ECLI:NL:RBROT:2022:5149

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juni 2022
Publicatiedatum
27 juni 2022
Zaaknummer
9679333 CV EXPL 22-4271
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mondeling vonnis voorwaardelijke ontbinding en ontruiming van een huurovereenkomst met betalingsregeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 juni 2022 een mondeling vonnis uitgesproken in een geschil tussen Flex Properties B.V. en een gedaagde huurster. Flex Properties, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Ekkel, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 2.869,00. De gedaagde, bijgestaan door haar gemachtigde mr. D.M. Mazur, erkende de huurachterstand en de hoogte daarvan, maar voerde aan dat haar financiële omstandigheden een rol speelden in de betalingsproblemen.

De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand niet van geringe betekenis was en dat de gedaagde tekortgeschoten was in haar betalingsverplichtingen. De rechter wees de vorderingen van Flex Properties tot ontbinding en ontruiming in beginsel toe, maar onder de voorwaarde dat de gedaagde de achterstand en de lopende huur in twee termijnen zou betalen. De eerste termijn moest voor 15 juli 2022 en de tweede voor 15 augustus 2022 worden voldaan. Indien de gedaagde niet aan deze betalingsverplichtingen voldeed, zou de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning worden doorgezet.

Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 990,74. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Flex Properties het vonnis direct kan laten uitvoeren, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie: Rotterdam
zaaknummer: 9679333 CV EXPL 22-4271
datum: 10 juni 2022
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak ex artikel 30p Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
Flex Properties B.V.,
vestigingsplaats: Barendrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. A. Ekkel,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
gemachtigde: mr. D.M. Mazur.
De partijen worden hierna ‘Flex Properties’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.
Aanwezig zijn mr. M.C. van der Kolk, kantonrechter, bijgestaan door mr. S.M.C. van Papenrecht, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnt namens Flex Properties haar gemachtigde. [gedaagde] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk.
De kantonrechter gaat over tot de bevolen mondelinge behandeling.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen hun standpunten nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De kantonrechter heeft partijen in de gelegenheid gesteld te bezien of zij tot een vergelijk konden komen en daartoe is de zitting geschorst.
Partijen hebben na de schorsing aan de kantonrechter medegedeeld dat Flex Properties graag vonnis gewezen wil hebben waarin een betalingsregeling mag worden opgenomen. De kantonrechter heeft vervolgens op grond van artikel 30p Rv mondeling uitspraak gedaan. De uitspraak luidt als volgt.

1..De gronden van de beslissing

1.1.
Vaststaat dat tussen Flex Properties (verhuurster) en [gedaagde] (huurster) een huurovereenkomst voor de woning aan de [adres] (hierna: de woning) bestaat. De huur voor deze woning is € 717,25 per maand.
1.2.
[gedaagde] heeft het bestaan en de hoogte van de gevorderde huurachterstand, zoals in de recente specificatie van de huurachterstand, van € 2.869,00 berekend tot en met juni 2022 erkend, zodat dit bedrag wordt toegewezen.
1.3.
De rente ter hoogte van € 12,21 berekend tot 7 februari 2022 wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van Flex Properties volgt dat deze moeten worden betaald en [gedaagde] deze stellingen niet heeft betwist. De rente vanaf 7 februari 2022 wordt toegewezen zoals onder de beslissing staat vermeld.
1.4.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 390,54 wordt toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen.
1.5.
Ten aanzien van de vorderingen tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt als volgt overwogen. Ingevolge artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Uit overweging 1.2 volgt dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van haar betalingsverplichtingen jegens Flex Properties. Gelet op de hoogte van deze huurachterstand is in ieder geval geen sprake van een tekortkoming van geringe betekenis. Daarnaast is gesteld noch gebleken dat de tekortkoming van bijzondere aard is en heeft Flex Properties desgevraagd verklaard te hebben voldaan aan artikel 2 Besluit Gemeentelijk hulphulpverlening. De door [gedaagde] aangevoerde financiële en persoonlijke omstandigheden, hoe vervelend ook, komen voor haar rekening en risico en doen niet af aan de belangen van Flex Properties bij een huurster die (tijdig) aan haar betalingsverplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst voldoet. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning wordt in beginsel dan ook gerechtvaardigd geacht.
1.6.
De kantonrechter begrijpt echter dat Flex Properties ermee instemt dat de gevorderde ontbinding en ontruiming voorwaardelijk worden toegewezen onder de voorwaarde dat de lopende huren strikt betaald worden en daarnaast de huurachterstand en de kosten van de procedure worden betaald met twee gelijke betalingen. De eerste betaling dient uiterlijk op 15 juli 2022 te zijn betaald en de tweede betaling dient uiterlijk op 15 augustus 2022 plaats te vinden. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en een veroordeling tot ontruiming van de woning worden daarom slechts toegewezen, indien [gedaagde] niet aan voornoemde betalingsverplichtingen voldoet.
1.7.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Flex Properties tot vandaag vast op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 487,00 aan griffierecht en € 374,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 187,00 tarief). Dit is totaal € 990,74. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.
1.8.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

2..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Flex Properties te betalen € 3.271,75 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het saldo dat vanaf 7 februari 2022 aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens, na elke debet- en creditmutatie, heeft uitgestaan;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Flex Properties tot vandaag vastgesteld op € 990,74 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van volledige betaling;
stelt vast dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een betalingsregeling, in die zin dat [gedaagde] het totaal aan Flex Properties te betalen bedrag, inclusief rente en kosten als voormeld, naast de lopende huur, aan Flex Properties voldoet in twee gelijke termijnen waarbij de eerste termijn moet zijn betaald uiterlijk op 15 juli 2022 en de tweede termijn uiterlijk op 15 augustus 2022;
stelt vast dat Flex Properties niet tot tenuitvoerlegging van dit vonnis zal overgaan zolang [gedaagde] voor stipte betaling van de hiervoor bedoelde betalingen zorgdraagt, naast de lopende huur vanaf heden;
en bovendien, maar alléén voor het geval [gedaagde] deze betalingsverplichtingen niet behoorlijk nakomt:
bepaalt dat het ingevolge dit vonnis nog verschuldigde bedrag geheel ineens opeisbaar is;
ontbindt de bovengenoemde huurovereenkomst tussen partijen met ingang van de dag nadat [gedaagde] ten aanzien van de nakoming van de vorenbedoelde betalingsverplichtingen in verzuim is en veroordeelt [gedaagde] om de woning te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege [gedaagde] daar bevinden en de woning onder overgave van de sleutels ter beschikking van Flex Properties te stellen;
veroordeelt [gedaagde] om aan Flex Properties met ingang van de maand juli 2022 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt te betalen de huurbedragen waarop Flex Properties bij wederzijdse nakoming van de huurovereenkomst aanspraak gemaakt zou kunnen hebben;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44485