Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- de heer R.J. van de Poort, werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord. Verzoekster, die 80-100% arbeidsongeschikt is verklaard, heeft een verzoek ingediend op basis van artikel 287a van de Faillissementswet om haar schuldeiser te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. Deze regeling houdt in dat verzoekster een betaling van 4,23% aan de preferente schuldeisers en 2,12% aan de concurrente schuldeisers aanbiedt, tegen finale kwijting. De schuldeiser heeft geweigerd in te stemmen met deze regeling, met als argument dat zij niet kan meewerken aan een regeling tegen finale kwijting voor vorderingen die na 1 januari 2013 zijn ontstaan, omdat deze niet te goeder trouw zijn ontstaan en er een bestuurlijke boete is opgelegd.
De rechtbank heeft de belangen van de schuldeiser afgewogen tegen die van verzoekster en de overige schuldeisers. De rechtbank oordeelt dat de schuldeiser in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, gezien het feit dat de vordering van de schuldeiser slechts 9,17% van de totale schuldenlast bedraagt en dat een ruime meerderheid van de schuldeisers met de regeling heeft ingestemd. Bovendien is het voorstel goed gedocumenteerd en getoetst door een onafhankelijke partij, Stroomopwaarts.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van verzoekster toe te wijzen en de schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. De schuldeiser is veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien er geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. Dit vonnis treedt in de plaats van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, waardoor verzoekster kan doorgaan met het betalen van haar schulden. Het subsidiaire verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen, omdat verzoekster eerder in de wettelijke schuldsaneringsregeling heeft gezeten en niet kan worden toegelaten tot 6 september 2023.