ECLI:NL:RBROT:2022:498

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
26 januari 2022
Zaaknummer
C/10/606318 / HA ZA 20-1013
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor diefstal van kobalt uit loods op haventerrein Rotterdam en de zorgplicht van de bewaarnemer

In deze zaak vorderen de eiseressen, bestaande uit verschillende rechtspersonen waaronder Traxys Europe S.A., schadevergoeding van Vollers Holland B.V. en Rhenus Logistics B.V. naar aanleiding van de diefstal van 114 ton kobalt uit een loods in Rotterdam op 5 juli 2018. De eiseressen stellen dat Vollers en Rhenus hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die zij hebben geleden door de diefstal, die volgens hen het gevolg is van nalatigheid in de zorgplicht van de bewaarnemer. De rechtbank heeft vastgesteld dat Vollers de kobalt had opgeslagen in een loods die voldeed aan de MMTA-vereisten, maar dat door een verhuizing van Vollers naar een andere locatie de beveiliging van de loods niet meer adequaat was. De rechtbank oordeelt dat Vollers toerekenbaar tekort is geschoten in haar verplichtingen als bewaarnemer, omdat zij niet voldoende toezicht heeft gehouden op de beveiliging van de loods en het alarmcodebeheer. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiseressen toe en veroordeelt Vollers tot betaling van een schadevergoeding van US$ 1.250.000,--, alsmede de expertisekosten en buitengerechtelijke kosten. De vorderingen van Vollers in reconventie tot opheffing van de conservatoire beslagen worden gedeeltelijk toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/606318 / HA ZA 20-1013
Vonnis van 26 januari 2022
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar buitenlands recht
TRAXYS EUROPE S.A.,
gevestigd te Strassen, Luxemburg,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BALOISE BELGIUM N.V.,
gevestigd te Antwerpen, België,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALLIANZ BENELUX N.V.,
gevestigd te Brussel, België,
4. de rechtspersoon naar buitenlands recht
B.D.M. N.V. (as agent),
gevestigd te Antwerpen, België,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ASSURANCES CONTINENTALES N.V.(handelende onder de naam ASCO),
gevestigd te Antwerpen, België,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
AXA BELGIUM,
gevestigd te Brussel, België,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALLIANZ VERSICHERUNGS-AGvia
ESO CARGO & LOGISTICS GMBH,
gevestigd te Bad Friedrichshall, Duitsland,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
KRAVAG LOGISTIC VERSICHERUNGS-AG,
gevestigd te Hamburg, Duitsland,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ERGO VERSICHERUNGS AG,
gevestigd te Düsseldorf, Duitsland,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
HDI-GERLING INDUSTRIE VERSICHERUNGS AG, vertegenwoordigd door ALLIANZ ESA CARGO & LOGISTICS GMBH,
gevestigd te Bad Friedrichshall, Duitsland,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
SIAT SOCIETA ITALIANA ASSICURAZIONI ERIASSICURAZIONI,
gevestigd te Genua, Italië,
de rechtspersoon naar buitenlands recht
THE STANDARD SYNDICATE SERVICES LTS.(trading as) handelende onder de naam
1884 EUROPE,
CHARLES TAYLOR MANAGING AGENCY LTD, LLOYD’S CHAMBERS,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
5. de rechtspersoon naar buitenlands recht
JEAN VERHEYEN N.V. (as agent),
gevestigd te Brussel, België,
a. de naamloze vennootschap
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AXA BELGIUM N.V.,
gevestigd te Brussel, België,
c. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALLIANZ ESA EUROSHIP, pp
HDI GLOBAL SE,
gevestigd te Hannover, Duitsland,
d. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALLIANZ ESA CARGO & LOG, pp
ALLIANZ VERSICHERUNGS AKTIENGESELLSCHAFT,
gevestigd te München, Duitsland,
e. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SWISS RE INTERNATIONAL SE,
gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,
f. de rechtspersoon naar buitenlands recht
XL INSURANCE COMPANY SE,
gevestigd te Parijs, Frankrijk,
6. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CINABRE SAS (ex Sompo JapanNipponkoa – Martin Boulard) (as agent),
gevestigd te Brugge, België,
g. de rechtspersoon naar buitenlands recht
LLOYD’S FRANCE SAS,
gevestigd te Parijs, Frankrijk,
h. de rechtspersoon naar buitenlands recht
HELVETIA ASSURANCES SA,
gevestigd te Le Havre, Frankrijk,
7. de rechtspersoon naar buitenlands recht
HDI GLOBAL SE,
gevestigd te Hannover, Duitsland, vertegenwoordigd door haar Belgische branche, gevestigd te Antwerpen, België,
8. de rechtspersoon naar buitenlands recht
RSA LUXEMBOURG SA, gevestigd te Luxemburg, Luxemburg, vertegenwoordigd door haar Belgische branche, gevestigd te Antwerpen, België,
9. de rechtspersoon naar buitenlands recht
NAVIGATORS INTERNATIONAL INSURANCE COMPANY (NIIC), gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door haar Nederlandse branche,
NAVIGATORS EUROPE, gevestigd te Rotterdam,
10. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ERG SALES AFRICA RMCC,
gevestigd te Dubai, Verenigde Arabische Emiraten,
11. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AMLIN INSURANCE SE,
gevestigd te Brussel, België,
12. de rechtspersoon naar buitenlands recht
RSA LUXEMBOURG SA, gevestigd te Luxemburg, Luxemburg, vertegenwoordigd door haar Belgische branche, gevestigd te Antwerpen, België,
13. de rechtspersoon naar buitenlands recht
JEAN VERHEYEN SE (as agent),
gevestigd te Brussel, België,
14. de rechtspersoon naar buitenlands recht
HDI GLOBAL SE,
gevestigd te Antwerpen, België,
15. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BALOISE BELGIUM N.V.,
gevestigd te Antwerpen, België,
16. de rechtspersoon naar buitenlands recht
B.D.M. N.V.,
gevestigd te Antwerpen, België,
17. de rechtspersoon naar buitenlands recht
NAVIGATORS,
gevestigd te Antwerpen, België,
18. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CATLIN EUROPE SE,
gevestigd te Antwerpen, België,
19. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CNA INSURANCE COMPANY LISTED,
gevestigd te Brussel, België,
20. de rechtspersoon naar buitenlands recht
SIENNA METALS LTD(voorheen handelende onder de naam
1212771 B.C. Ltd. en COBALT 27 CAPITAL CORP.,
gevestigd te Vancouver, Canada,
21. Lloyd’s Syndicate
LIBERTY;
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
LIBERTY MANAGING AGENCY LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
LIBERTY CORPORATE CAPITAL LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
22. Lloyd’s Syndicate
TAL SYNCIDATE 1183,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
TALBOT UNDERWRITING LTD,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
TALBOT 2002 UNDERWRITING CAPITAL LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
23. Lloyd’s Syndicate
NOVAE SYNDICATE 2007,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
NOVAE SYNDICATES LIMITED,
gevestigd te Wokingham, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AXIS MANAGING AGENCY LTD.,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
c. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AXIS CORPORORATE CAPITAL UK II LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
24. Lloyd’s Syndicate
TRAVELERS AT LLOYD’S,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
TRAVELERS SYNDICATE MANAGERS LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
APRILGRANGE LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
c. de rechtspersoon naar buitenlands recht
F&G UNDERWRITERS LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
25. Lloyd’s Syndicate
AXIS SYNDICATE 1686,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AXIS MANAGING AGENCY LTD.,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
AXIS CORPORATE CAPITAL UK LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
26. Lloyd’s Syndicate
XL CATLIN SYNDICATE 2003,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CATLIN UNDERWRITING AGENCIES LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CATLIN SYNDICATE LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
27. Lloyd’s Syndicate
BRIT SYNDICATE 2987,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BRIT SYNDICATES LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BRIT UW LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
28. Lloyd’s Syndicate
MARKEL SYNDICATE MANAGEMENT,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
MARKEL SYNDICATE MANAGEMENT LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
MARKEL CAPITAL LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
29. Lloyd’s Syndicate
QBE SYNDICATE 1036,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
QBE UNDERWRITING LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
QBE CORPORATE LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
30. Lloyd’s Syndicate
BARBICAN,
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ARCH MANAGING AGENCY LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
BARBICAN CORPORATE MEMBER LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
31. Lloyd’s Syndicate
CANOPIUS
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
CANOPIUS MANAGING AGENTS LIMTIED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
b. de rechtspersoon naar buitenlands recht
FLECTAT LIMITED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
32. Lloyd’s Syndicate
ARGOGLOBAL SYNDICATE 1200
a. de rechtspersoon naar buitenlands recht
ARGO MANAGING AGENCY LIMTED,
gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,
eiseressen in conventie in de zaak tegen Vollers,
verweerders in reconventie in de zaak tegen Vollers,
eiseressen in de zaak tegen Rhenus ,
procesadvocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam,
behandelend advocaten mr. J.A. Kruit en mr. P.F. Salome te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VOLLERS HOLLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procesadvocaat mr. P.J. de Jong Schouwenburg te Amsterdam,
behandelend advocaten mr. P.J. de Jong Schouwenburg en mr. P.A.C. van Gool te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RHENUS LOGISTICS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. M. Verhagen te Rotterdam.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk eiseressen dan wel Traxys c.s. genoemd worden. Eiseres sub 1 zal hierna worden aangeduid als Traxys, eiseres sub 10 als ERG en eiseres sub 20 als Cobalt 27. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk gedaagden dan wel Vollers c.s. genoemd worden. Gedaagde sub 1 zal hierna worden aangeduid als Vollers en gedaagde sub 2 als Rhenus .

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 2 oktober 2020, met producties 1-37;
  • de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie van Vollers, met producties 1-9;
  • de conclusie van antwoord van Rhenus ;
  • de brieven van de rechtbank van 4 maart 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 38-41;
  • de zittingsagenda van 31 mei 2021;
  • de akte overlegging producties van Vollers, met producties 10-14;
  • de akte overlegging productie mondelinge behandeling van Traxys c.s., met productie 42;
  • de pleitaantekeningen van Traxys c.s.;
  • de pleitaantekeningen van Vollers;
  • de mondelinge behandeling van 30 juni 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Op donderdag 5 juli 2018 is 114 ton kobalt (hierna: de partij kobalt) gestolen uit een loods aan de [adres delict] te Rotterdam, welke loods ook wel wordt aangeduid als [naam 1 loods] (of [naam 2 loods] ). Een partij van 114 ton kobalt past in drie vrachtwagens. De diefstal is op maandag 9 juli 2018 ontdekt.
2.2.
Traxys is eigenaar van 22 mt van de partij kobalt, ERG van 16 mt en Cobalt van 76 mt.
2.2.1.
Eiseressen sub 2 tot en met 9 zijn de verzekeraars van de kobalt van Traxys. Zij hebben Traxys ieder voor hun aandeel op de polis een uitkering gedaan van in totaal een bedrag van US$ 2.034.874,09.
2.2.2.
Eiseressen sub 11 tot en met 19 zijn de verzekeraars van de kobalt van ERG. Zij hebben ERG schadeloos gesteld voor een bedrag van US$ 250.000.
2.2.3.
Eiseressen sub 21 tot en met 32 zijn de verzekeraars van de kobalt van Cobalt 27. Zij hebben aan Cobalt 27 een bedrag uitgekeerd van US$ 6.819.401,-.
2.3.
Rhenus is een logistieke dienstverlener met een eigen terminal aan de [straatnaam] , waar [naam 1 loods] onderdeel van uitmaakt. De terminal van Rhenus is een zogenaamde ISPS locatie. ISPS staat voor “International Ship and Port facility Security”. De “ISPS Code”, een regeling die onderdeel uitmaakt van het SOLAS-verdrag, bevat regels om de kans op incidenten omtrent beveiliging in havens, waaronder die van Rotterdam, zo klein mogelijk te houden.
2.4.
Vollers huurde sinds 2012 [naam 1 loods] van Rhenus . In 2018 is men zich bij Vollers bezig gaan houden met de verhuizing van Vollers naar een andere opslaglocatie, aan de [naam locatie] in Rotterdam. In verband met die verhuizing beschikte Vollers sinds ongeveer medio januari 2018 nog maar over de helft van [naam 1 loods] en had Rhenus de andere helft van de loods in gebruik. De gestolen partij kobalt bevond zich in een apart beveiligde ruimte (hierna: de kluis) in het door Vollers gehuurde gedeelte van [naam 1 loods] .
2.5.
De loods van Vollers aan de [straatnaam] beschikte ten tijde van de diefstal over een MMTA-kwalificatie. Vollers presenteerde haar loods en opslagmogelijkheden ook als zodanig. MMTA staat voor “Minor Metals Trade Association”. De MMTA stelt onder meer veiligheidseisen vast waaraan MMTA-locaties moeten voldoen.
2.6.
Tot zekerheid van hun vordering hebben Traxys c.s. na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam op 2 en 15 oktober 2020 conservatoir derdenbeslag gelegd ten laste van Vollers onder de ABN Amro Bank te Amsterdam. Dit beslagverlof is verleend voor een bedrag van € 11.719.319,-- overeenkomstig het beslagverzoek.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
Traxys c.s. vorderen dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. oordeelt dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn, althans Vollers, althans Rhenus aansprakelijk is tegenover eiseressen althans tegenover één of meer eiseressen, voor de door eiseressen, althans één of meer van hen, als gevolg van het incident geleden schade en de gemaakte kosten, waaronder begrepen de waarde van de gestolen kobalt, alsmede de expertisekosten die zijn gemaakt in het kader van het beperken en vaststellen van de schade;
2. gedaagden hoofdelijk, althans gedaagde sub 1, althans gedaagde sub 2, veroordeelt tegen behoorlijk bewijs van kwijting over te gaan tot betaling van de door eiseressen, althans één of meer van hen, als gevolg van het incident geleden schade ter hoogte van:
- US$ 8.500,-- althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, aan Traxys, althans aan eiseressen sub 2 t/m 9;
- US$ 2.034.874,09, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, aan
eiseressen sub 2 t/m 9, althans aan Traxys;
- US$ 1.191.151,275, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, aan
ERG, althans aan eiseressen sub 11 t/m 19;
- US$ 250.000,--, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, aan
eiseressen sub 11 t/m 19, althans aan ERG;
- US$ 25.000,--, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, aan
Cobalt 27, althans aan eiseressen sub 21 t/m 32;
- US$ 6.819.401,--, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, aan
eiseressen sub 21 t/m 32, althans aan Cobalt 27.
3. gedaagden hoofdelijk, althans Vollers, althans Rhenus , veroordeelt tegen behoorlijk
bewijs van kwijting over te gaan tot betaling van de door eiseressen, althans één of meer
van hen, gemaakte expertisekosten in het kader van het beperken en vaststellen van de
schade ter hoogte van € 59.643,18;
4. gedaagden hoofdelijk, althans Vollers, althans Rhenus , veroordeelt tegen behoorlijk bewijs van kwijting over te gaan tot betaling van de door eiseressen, althans één of meer van hen, als gevolg van het incident gemaakte buitengerechtelijke kosten ter hoogte van
€ 7.712,--;
5. Vollers veroordeelt tegen behoorlijk bewijs van kwijting over te gaan tot betaling van de door eiseressen, althans één of meer van hen, gemaakte beslagkosten, bestaande uit het griffierecht, de kosten van de deurwaarder en de advocaatkosten;
6. gedaagden hoofdelijk, althans Vollers, althans Rhenus , veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder begrepen het verschuldigde griffierecht en het tot aan deze uitspraak begrote bedrag van salaris van de advocaat, met bepaling dat over de proceskosten-veroordeling de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van twee weken na de datum van het te dezen te wijzen vonnis, en gedaagden, althans Vollers, althans Rhenus , te veroordelen in de nakosten, te voldoen aan eiseressen te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf de datum van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, conform liquidatietarief begroot op € 131,-- dan wel in het geval van betekening op € 199,--, inclusief de wettelijke rente.
3.2.
Hieraan leggen Traxys c.s. – kort samengevat – het volgende ten grondslag.
Vollers en Rhenus zijn (hoofdelijk) aansprakelijk voor alle door eiseressen geleden schade en gemaakte kosten, uit wanprestatie respectievelijk onrechtmatige daad. Zowel Vollers als Rhenus is dusdanig nalatig geweest bij de opslag van de kobalt en de daarbij in acht te nemen veiligheidsmaatregelen, dat het wachten was op een diefstal. Daarbij is hier sprake van een 'inside job’, althans moeten de dieven hulp (‘informatie’) van binnenuit hebben gekregen. Vollers noch Rhenus komt een beroep toe op enige contractuele exoneratie.
3.3.
Vollers voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Traxys c.s. bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten, waaronder de nakosten.
3.4.
Hiertoe voert Vollers – zakelijk weergegeven – primair aan dat zij op grond van de toepasselijke Veemcondities Amsterdam-Rotterdam (hierna: de Veemcondities) in het geheel niet aansprakelijk is en subsidiair dat zij slechts beperkt aansprakelijk is. Tot slot betwist zij de omvang van de schade en beroept zij zich op matiging daarvan.
3.5.
Rhenus voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Traxys c.s in hun vorderingen, althans hen deze vorderingen te ontzeggen, met veroordeling van Traxys c.s. in de proceskosten.
3.6.
Hiertoe voert Rhenus – kort samengevat – het volgende aan.
Rhenus is niet tekortgeschoten in de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer
betamelijk is. Rhenus is dan ook niet aansprakelijk jegens Traxys c.s. Nu Rhenus door Traxys c.s. op grond van onrechtmatige daad wordt aangesproken buiten de overeenkomst om die Traxys c.s. met Vollers hebben gesloten, wenst Rhenus subsidiair, voor zover zij aansprakelijk zou zijn, zich te beroepen op de bepalingen van de overeenkomst tussen Vollers en Traxys c.s. en de daarin opgenomen beperking van aansprakelijkheid tot een bedrag van SDR 100.000,--.
in reconventie
3.7.
Vollers vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis de door Traxys c.s. gelegde conservatoire beslagen opheft.
3.8.
Traxys c.s. voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van Vollers in haar vordering, althans deze vordering af te wijzen, met veroordeling van Vollers in de proceskosten bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis.
3.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna bij de beoordeling, voor zover zij daarvoor van belang zijn, nader ingegaan.

4..De beoordeling

in de zaak van Traxys c.s. tegen Rhenus

4.1.
Traxys c.s. heeft haar vorderingen tegen Rhenus na de mondelinge behandeling (bij bericht van 1 november 2021) ingetrokken. De rechtbank zal dus niet meer over de vorderingen tegen Rhenus beslissen.
in de zaak van Traxys c.s. tegen Vollers
in conventie en in reconventie
internationale bevoegdheid en toepasselijk recht
4.2.
Deze zaak betreft een internationaal geval, omdat een groot gedeelte van eiseressen zijn gevestigd buiten Nederland. Daarom onderzoekt de rechtbank de internationale bevoegdheid en het toepasselijk recht.
4.3.
Omdat sprake is van een burgerlijke of handelszaak in de zin van artikel 1 lid 1 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (Brussel I bis-Vo) die aanhangig is gemaakt na 10 januari 2015, het tijdstip van inwerkingtreding van Brussel I bis-Vo, is deze verordening materieel en temporeel van toepassing. Brussel I bis-Vo is tevens formeel van toepassing, omdat Volllers en Rhenus , gedaagden, woonplaats hebben in Nederland, een lidstaat in de zin van Brussel I bis-Vo. De internationale bevoegdheid van deze rechtbank dient derhalve vastgesteld te worden aan de hand van Brussel I bis-Vo (zie art. 5 Brussel I bis-Vo).
4.4.
Vollers heeft de internationale bevoegdheid van deze rechtbank niet betwist in conventie en eiseressen niet in reconventie. Deze rechtbank is derhalve zowel in conventie als in reconventie in ieder geval internationaal bevoegd op grond van een stilzwijgende forumkeuze (in de zin van artikel 26 Brussel I bis-Vo). De exclusieve bevoegdheidsregels van artikel 24 Brussel I bis-Vo missen immers toepassing.
4.5.
Niet in geschil is dat Nederlands recht van toepassing is op de rechtsverhouding tussen Traxys c.s. en Vollers. De rechtbank sluit zich daarbij aan.
voorts in conventie
4.6.
Tijdens de zitting is van de zijde van Traxys c.s. bevestigd dat vordering 1 strekt tot een verklaring voor recht.
4.7.
Tussen Traxys c.s. en Vollers is niet in geschil dat Vollers met Traxys, ERG en Cobalt 27 heeft gecontracteerd als bewaarnemer. Daar sluit de rechtbank zich bij aan.
4.8.
Bewaarneming is de overeenkomst waarbij de ene partij, de bewaarnemer, zich tegenover de andere partij, de bewaargever, verbindt een zaak die de bewaargever hem toevertrouwt of zal toevertrouwen te bewaren en terug te geven (art. 7:600 BW). De bewaarnemer moet bij de bewaring de zorg van een goed bewaarnemer in acht nemen (art. 7:602 BW). Hoe ver de zorg van een goed bewaarnemer moet gaan hangt af van onder andere de aard van de zaak, de professionele hoedanigheid van de bewaarnemer, aard en omvang van de overeenkomst en de hoogte van het eventuele bewaarloon. Het ligt echter in de rede dat de bewaarnemer in alle gevallen de nodige maatregelen moet treffen om diefstal te voorkomen.
4.9.
Niet in geschil is dat Traxys c.s. het kobalt in [naam 1 loods] had laten opslaan, omdat dit een MMTA opslaglocatie was en dat de [naam 1 loods] dus aan de MMTA vereisten diende te voldoen. De MMTA vereisten maken daarmee onderdeel uit van de bewaarnemingsovereenkomsten tussen partijen. Tussen partijen is niet in geschil dat de ten tijde van de diefstal geldende MMTA Warehouse Criteria als volgt luiden:
“1. The warehouse company should ideally own the warehouse building, or they must hold a direct lease with the owners for a period of at least 2 years. […]
2. The warehouse must have a fully fenced perimeter. If any side(s) of the warehouse borders a public road, then it should not have any operational doors bordering the road and any such doors must always be locked and alarmed.
3. Loading and unloading must always take place within the perimeter of the warehouse i.e. not in a public area.
4. There must always be an access control on the entrance to the fenced perimeter.
5. A fully operational contact alarm system must be in place on all doors and ideally an internal alarm i.e. infrared, within the warehouse building.
6. A CCTV surveillance system is required.
7. If there is not a 24 hour presence by security guards then when the warehouse is closed there must be inspection of the premises at regular intervals by a security company.
8. The storage of precious or high value material ie APR, indium, cobalt etc must be in a special vault or a high security area within the warehouse.
9. When the warehouse is open, operational staff directly employed by the Warehouse Company must be on site at all times.
10. Movement of material i.e. loading and unloading of trucks, containers etc must always be controlled by staff directly employed by the warehouse company.
11. Electronic weighing scales must be available at all times, with all parcels gross weighed into the
warehouse at the time of storage. Such weighing is to be undertaken on a pallet by pallet, case by case or drum by drum basis for the account of the storing party.
12. Records to be available at all times for all maintenance issues.”
4.10.
Ook is niet (langer) in geschil dat op de bewaarnemingsovereenkomsten de Veemcondities van toepassing zijn.
4.11.
In geschil is daarentegen wél of Vollers heeft gehandeld als een zorgvuldig bewaarnemer en of Vollers ten tijde van de diefstal voldeed aan de MMTA-vereisten. Traxys c.s. menen van niet. Vollers meent van wel. Vollers beroept zich in dat verband op artikel 19.2 van de Veemcondities:
“Het Veem wordt in geval van beschadiging en/of verlies door diefstal met braak geacht voldoende zorg te hebben aangewend als het voor een behoorlijke afsluiting van de bewaarplaats heeft zorggedragen.”
Vollers is van mening dat zij heeft zorggedragen voor een behoorlijke afsluiting van de bewaarplaats van de partij kobalt.
4.12.
De rechtbank stelt allereerst op basis van de door partijen over en weer ingenomen en niet of onvoldoende betwiste stellingen en de overgelegde en in zoverre niet of onvoldoende bestreden stukken, de volgende (in aanvulling op de hiervoor onder 2 genoemde) feiten vast.
4.13.
De [naam 1 loods] heeft een rechthoekige oppervlaktemaat. De ene lange zijde bevindt zich aan de [straatnaam] (hierna ook: de voorzijde), de andere lange zijde aan het water (hierna ook: de achterzijde). Zie de volgende luchtfoto:
De linkerhelft van de [naam 1 loods] vanaf de [straatnaam] bezien is het gedeelte van de [naam 1 loods] dat ten tijde van de diefstal nog in gebruik was bij Vollers en waar de kluis zich ook bevond waarin de partij kobalt was opgeslagen. De officiële ingang van de [naam 1 loods] ligt aan de achterzijde van de loods, de waterzijde dus. Om bij die officiële ingang te komen moeten werknemers/bezoekers zich begeven door de toegangspoort aan de [straatnaam] . Zie de volgende foto van deze toegangspoort:
Bezoekers dienen zich daar aan te melden bij de beveiliging. Deze toegangspoort wordt beheerd door Rhenus . In de [naam 1 loods] waren ten tijde van de diefstal twee alarmsystemen geïnstalleerd. Eén alarmsysteem stond in verbinding met de buitenste ‘schil’ van de [naam 1 loods] . Dat alarmsysteem werkte zowel voor het linker- als voor het rechtergedeelte van de loods. Na binnenkomst in het ontvangsthalletje van de [naam 1 loods] moest dat alarmsysteem worden uitgeschakeld. Het andere alarmsysteem maakte deel uit van de kluis in het linkergedeelte van de [naam 1 loods] . Dat alarmsysteem bevindt zich in de kluis en kan dus pas na binnentreden van de kluis worden uitgeschakeld. In feite is deze kluis een deel van het linkergedeelte van de [naam 1 loods] dat is afgesloten met een schuifdeur met een hangslot. Voor ieder van deze twee alarmsystemen moest een aparte alarmcode worden gebruikt. Gesteld noch gebleken is dat deze alarmsystemen direct voorafgaande aan de diefstal defect waren. In de [naam 1 loods] bevindt zich een aantal camera’s, zoals een CCTV-camera boven de deur van de kluis en een CCTV-camera in de kluis. Deze CCTV-camera’s zijn verbonden met een digitale recorder die zich bevindt in een kantoor op de eerste verdieping van de [naam 1 loods] . Afgezien van de officiële ingang heeft de [naam 1 loods] ook een aantal grote loodsdeuren die op de openbare weg van de [straatnaam] uitkomen. Het linkergedeelte van de [naam 1 loods] heeft drie van zulke loodsdeuren. Twee daarvan bleven standaard dicht, terwijl de derde standaard werd gebruikt bij het laden en lossen van vrachtwagens met goederen afkomstig uit respectievelijk bestemd voor het linkergedeelte van de loods. Al deze loodsdeuren zijn in beginsel slechts van binnenuit te openen. Zij zijn alle verbonden met bovengenoemd alarmsysteem voor de ‘buitenste’ schil van de [naam 1 loods] . De ene loodsdeur van Vollers die standaard werd gebruikt bij het laden en lossen is voorzien van een elektronisch 'rolsysteem'. Aangezien niet alleen bovengenoemde door Rhenus beheerde toegangspoort maar ook bovengenoemde loodsdeuren van Vollers zich direct aan de [straatnaam] bevinden, geven die loodsdeuren in geopende toestand direct toegang tot het linkergedeelte van de [naam 1 loods] zonder dat men zich eerst moet begeven door die door Rhenus beheerde toegangspoort.
4.14.
Uit het partijdebat en de in het geding gebrachte stukken is naar voren gekomen dat (de laatste fase van) de diefstal als volgt is uitgevoerd. Op 5 juli 2018 om 7:36 uur is het alarmsysteem van de [naam 1 loods] uitgeschakeld en daarbij is de alarmcode van [persoon A] (hierna: [persoon A] ), werknemer van Vollers en manager (
warehousemanager) van de [naam 1 loods] , gebruikt. Een paar minuten later is het alarmsysteem van de kluis uitgeschakeld met (opnieuw) de alarmcode van [persoon A] . De metalen pin in het hangslot op de deur van de kluis blijkt doorgeslepen te zijn. Nadat de poort aan de straatkant van binnenuit was geopend is een eerste vrachtwagencombinatie het linkergedeelte van de [naam 1 loods] binnengereden door bovengenoemde loodsdeur, welke vrachtwagen ruim een uur later wegreed uit de loods. Daarna volgde een tweede en derde vrachtwagen die de loods binnenreden en ruim een uur later weer verlieten. Op de camerabeelden is zichtbaar dat alle vrachtwagens bij het verlaten van het terrein zwaar beladen waren. De met de CCTV-camera’s verbonden digitale recorder in het kantoor op de eerste verdieping van de [naam 1 loods] was weggehaald.
4.15.
Hoewel op zichzelf vaststaat dat de locatie ten tijde van de diefstal formeel nog MMTA-geaccrediteerd was, was door de verhuizing van Vollers, enige tijd vóór de diefstal, een nieuwe situatie ontstaan. Immers, [naam 1 loods] was niet meer uitsluitend in gebruik door Vollers maar vanaf januari 2020 ook door Rhenus . Zowel medewerkers van Vollers als van Rhenus verschaften zichzelf toegang tot [naam 1 loods] door de beveiliging van de ‘buitenschil’ uit te schakelen. Dat deze door de verhuizing van Vollers ontstane nieuwe situatie gevolgen had voor de beveiliging van [naam 1 loods] is door de directie niet onderkend. Er is geen rekening gehouden met de gewijzigde veiligheidssituatie en de geldende MMTA-vereisten: het door Vollers gebruikte linkergedeelte van de [naam 1 loods] was overdag meestal onbemand én tegelijkertijd was het alarmsysteem van de ‘buitenschil’ van de [naam 1 loods] uitgeschakeld vanwege het Rhenus -personeel dat in het rechtergedeelte van de loods moest zijn. Als je een kostbaar metaal als kobalt opslaat moet je er als directie op toezien dat er passende veiligheidsmaatregelen worden genomen en dat deze maatregelen worden nageleefd. Vanwege de per januari 2018 veranderde situatie, werd niet langer voldaan aan MMTA-vereiste 9 en waarschijnlijk ook niet aan MMTA-vereiste 5, voor zover dit uitgeschakeld zijn van het alarmsysteem van de ‘buitengeschil’ van de [naam 1 loods] gelijk gesteld mag worden met een alarmsysteem dat niet “
fully operational” is.
4.16.
Steeds wanneer het alarmsysteem van de ‘buitenschil’ en/of het alarmsysteem van de kluis waren/was ingeschakeld, konden deze alarmsystemen alleen maar worden uitgeschakeld met gebruikmaking van een code, een alarmcode. Iedere gebruiker van deze alarmsystemen kreeg een eigen, persoonlijke, alarmcode toegewezen, één voor het alarmsysteem van de ‘buitenschil’ en een andere code voor de kluis. Een persoonlijke alarmcode geeft inzicht in de in- en uitgaande personen van een gebouw dat van een alarmsysteem is voorzien. Als deze persoonlijke alarmcode wordt overgedragen aan anderen, kan niet meer correct geregistreerd worden wie zich in het gebouw bevindt. Dan is het overzicht kwijt van de personen die zich in het gebouw bevinden. Kobalt is een waardevol metaal en is daarom diefstalgevoelig. Een zorgvuldig (toezicht op en regeling van het) alarmcodebeheer maakt dan ook deel uit van de zorgplicht van een bewaarnemer van kobalt. Deze bewaarnemer is dus gehouden al het mogelijke te doen om te voorkomen dat persoonlijke alarmcodes worden overgedragen aan anderen, zeker wanneer die anderen niet (zonder) meer bevoegd zijn het gebouw waarin het kobalt ligt opgeslagen binnen te gaan.
4.17.
Vast is echter komen te staan dat er persoonlijke alarmcodes, in ieder geval van [persoon A] , zijn doorgegeven aan anderen, waaronder medewerkers van Rhenus , en dat alarmcodes van personeel dat niet langer in dienst was bij Vollers niet zijn ingetrokken.
4.18.
Het alarmcodebeheer werd uitgevoerd door de locatiemanager Rotterdam van Vollers. Deze locatiemanager was degene die de alarmcodes aanvroeg bij het bedrijf Randstad Electronics B.V. en de codes toedeelde aan nieuwe medewerkers. Ten tijde van de diefstal van de partij kobalt was de heer [persoon B] de locatiemanager.
4.19.
De locatiemanager Rotterdam is geen leidinggevende van Vollers. Hij geeft weliswaar leiding aan de Rotterdamse vestiging van Vollers maar staat zelf weer onder leiding van het bestuur van Vollers. De locatiemanager is dus niet belast met de leiding van Vollers. Het alarmcodebeheer was dus geen taak van bestuurders van Vollers maar was uitgezet op een lager niveau. Van het takenpakket van het bestuur van Vollers maakte daarentegen wél deel uit het toezicht op het alarmcodebeheer.
4.20.
Ter zitting hebben Traxys c.s. er uitdrukkelijk op gewezen dat een protocol voor codeaanvraag en -beheer ontbrak althans enige controle daarop (randnr. 2.2 van de pleitaantekeningen van Traxys c.s.). Door Vollers is deze stelling van Traxys c.s. vervolgens onvoldoende (gemotiveerd) weersproken. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende. Vollers zélf heeft bovengenoemde stelling van Traxys c.s. ter zitting onbesproken gelaten. De rechtbank heeft Vollers er vervolgens op gewezen dat een protocol voor het wijzigen van codes geen deel uitmaakt van de processtukken. Vollers heeft hierop gereageerd met de opmerking dat er bij nieuwe mensen nieuwe codes kwamen en verwezen naar randnummers 3.36 e.v. van haar conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie voor een weergave van wat er bij haar geregeld was en naar p. 13 e.v. van productie 1 bij conclusie van antwoord (een door [persoon C] opgestelde analyse van de diefstal en het EVH-rapport). Randnummers 3.36-3.45 van de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie van Vollers betreffen het ‘Beleid ten aanzien van alarmcodes en sleutels’. In deze randnummers wordt echter in het geheel niet ingegaan op de wijze waarop binnen Vollers codeaanvraag en -beheer werden gecontroleerd. Datzelfde geldt voor de analyse van [persoon C] . Vast is dus komen te staan dat een protocol voor codeaanvraag en -beheer en daarmee enige controle op codeaanvraag en -beheer ontbrak.
4.21.
Los van de hierboven besproken MMTA-vereisten heeft (het bestuur van) Vollers dus ook niet aan haar zorgplicht als bewaarnemer voldaan omdat zij onvoldoende heeft toegezien op het beheer van de alarmcodes van de ‘buitenschil’ en de kluis. In het midden kan derhalve blijven of Vollers ook in strijd met de MMTA vereisten 2, 3 en 4 handelde.
4.22.
Vollers heeft nog aangevoerd dat het er alle schijn van heeft dat zij in 2018 is “bedonderd” doordat cruciale “
inside knowledge” over de bedrijfsvoering van Vollers en Rhenus bij criminelen bekend werd, zij het dat onbekend is en blijft hoe dat is gegaan (pleitnota Vollers, randnr. 1.1). Voor zover de strekking van dit argument van Vollers is dat de diefstal ook zou zijn opgetreden zonder de gemaakte fouten van Vollers dan wel dat de stelplicht en bewijslast bij Traxys c.s. ligt dat de diefstal is veroorzaakt door fouten van Vollers en dat Traxys c.s. niet aan deze stelplicht hebben voldaan, faalt dat standpunt. De hierboven omschreven veiligheidsnormen die Vollers heeft overtreden, namelijk MMTA-vereiste 9, en waarschijnlijk 5 en de verplichting om voldoende toezicht te houden op het beheer van de alarmcodes, strekken immers allemaal tot het voorkomen van een specifiek gevaar, te weten diefstal, en dat gevaar heeft zich vervolgens ook verwezenlijkt, met schade voor Traxys c.s. tot direct gevolg. Daarom wordt op grond van de zogenaamde ‘omkeringsregel’ voorshands aangenomen dat de diefstal is opgetreden door de fouten van Vollers en rust op Vollers de stelplicht en de bewijslast dat de diefstal ook zou zijn opgetreden indien zij bovengenoemde fouten niet had gemaakt (HR 29 november 2002, NJ 2004, 305, ECLI:NL:HR:2002:AE7351). Aan die stelplicht heeft Vollers niet voldaan.
4.23.
Vollers is dus toerekenbaar tekortgeschoten in haar bewaarnemingsverplichtingen. Zij heeft niet voldaan aan haar in de bewaarnemingsovereenkomsten opgenomen kernverplichting om te bewaren conform de MMTA-vereisten en anderszins toepasselijke veiligheidsnormen waardoor de diefstal overdag gedurende normale werktijden kon plaatsvinden. De door Traxys c.s. geleden schade als gevolg van de diefstal is haar dan ook toe te rekenen. Het beroep van Vollers op artikel 19.2 van de Veemcondities, dat een bewijsvermoeden in het voordeel van Vollers bevat, faalt reeds omdat zij niet heeft zorggedragen voor een behoorlijke afsluiting van de bewaarplaats van de partij kobalt. In het midden kan dus blijven of de diefstal van de partij kobalt gepaard is gegaan met braak, een punt waarover Traxys c.s. en Vollers van mening verschillen.
4.24.
Op grond van artikel 19.6 van de Veemcondities is de door het Veem voor verlies van de zaak te betalen schadevergoeding in ieder geval beperkt tot “de dagwaarde van de zaak op de dag van opslag”. Nu tussen partijen niet in geschil is dat de berekening van de dagwaarde van de gestolen partij op een (veel) hoger bedrag uitkomt, dan de aansprakelijkheidsbeperkingen in artikel 19.6 en 19.10 van de Veemcondities waarop Vollers zich beroept, zal de rechtbank eerst de vraag beantwoorden of Vollers een beroep toekomt op voormelde aansprakelijkheidsbeperkingen.
4.25.
Vollers heeft een beroep gedaan op matiging van de door haar verschuldigde schadevergoeding op grond van artikel 19.10 van de Veemcondities. Dat artikel luidt als volgt:
“In ieder geval zal nooit meer dan de werkelijke schade worden vergoed, zulks met een maximum van 2 SDR per kg beschadigd of verloren gegaan brutogewicht, met dien verstande dat de aansprakelijkheid van het Veem in alle gevallen is beperkt tot SDR 100.000 per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen uit één en dezelfde oorzaak ontstaan.”
De waarde van 1 SDR in US$ is ten tijde van het wijzen van dit vonnis ongeveer 1,40 en van 100.000 SDR dus ongeveer $140.000.
4.26.
In de MMTA 2018 staat het volgende vereiste met betrekking tot de verzekeringsplicht van de bewaarnemer:
“The Company must have an Indemnity Insurance in place for a minimum of USD 1,250,000.00 (or local currency equivalent), per each occurrence, to cover any losses caused by fraud and negligence by their own personnel and any unexplained losses.”
4.27.
Vollers enerzijds en Traxys, ERG en Cobalt 27 waren overeengekomen dat de MMTA-vereisten zouden gelden. Dat betekent dus dat Vollers jegens deze partijen contractueel gehouden was zich te verzekeren voor US$ 1.250.000,-- teneinde schade te kunnen vergoeden als gevolg van fraude en nalatigheid. Traxys, ERG en Cobalt 27 mochten er als eigenaren van de kobalt, gelet op dit MMTA-vereiste, dan ook op vertrouwen dat hun schade in ieder geval tot het minimaal verzekerde bedrag zou worden vergoed. Onder die omstandigheden is het beroep van Vollers op de aansprakelijkheidsbeperking van 100.000 SDR van artikel 19.10 van de Veemcondities naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Je kunt immers niet enerzijds een bepaald te verzekeren bedrag overeenkomen wetende dat eventuele aansprakelijkheid via algemene voorwaarden toch aanzienlijk wordt beperkt.
4.28.
Anderzijds is een doorbreking van de grens van US$ 1.250.000,-- niet op zijn plaats. Traxys, ERG en Cobalt 27 wisten, althans konden weten, welke verzekeringsplicht Vollers had op grond van de MMTA-vereisten. Zij hebben er bewust voor gekozen om geen extra eisen aan Vollers te stellen en niet van Vollers te eisen dat die een extra verzekering zou afsluiten (tegen een hogere premie die dan verdisconteerd zou worden in het opslagtarief/bewaarloon). Dit terwijl zij als ladingeigenaren bekend waren met de waarde die de kobalt vertegenwoordigde, welke (dag)waarde voor iedere ladingeigenaar de verzekeringslimiet (ruimschoots) overschreed. Deze discrepantie tussen verzekerd bedrag en daadwerkelijke waarde van de partij kobalt komt dan ook voor rekening en risico van Traxys c.s. en het zou daarom in strijd zijn met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid als zij nu toch – als gevolg van een diefstal – de volledige waarde van hun aandeel in de partij kobalt vergoed zouden krijgen. Aan het vorengaande doet niet af dat de rechtbank van oordeel is dat (ook) het bestuur van Vollers niet aan haar zorgplicht als bewaarnemer heeft voldaan. Traxys c.s. heeft in dit kader onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die tot het oordeel kunnen leiden dat het bestuur van Vollers terzake opzettelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld op grond waarvan het beroep van Vollers op de grens van US$ 1.250.000,-- onaanvaardbaar zou zijn.
4.29.
Gelet op het bovenstaande kan het door Vollers gedane beroep op matiging ex artikel 6:109 BW onbesproken blijven.
4.30.
Van de gevorderde schadevergoeding als hierna bedoeld in r.o. 4.31 maken deel uit de gevorderde expertisekosten ter hoogte van € 59.643,18 die zijn gemaakt in het kader van het beperken en vaststellen van de schade. Vollers heeft het bestaan van deze kosten niet betwist.
4.31.
Vollers is jegens Traxys c.s. dan ook een bedrag aan schadevergoeding verschuldigd van US$ 1.250.000,--. De als verklaring voor recht bedoelde vordering 1 van Traxys c.s. (zie r.o. 4.6 hierboven) zal daarom worden toegewezen met de aanvulling
tot US$ 1.250.000,--. Voorts zal voor Traxys c.s. tezamen een schadevergoedingbedrag van US$ 1.250.000,-- worden toegewezen. Gelet op het gewicht (in mt) van ieders aandeel in de partij kobalt zal een bedrag van US$ 241.250,-- (=0,193 x US$ 1.250.000,--) worden toegewezen aan Traxys, althans aan eiseressen 1-9, een bedrag van US$ 175.000,-- (=0,14 x US$ 1.250.000,--) aan ERG, althans aan eiseressen 10-19, en een bedrag van
US$ 833.750,-- (=0,667 x US$ 1.250.000,--) aan Cobalt 27, althans aan eiseressen 20-32.
4.32.
Vollers heeft geen afzonderlijk verweer gevoerd tegen de gevorderde buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 7.712,--. Deze zullen dan ook integraal worden toegewezen.
voorts in reconventie
4.33.
Aan de voorwaarde voor de gevorderde opheffing van de hierboven onder 2.6 genoemde conservatoire derdenbeslagen is voldaan voor zover deze beslagen zijn gelegd voor een hoger bedrag dan het in conventie toegewezen bedrag van US$ 1.250.000,--. De vordering van Vollers zal dan ook in die zin worden toegewezen,
tot besluit in conventie en in reconventie
4.34.
Omdat partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld zal de rechtbank de proceskosten in conventie wat betreft de vorderingen van Traxys c.s. tegen Vollers en de proceskosten in reconventie compenseren, in die zin dat Traxys c.s. en Vollers ieder de eigen kosten dragen.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie in de zaak van Traxys c.s. tegen Vollers
5.1.
verklaart voor recht dat Vollers aansprakelijk is tegenover Traxys c.s. voor de door Traxys c.s. als gevolg van het incident geleden schade en de gemaakte kosten, waaronder begrepen de waarde van de gestolen kobalt tot een bedrag van US$ 1.250.000,--, alsmede de expertisekosten die zijn gemaakt in het kader van het beperken en vaststellen van de schade;
5.2.
veroordeelt Vollers om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Traxys, althans aan eiseressen 1-9, te betalen (het euro-equivalent van) US$ 241.250,-- ter zake van de door Traxys als gevolg van het incident geleden schade;
5.3.
veroordeelt Vollers om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan ERG, althans aan eiseressen 10-19, te betalen (het euro-equivalent van) US$ 175.000,-- ter zake van de door ERG als gevolg van het incident geleden schade;
5.4.
veroordeelt Vollers om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Cobalt 27, althans aan eiseressen 20-32, te betalen (het euro-equivalent van) US$ 833.750,-- ter zake van de door Cobalt 27 als gevolg van het incident geleden schade;
5.5.
veroordeelt Vollers tegen behoorlijk bewijs van kwijting over te gaan tot betaling van de door Traxys c.s., althans één of meer van hen, gemaakte expertisekosten in het kader van het beperken en vaststellen van de schade ter hoogte van € 59.643,18;
5.6.
veroordeelt Vollers tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling aan Traxys c.s. van de als gevolg van het incident gemaakte buitengerechtelijke kosten ter hoogte van
€ 7.712,--;
5.7.
heft de hierboven onder 2.6 genoemde conservatoire derdenbeslagen op voor zover deze beslagen gelegd zijn voor een hoger bedrag dan het in conventie toegewezen bedrag van US$ 1.250.000,--;
5.8.
verklaart de onder 5.2 tot en met 5.7 uitgesproken veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
compenseert de proceskosten, in die zin dat enerzijds Traxys c.s. en anderzijds Vollers ieder de eigen kosten dragen/draagt;
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema, mr. C. Sikkel en mr. M. Witkamp in aanwezigheid van mr. J.F. de Heer, griffier. Het is ondertekend door de rolrechter en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2022.
901/32/1573/2054