2022 nog een bedrag van € 273,43. Dit bedrag zal dan ook als onweersproken worden toegewezen.
4.3.
De onweersproken verschuldigde huur van € 506,48 per maand, te verhogen met eventuele indexeringen, te rekenen vanaf 1 mei 2022 zal eveneens worden toegewezen vanaf de respectieve data van opeisbaarheid.
proceskosten
4.4.
[gedaagde] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Woonkracht10 tot vandaag vast op € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 365,00 aan griffierecht en € 374,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 187,-). Dit is totaal € 866,43. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.5.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
5..De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Woonkracht10 te betalen € 273,43, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 11 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de huur van € 506,48 per maand, te verhogen met eventuele indexeringen, vanaf 1 mei 2022 vanaf de respectieve data van opeisbaarheid;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Woonkracht10 tot vandaag vastgesteld op € 866,43;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en in het openbaar uitgesproken.
53271/590