Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Rechtbank Rotterdam
Op 24 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van de afwijzing van een aanvraag voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). De afwijzing vond plaats bij besluit van 17 mei 2022, waartegen de verzoeker bezwaar heeft gemaakt. De voorzieningenrechter heeft op 20 juni 2022 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat de verzoeker door de afwijzing van zijn aanvraag geen inkomsten heeft en noodzakelijke kosten niet kan betalen.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoeker en verweerder gewogen. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat de verzoeker onvoldoende informatie heeft verstrekt over zijn woonsituatie, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De verzoeker betwistte dit en stelde dat hij alle relevante informatie had gegeven, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker onvoldoende controleerbare gegevens had verschaft. De inconsistenties in de verklaringen van de verzoeker over zijn verblijfplaats waren voor de voorzieningenrechter reden om te concluderen dat de aanvraag terecht was afgewezen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bezwaar van de verzoeker geen redelijke kans van slagen had. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.