Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 14 april 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van Zuster Norma;
- de akte van [eiseres] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vordert de eiseres, die voor de besloten vennootschap ZusterNorma Johan de Wittstraat B.V. heeft gewerkt, betaling van achterstallig loon, reiskosten, vergoeding voor niet genoten vakantiedagen, een coronabonus en een billijke vergoeding. De werkgever, Zuster Norma, betwist de vorderingen en stelt dat er te veel loon is uitbetaald. In een tussenvonnis is bepaald dat het achterstallig loon wordt toegewezen, maar dat de zorgbonus en billijke vergoeding worden afgewezen. De eiseres is toegelaten bewijs te leveren van een afspraak over de reiskostenvergoeding, maar heeft geen bewijs geleverd, waardoor deze vordering wordt afgewezen. De eiseres heeft recht op niet genoten vakantiedagen, maar het is nog niet vastgesteld hoeveel uren dit betreft. De werkgever is opgedragen een vakantiedagenadministratie te overleggen, maar heeft dit nagelaten, wat voor haar rekening en risico komt. De kantonrechter heeft Zuster Norma veroordeeld tot betaling van € 5.292,- aan achterstallig loon en € 2.617,49 aan niet genoten vakantiedagen, beide te vermeerderen met wettelijke verhogingen en rente. De vorderingen van Zuster Norma in reconventie zijn afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.