Op 12 mei 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een jeugdzorgzaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarig kind, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 18 november 2022, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [naam kind] niet voldoende meewerkt met de hulpverlening, wat leidt tot zorgen over de ontwikkeling van het kind. De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen, omdat [naam kind] sinds de zomervakantie van 2021 niet meer naar school gaat en hierdoor een forse leerachterstand oploopt. De moeder heeft verzocht om de schriftelijke aanwijzing van de GI van 10 maart 2022 vervallen te verklaren, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de aanwijzingen van de GI in het belang van [naam kind] zijn en heeft dit verzoek afgewezen voor de meeste aanwijzingen. De kinderrechter heeft de GI verzocht om een rapportage te doen over de stand van zaken voor de pro forma datum van 1 oktober 2022. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 30 mei 2022.