2.19.Bij e-mail van 9 december 2021 heeft de gemachtigde van [verzoekster] in antwoord op voornoemde e-mail het volgende – voor zover van belang – aan de gemachtigde van [verweerder] bericht:
“Vooropgesteld blijft cliënte er bij dat een oplossing in deze kwestie bij voorkeur moet worden gevonden in een onderling overleg al dan niet middels mediation of met bijstand
van ons als adviseurs op juridisch vlak in een fysieke bespreking.
(…)
Echter heeft uw cliënt natuurlijk het volste recht om tot in detail te vernemen waarom cliënte geen kans meer ziet in voortzetting van een vruchtbare samenwerking.
De door uw beschreven achterdocht bij uw cliënt dat mediation zou worden 'gebruikt' als "beproefde methode om een ontslaggrond te creëren" zegt overigens meer over uw cliënt dan over het middel van mediation of overleg om geschillen te beslechten. Bij cliënte bestaat in ieder geval nergens enig vooropgesteld doel om met overleg of mediation enkelbewijs' te verzamelen voor enige ontslaggrond. (…)
Van cliënte krijg ik overigens ook een schets van uw cliënt die een dergelijke (ongegronde) achterdocht ook bevestigt. Slechts als voorbeeld wordt genoemd het feit dat uw cliënt een ziekmelding van medewerkers nooit vertrouwde. Zieke medewerkers noemde hij “zwakkelingen" en werden door hem met naam en toenaam benoemd. Zelfs ging hij voor het huis van ziek gemelde medewerkers staan om te controleren of ze wet echt ziek waren.
Aanvankelijk is door de directie van cliënte (te) lange tijd gedacht dat de directieve managementstijl van uw cliënt de juiste aanpak zou zijn en wist uw cliënt hen daarin ook te
overtuigen. Men sprak ook tevredenheid uit richting uw cliënt die op zijn beurt de indruk wekte zijn doelen met deze methodieken sneller en beter te kunnen bereiken. Echter
ontwikkelde zich bij uw cliënt, mogelijk mede doordat hij zich door de directie gesteund voelde, een steeds meer autonome opstelling waarin zijn stijl een steeds meer averechts
effect op de werkvloer bleek te hebben. Ontwikkelingen die pas later helder in beeld kwamen.
Zo werd de houding van uw cliënt jegens anderen steeds meer gevormd door wantrouwen, agressie en disrespect. Zo noemde hij op enig moment de CEO van cliënte, [naam 4] een "Silverback" die geen lang leven meer beschoren zou zijn in de organisatie. Gevolgd door de opmerking dat hijzelf en een collega de macht zouden over nemen. Mede MT leden werden openlijk tot op het bot afgekraakt zonder enige gelegenheid tot wederhoor. Zelfs werd door hem eenzijdig een MT lid verwijderd omdat hij hem een "stoorzender" vond.
Zonder enige zelfreflectie was het bij uw cliënt "my way or the high way". Elke 'nee knikker' in zijn omgeving werd zonder rechtvaardiging weggezet of weggewerkt. Herhaalde malen vertelde uw cliënt dat hij aan niemand verantwoording hoefde af te leggen. Uw cliënt hanteerde in meest extreme vorm een management by conflict. Zelfs hanteerde hij soms een megafoon om vanuit zijn kantoor naar mensen te schreeuwen. Deze ongehoord directieve wijze van leidinggeven heeft bij velen om hem heen een zorgelijke angstcultuur veroorzaakt.
Uw cliënt wenste niet samen te werken met zijn leidinggevende omdat deze niet voldoende niveau zou hebben. Maar ook met menig andere collega ontwikkelde uw cliënt een zeer gespannen relatie waarbij hij collega's regelmatig heeft geschoffeerd. Maar niet alleen collega's moesten het ontgelden. Uw cliënt sprak vaak heel negatief over de organisatie van cliënte. Daarbij wilde hij altijd zelf contact hebben met klanten waardoor hij communicatie via CS negeerde hetgeen tot klachten van klanten heeft geleid. Zelfs ontvingen CS medewerkers zoveel negatieve feedback van klanten omdat uw cliënt niet reageerde dat het die medewerkers uit wanhoop soms tot huilen bracht.
Uw cliënt handelde steeds meer solistisch en nam steeds minder mensen mee in zijn besluitvorming. Hij gaf ongehoorde hoeveelheden geld uit zonder enig draagvlak en maakt
daarover ruzie met diegenen die daar wat van zeiden, nota bene ook de CFO. De voorzitter van de OR werd door uw cliënt zonder enig intern overleg op staande voet ontslagen. Medewerkers werden zonder overleg gepromoveerd maar met hetzelfde gemak weer gedegradeerd als ze in zijn visie niet voldoende presteerden. Introverte collega's werden onder druk gezet terwijl mee lachende collega's door uw cliënt worden gewaardeerd.
Het is slechts een greep van de bijzonder ernstige problematiek omtrent het functioneren van uw cliënt. Niet alleen gaat het daarbij dus om de kwaliteit van functioneren maar vooral ook om de houding en het gedrag waarmee hij zichzelf op enig moment volledig isoleerde met als gevolg dat hij ook niets meer voor elkaar kon krijgen. Zoals gezegd heeft de directie en zijn naaste omgeving lange tijd gedacht dat zijn aanpak juist goed was en wist uw client deze ook intern aan het bestuur adequaat te 'verantwoorden'. Maar toen in beeld kwam wat er werkelijk aan de hand was heeft men uw cliënt hierop aangesproken vanuit een bedoeling om het tij te keren. In de hoop op een heel klein beetje zelfreflectie en wens om toch te verbeteren is door menigeen uitvoerig met hem gesproken. Daar zijn lange sessies aan te pas gekomen. Maar uiteindelijk bleek dat geen enkel resultaat te hebben.
Daarbij is getracht tot het aanpassen van de functie of invulling van samenwerking zodat minder een beroep zou worden gedaan op de noodzaak tot teamwork waartoe uw cliënt totaal niet in staat bleek. Uw cliënt heeft deze kans niet aanvaard en meldde zich ziek. Over ziekte kan, mag en wil cliënte verder niet oordelen. Maar te meer lijkt het verdedigbaar dat oplossing van het geschil tussen partijen ook voor herstel van uw cliënt van belang is.
Bij lezing van deze enkel nog maar korte samenvatting van een pittige voorgeschiedenis vraagt u zich wellicht af waarom cliënte nog in overleg wil treden. Het antwoord is
simpel. Zij is geconfronteerd met een onhoudbare situatie maar zoekt eerst nog een laatste keer het overleg zodat beide partijen hun gedachten, gevoelens, meningen, standpunten ten volle kunnen uitwisselen om daarmee te bezien of met elkaar een oplossing kan worden bereikt. Dat kan alle kanten op gaan, maar om zonder zo'n slot overleg dan maar enkel de rechter de knoop door te laten haken vindt cliënte onbevredigend. Bovendien is cliënte in dit proces onder voorbehoud van alle rechten bereid om kritisch naar haarzelf te kijken en zich af te vragen waarom zij de situatie zo lang heeft laten duren. In dat licht ziet cliënte ook zeker niet enkel een ernstig verwijtbaar handelen van uw cliënt zoals de schets hiervoor zal suggereren. Cliënte zoekt naar een oplossing ook vanuit de ongetwijfeld bestaande onenigheid tussen partijen. Die moet mogelijk zijn gegeven de over en weer vast staande onvrede over de bestaande impasse.
Uw vraag om onderbouwing is met dit bericht naar ik veronderstel meer dan voldoende beantwoord. Overigens is het voor cliënte nog wel meest zorgelijk dat uw cliënt kennelijk
nog helemaal geen idee lijkt te hebben over wat er mis is. Wat niet wordt herkend laat zich ook niet makkelijk verbeteren. Maar goed, overleg is te meer van belang lijkt me. Graag verneem ik spoedig van u of we met onze cliënten snel aan tafel kunnen. Deze situatie is voor niemand, en dus ook voor uw cliënt niet, prettig. Mocht uw cliënt dat niet willen dan is het niet anders en vraag ik de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
(…)”