ECLI:NL:RBROT:2022:4780

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 mei 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
C/10/635451 / JE RK 22-666
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 mei 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], geboren in 2014. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 21 mei 2021 en liep tot 21 mei 2022. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, vanwege zorgen over de gezondheid en de opvoedcapaciteiten van de moeder. De moeder, die momenteel immobiel is door een enkelbreuk en andere gezondheidsproblemen, woont samen met [naam kind] bij de tante aan moederszijde, die de zorg voor het kind op zich neemt. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder niet aanwezig was.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen om [naam kind] nog steeds aanwezig zijn, maar dat de situatie momenteel 'goed genoeg' is, omdat de tante de zorg op zich neemt. De moeder heeft een zwaar jaar achter de rug met verschillende gezondheidsproblemen en sterfgevallen in de familie, wat haar in de weg staat om haar moederrol adequaat te vervullen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de moeder de kans moet krijgen om te herstellen en dat zij gemotiveerd moet zijn om aan haar problematiek te werken. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 21 november 2022, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen op 2 november 2022. De kinderrechter heeft ook verzocht om een rapportage van de GI over de stand van zaken voor deze datum.

De beslissing van de kinderrechter is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/635451 / JE RK 22-666
datum uitspraak: 9 mei

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2014 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaatsvader].

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 maart 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.

Op 9 mei 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de vader,
- de tante moederszijde (hierna: tante mz), [naam 1], gehoord als informant,
- de advocaat van de moeder, mr. J.J. Boelaars,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 2].
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] woont samen met de moeder bij de tante mz.
Bij beschikking van 21 mei 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 21 mei 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn grote zorgen over hoe het gaat met [naam kind] en de moeder. Het gaat momenteel goed genoeg met [naam kind]. Omdat de tante mz alle zorgtaken omtrent [naam kind] op zich neemt. De moeder zelf is nu onvoldoende in staat om haar moederrol voor [naam kind] te vervullen. Er zijn grote zorgen over de gezondheid van de moeder. De moeder is immobiel, omdat zij enkele maanden geleden een enkelbreuk heeft opgelopen die niet goed genezen is. De moeder heeft veel langer in het gips gezeten dan nodig was. Het lukt de moeder niet om zich te houden aan de behandelafspraken, waardoor de gipskamer een melding heeft gemaakt bij Veilig Thuis. Daarnaast bestaan er grote zorgen omtrent de hygiëne van de moeder. De moeder komt niet uit bed, ook niet om naar het toilet te gaan, waardoor thuiszorg geen bed wil leveren omdat het vorige bed dusdanig vervuild was. De wens van de moeder is om zelfstandig te wonen, maar de GI acht dit momenteel niet mogelijk. De GI heeft gekeken naar de mogelijkheden voor een moeder-kind opname, echter is dit niet mogelijk doordat de moeder geen inschrijfadres heeft. Op het moment is er twee keer in de week begeleiding voor de moeder vanuit Eddee en begint de moeder aan fysiotherapie. Het lukt Eddee niet om met de moeder aan de gestelde doelen te werken door de immobiliteit van de moeder. De GI acht het noodzakelijk dat de ondertoezichtstelling wordt verlengd zodat zij de gestelde doelen kunnen oppakken zodra de moeder weer mobiel is. Daarvoor is het belangrijk dat haar fysieke gezondheid zal verbeteren, maar ook dat de moeder mentaal een knop op kan zetten en in gaat zien dat het in het belang van [naam kind] zo niet langer kan doorgaan.

De standpunten

Namens de moeder is ingestemd met het verzoek. De moeder heeft een moeilijk jaar achter de rug. Ze heeft fysiek de nodige tegenslagen gekend. Zo heeft ze haar enkel gebroken, is ze met corona in het ziekenhuis opgenomen geweest, heeft ze galstenen gehad en tenslotte recentelijk een galblaasontsteking. De moeder is aan het wachten op een operatie aan haar galblaas. Mogelijk kan die operatie volgende week plaatsvinden. Daarnaast hebben er binnen de familie het laatste jaar een aantal sterfgevallen plaatsgevonden. De moeder is erg in beslag genomen door haar gezondheid en kan daardoor minder aan. De moeder vindt het erg fijn dat zij en [naam kind] bij de tante mz mogen wonen en dat er goed voor [naam kind] gezorgd wordt. De moeder vindt het lastig om te lezen in de rapporten dat er negatief over haar wordt gesproken, terwijl ze haar best doet. Het contact tussen [naam kind] en de vader wordt door de moeder niet gehinderd terwijl dit wel beschreven wordt. Tenslotte is Centrum voor Dienstverlening betrokken en hier heeft de moeder goed contact mee. De moeder hoopt dat ze op termijn weer goed kan zorgen voor [naam kind]. Ondanks dat de moeder het niet leuk vindt dat er een ondertoezichtstelling is, beseft zij wel dat dit nodig is.
De vader stemt in met het verzoek. De vader ervaart al jaren problemen met de moeder. Daar was al sprake van voordat de moeder kampte met de huidige gezondheidsproblemen. Het was altijd ‘duwen en trekken’ om [naam kind] te kunnen zien. Iedereen probeert de moeder te stimuleren, maar zij wil niet meewerken. Voorheen was het lastig voor de vader om [naam kind] te zien, maar dat gaat tegenwoordig beter. De vader hoopt dat [naam kind] de juiste zorg krijgt, zodat hij zich kan ontwikkelen zoals een jongen van zijn leeftijd. Daarnaast hoopt de vader dat ook de moeder de juiste hulp krijgt die zij nodig heeft. De vader vindt het belangrijk dat er met de moeder duidelijke afspraken worden gemaakt. De vader is tante mz dankbaar voor de zorg die zij biedt aan [naam kind] en de vader en de tante hebben goed onderling contact.
De tante mz geeft aan dat zij alle zorg voor [naam kind] draagt, omdat de moeder op bed ligt. De tante mz heeft recent een poging gedaan om de moeder in beweging te krijgen door een rollator te kopen, maar de moeder wil nergens aan meewerken. De tante mz heeft de mogelijkheden van een revalidatiecentrum voor de moeder bekeken, zodat zij kan revalideren en vervolgens voor een begeleid wonen traject aangemeld kan worden. Echter is de moeder hiervoor afgewezen. De tante mz stelt dat [naam kind] gebaat is bij structuur en duidelijkheid. Ze zorgt met plezier voor [naam kind] en de verzorging van hem gaat goed. De tante mz stelt dat er iets moet gebeuren, omdat de situatie anders onveranderd blijft.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de zorgen om [naam kind] nog onverminderd aanwezig zijn. Het gaat volgens de GI nu ‘goed genoeg’ met [naam kind]. De reden hiervoor is dat de tante mz alle zorg over [naam kind] op zich neemt. [naam kind] kan bij de moeder opgroeien doordat de tante mz alle zorg draagt en de moeder bij haar inwoont. Het is bewonderenswaardig dat de tante mz deze rol al langere tijd vervult en wil blijven vervullen. Wel is het in eerste plaats de verantwoordelijkheid van de moeder om goed voor [naam kind] te zorgen en zich daarvoor ten volle in te zetten. Ook het contact tussen [naam kind] en de vader is belangrijk. De moeder heeft een zwaar jaar gehad vanwege haar lichamelijke gezondheid en sterfgevallen binnen de familie. Het is begrijpelijk dat dat de moeder bemoeilijkt bij het vervullen van haar moederrol. De kinderrechter moet echter constateren dat de rol van de moeder in de verzorging en opvoeding van [naam kind] nihil is en dat de moeder niet gemotiveerd lijkt te zijn om stappen te ondernemen om de situatie te veranderen. De stappen kunnen klein zijn, zoals pogingen doen om wel naar het toilet te gaan, maar ook hier wordt geen vooruitgang in gezien. Doordat de tante mz de moeder hiertoe probeert te zetten, resulteert dit in veel discussies tussen hen. Het is noodzakelijk dat de moeder gaat inzien dat de situatie zo niet langer kan doorgaan.
De moeder zal naar verwachting binnenkort worden geopereerd. Het is belangrijk dat zij de kans krijgt om daar goed van te herstellen. De moeder heeft daarin ook zelf de sleutel in handen, namelijk door de behandelafspraken goed na te komen en te laten zien dat zij gemotiveerd is om aan de slag te gaan met haar problematiek. Zowel fysiek als mentaal zal er beweging moeten komen. Het is in het belang van [naam kind] dat de moeder goed voor zichzelf zorgt, zodat zij ook in staat is om goed voor hem te kunnen zorgen. Belangrijk is dat de moeder daarin wordt ondersteund door passende hulpverlening én dat de moeder daarvoor openstaat. Ook een goede samenwerking tussen de moeder en de GI is belangrijk. Alleen dan is het mogelijk om voorspoedig te kunnen werken aan de doelen van de ondertoezichtstelling.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van zes maanden. De kinderrechter ziet aanleiding om het overige verzochte aan te houden. Hiermee wordt aan de moeder de kans gegeven om te laten zien dat zij gemotiveerd is om aan de slag te gaan met haar problematiek en dat zij open staat voor de hulpverlening om de situatie in het belang van [naam kind] te veranderen. Het wordt op prijs gesteld als de moeder ook ter zitting verschijnt, zodat met alle betrokkenen kan worden besproken of voortzetting van de ondertoezichtstelling nog nodig en voldoende is, en op welke wijze daaraan invulling zou moeten worden gegeven.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen datum een rapportage te doen toekomen omtrent de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 21 november 2022;
verklaart deze beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, mr J.J. Boelaars en de informant in deze zaak zal plaatsvinden op
2 november 2022 te 10:30 in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden en mr. J.J. Boelaars,
gelast de oproeping van [naam 1], als informant, tegen voormelde zittingsdatum en -tijdstip,
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden en mr. J.J. Boelaars) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 mei 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.