Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1. [eiser] ,
2. Stoute Karel B.V.,
3. Duveltjes Gracht Gorcum B.V.,
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
Het recht van erfpacht is voorts niet te vergelijken met een huurverhouding. Een gebrekenregeling zoals in het huurrecht kent de wet niet in het kader van het zakelijke recht van erfpacht. Een beroep op onvoorziene omstandigheden is volgens de gemeente pas mogelijk 25 jaar na vestiging van het erfpachtrecht. Daar is hier geen sprake van.
Als eisers al aanspraak kunnen maken op vermindering van de erfpachtcanon dan is dit enkel mogelijk over de periode dat daadwerkelijk sprake is geweest van beperkende maatregelen in verband met corona en niet over heel 2020 en 2021. Verder moet in dat geval rekening worden gehouden met door de overheid ontvangen subsidies. Ten slotte kan een eventuele vermindering alleen betrekking hebben op het terrasgedeelte van 140 m2 en niet op het totale perceel.
4..De beoordeling
Contractuele relatie
dezeeisers, niet voor toewijzing in aanmerking. Voor zover de vorderingen zijn ingesteld door Duveltjes Gracht Gorcum geldt het volgende. Vast staat dat Duveltjes Gracht Gorcum zelf geen restaurant of hotel exploiteert en volgens de gegevens uit het handelsregister is Duveltjes Gracht Gorcum een financiële holding. Het restaurant wordt geëxploiteerd door Stoute Karel B.V. en het boutiquehotel door een vennootschap die geen procespartij is in de onderhavige procedure, te weten: Boutique Hotel/Résidence Karel de Stoute B.V. Met de gemeente is de kantonrechter dan ook van oordeel dat Duveltjes Gracht Gorcum B.V. zelf geen omzet heeft gederfd als gevolg van de coronamaatregelen van de overheid. Voor zover Duveltjes Gracht Gorcum zich erop beroept dat zij de enig aandeelhouder is van hotelexploitant Boutique Hotel/Résidence Karel de Stoute B.V. kan haar dat niet baten. Ook dan geldt immers dat de omzetderving plaatsvindt in laatstgenoemde vennootschap, die – zoals gezegd – geen partij is in de onderhavige procedure. Voor zover eisers zich erop beroepen dat de gemeente in eerdere correspondentie nooit kenbaar heeft gemaakt dat alleen Duveltjes Gracht Gorcum haar contractspartij is, doet dat aan de juridische werkelijkheid niets af. Overigens heeft de gemeente hierover ter zitting verklaard dat zij slechts heeft geantwoord op de brieven die haar waren gestuurd zonder dat zij daarbij alle contracten erop na heeft geslagen. Gelet op al het voorgaande kunnen ook de door Duveltjes Gracht Gorcum ingestelde vorderingen niet op de primaire grondslag worden toegewezen.
Parl. Gesch. BW Boek 5, p. 322).
5..De beslissing
: