ECLI:NL:RBROT:2022:4779

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
C/10/635676 / JE RK 22-708
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 mei 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder niet is verschenen. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er sprake is van complexe problematiek, waaronder een leerachterstand, ADHD en een posttraumatische stressstoornis. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk zijn in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 29 mei 2023 en de machtiging gesloten jeugdhulp verleend van 19 mei 2022 tot 19 november 2022. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/635676 / JE RK 22-708
datum uitspraak: 9 mei 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2005 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 25 maart 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum,
- de verklaring d.d. 22 maart 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de instemmende verklaring d.d. 4 mei 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 9 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind] , bijgestaan door mr. R.A.A.H. van Leur, die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft op een gesloten groep van Schakenbosch.
Bij beschikking van 21 mei 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 29 mei 2022. Bij beschikking van 7 februari 2022 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 19 februari 2022 tot 19 mei 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens heeft de GI een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] wordt nog altijd in zijn ontwikkeling bedreigd. De GI acht een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk om komend jaar de huidige doelen te kunnen voortzetten. Zo kan [naam kind] geen gehechtheidsrelaties vormen doordat zijn gedragsproblemen het contact tussen hem en de moeder belemmeren. Om dit doel te bereiken is MDFT ingezet. Ook is het belangrijk dat [naam kind] goed zorg draagt voor zijn psychische gezondheid. Daar is een coach voor ingezet. [naam kind] heeft zich onttrokken aan gezag en behandeling, waardoor hij niet op een open groep kan verblijven. Het is noodzakelijk dat [naam kind] in een gesloten accommodatie verblijft. Naar verwachting kan [naam kind] in juni in naar een studio van Horizon verhuizen, waar hij zelfstandig kan wonen. Inmiddels staat hij op de wachtlijst en is er een trajectbegeleider gestart om hem alvast voor te bereiden op het verblijf aldaar. Omdat de studio's zich richten op een stap met meer vrijheden binnen de gesloten jeugdhulp is er een reële kans dat er een (kleine) terugval plaats kan vinden. Voor deze plaatsing is een gesloten machtiging dan ook een vereiste.

Het standpunt van [naam kind]

Door en namens [naam kind] is het volgende aangevoerd.
Er wordt geen verweer gevoerd tegen de verzoeken van de GI. Er wordt veel van [naam kind] gevraagd, maar hij wil hard aan zichzelf werken en zijn best doen. [naam kind] ervaart de juridische procedures en alles eromheen als lastig. Het brengt onrust met zich mee. Daarom wordt het verzoek van de GI tot een machtiging gesloten jeugdhulp voor zes maanden als kort ervaren. Hij zou graag voor langere tijd willen weten waar hij aan toe is, zodat er voor hem duidelijkheid over de toekomst ontstaat. Hij is blij dat hij straks naar de studio’s mag, zodat hij meer zelfstandigheid kan ervaren en kan beginnen met begeleid werken.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hier mede gezien de verklaring van de gedragswetenschapper sprake van is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Bij [naam kind] is sprake van complexe problematiek. Er is sprake van een leerachterstand, een licht verstandelijke beperking en is er bij [naam kind] ADHD vastgesteld. Verder speelt er een verstoorde sociaal-emotionele ontwikkeling, kampt hij met een posttraumatische stressstoornis en is er sprake van een norm overschrijdende-gedragsstoornis. Omdat het met [naam kind] steeds beter gaat op Schakenbosch en hij erg zijn best doet, is het tijd voor een volgende stap in het leven van [naam kind] . Het is daarom fijn dat [naam kind] terecht kan bij de studio’s. Het is voor hem belangrijk om aan zijn zelfstandigheid te werken en het is goed dat hij zich hiervoor wilt inzetten, mede middels een traject van begeleid werken. De kinderrechter begrijpt dat [naam kind] graag voor langere tijd meer duidelijkheid wenst. Gelet op het verzoek van de GI wat nu voorligt en rekening houdend met de afwezigheid van de moeder en de periode waarop de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper ziet, is nu een periode van zes maanden aan de orde. Wel is het iets waar de GI bij een eventueel volgend verzoek rekening mee kan houden.
Gelet op het feit dat er ter zitting geen verweer is gevoerd tegen een verlenging van de
ondertoezichtstelling en de kinderrechter op grond van de overgelegde stukken en de
behandeling ter zitting van oordeel is dat de gronden van de ondertoezichtstelling zoals
gesteld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) aanwezig zijn, zal de
ondertoezichtstelling van [naam kind] als onweersproken worden verlengd voor de duur van
een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW). De kinderrechter zal tevens de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 29 mei 2023;
verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een
accommodatie voor gesloten jeugdhulp met ingang van 19 mei 2022 tot 19 november 2022;
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.