Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
1..De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties;
- de brief van de rechtbank van 21 oktober 2021 waarbij een mondelinge
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de door partijen ten behoeve van de mondelinge behandeling overgelegde brief van
2..De feiten
Hieronder stuur ik meer informatie over ons bedrijf.
Slopen muren, zoals overeengekomen 12 uur
Slopen schouw, zoals overeengekomen 8 uur
Demonteren begane grondvloer, ca. 50 m2 x 0,6 m.u. 30 uur
Aanbrengen nieuwe vloer, circa 50 m2 x 0,9 M.U. 45 uur
De bouw van een slaapkamer en badkamer op het bestaande platte dak aan de achterzijde van de woning. Uit de vergunningsstukken blijkt het volgende:
3..Het geschil
in conventie
- de hoofdsom van € 47.495,02, vermeerderd met wettelijke rente;
- een bedrag van € 1.249,94 aan buitengerechtelijke incasssokosten;
- een bedrag van € 2.516,80 aan expertisekosten;
- de proceskosten en de nakosten, eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente.
4..De beoordeling in conventie en in reconventie
Ontbinding van de overeenkomst
De kosten van het opdracht worden op de basis van de door de klant aangetekende formulieren gecalculeerd. In het geval van extra- of minder werk kan de prijsindicatie afwijken van de totaal gewerkte uren. De limit van het budget is door de klant zelf bepalend.”, het apart in rekening brengen van de materiaalkosten en het wekelijks afrekenen, zodat de klanten de kosten van de opdracht beter onder controle kunnen houden, wijzen op een regieovereenkomst. Daar staat tegenover dat het Latbouw bekend was dat [eiser] een budget had, het bouwdepot, waarmee de werkzaamheden van Latbouw moesten worden bekostigd. Het was ook vanwege dit budget dat [eiser] Latbouw had verzocht om een gespecificeerde offerte (r.o. 2.2). Op basis van de offerte (1250 manuren tegen een uurtarief van € 19,50 per uur exclusief BTW) kon [eiser] berekenen welke kosten hem te wachten stonden. Ook de materiaalkosten heeft [eiser] vooraf bij Latbouw opgevraagd (r.o. 2.2). [eiser] had daarmee een richtprijs. Daarvoor is niet nodig dat [eiser] wist hoeveel personen er iedere dag zouden komen werken. Dat maakt verschil voor de termijn waarbinnen de werkzaamheden kunnen worden verricht, maar niet voor de totaalkosten. Dat het voor [eiser] vooral belangrijk was om de kosten van zowel de manuren als het materiaal in de gaten en binnen budget te houden volgt uit de e-mailberichten die [eiser] aan Latbouw stuurde (r.o. 2.2 en 2.3). Ter zitting van 11 april 2022 heeft de advocaat van Latbouw ook aangegeven dat Latbouw ermee bekend was dat [eiser] weinig financiële speelruimte had. Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst een richtprijs voor ogen hebben gehad. Latbouw kon redelijkerwijs weten dat het niet de bedoeling van [naam eiser 1] c.s. was een regieovereenkomst te sluiten, omdat daarmee de uiteindelijke kosten van het werk te onzeker zouden zijn.
ende extra wensen van [eiser] waardoor het aantal manuren van 1250 naar 2500 zou gaan. Uit de offerte met rode toevoegingen kon [eiser] afleiden dat het Latbouw niet ging om 1250 uur meer manuren voor alleen het veilig maken van de woning, maar tevens om extra manuren voor het verder uitvoeren van de extra wensen van [eiser]
“De uren komt minimaal twee keer meer door extra werkzaamheden.”Ook in de Whatsappcorrespondentie (r.o. 2.6.) en in de reactie van Latbouw op de sommatiebrief van [eiser] (r.o. 2.9.) gaat het om 1000 extra manuren om de woning veilig te kunnen verbouwen. Los van de vraag of [eiser] de offerte met rode toevoegingen heeft ontvangen en of deze offerte juist is, blijkt uit deze offerte niet dat [eiser] door Latbouw is gewezen op de noodzaak van het verstevigen van de dakconstructie. In de offerte met rode toevoegingen wordt onder het kopje “dakopbouw op bestaande aanbouw” niets gezegd over het verstevigen van de constructie als extra werk. Latbouw heeft nog een drietal verklaringen overgelegd waarin door werknemers van Latbouw wordt verklaard dat er wel met [naam eiser 1] is gesproken over de versteviging van de dakconstructie. Deze verklaringen sluiten niet aan bij de schriftelijke correspondentie en de offerte met rode toevoegingen en zij zeggen ook niets over het aantal uren extra werk dat met deze specifieke werkzaamheden gemoeid zou zijn (volgens Latbouw 100 uren extra werk). De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat aan [eiser] de vraag is voorgelegd of hij kon instemmen met 1250 uur extra werkzaamheden wegens de ‘dramatische conditie van de woning’.
“23-01-20 12:03 - [naam eiser 2]: Can you let me know asap about the concrete? Otherwise we have to skip the plan and stay by the plan of wooden floors. (…) 23-01-20 14:19 - [naam 3]: What did you decide with concrete? Would you like us to order it? (…)23-01-20 15:00 - [naam eiser 2]: I just discussed it. We want to stick to the plan. We want wooden floors, except for the laundrydroom and except the bathroom. There you can order zwaluwplaten and concrete.”Het bericht waarin [naam 3] aan [naam eiser 2] vraagt of ze al besloten heeft of er een betonnen vloer moet komen laat zich niet rijmen met een overeenstemming over het verrichten van werkzaamheden aan de vloer op 20 januari 2020. Van impliciete overeenstemming is ook geen sprake, anders zou er voor [naam 3] geen reden zijn geweest om aan [naam eiser 2] te vragen of zij al besloten heeft of er een betonvloer moet komen of niet. Er is een keuze voorgelegd aan [eiser] en op 23 januari 2020 is door Latbouw gevraagd aan [eiser] of er al een besluit is genomen, daaruit blijkt dat er voorafgaand aan 23 januari 2020 geen aanbod en aanvaarding was ten aanzien van deze werkzaamheden aan de vloer. Zonder opdracht een betonnen vloer te realiseren was er geen noodzaak om de vloerdelen te verwijderen en de balken te verlagen, zo volgt uit het EMN-rapport (r.o. 2.10). Deze werkzaamheden maakten ook geen onderdeel uit van de overeenkomst tussen partijen (r.o. 2.4). Nu er geen opdracht was aan Latbouw om de werkzaamheden aan de vloer te verrichten ontbreekt voor Latbouw de rechtsgrond om deze werkzaamheden en het hiermee gepaard gaande materiaal te factureren aan [eiser] De rechtbank merkt hieromtrent nog op dat [eiser] op de zitting van 11 april 2022 onbetwist heeft gesteld geen voordeel te hebben gehad van deze werkzaamheden.
5..De beslissing
20 juli 2022voor het nemen van een akte door [eiser], waarna Latbouw op de rol van vier weken later een antwoordakte na tussenvonnis kan nemen, een en ander als bedoeld in r.o. 4.33,