In deze zaak heeft de Stichting Centrum voor vrijwillige en professionele maatschappelijke dienstverlening een kort geding aangespannen tegen een gedaagde die niet is verschenen. De Stichting vordert ontruiming van de woonruimte vanwege een huurachterstand van meer dan acht maanden, die inmiddels is opgelopen tot € 4.662,52. De gedaagde heeft niet meegewerkt aan de maatschappelijke begeleiding die de Stichting biedt op basis van een WMO-arrangement, wat heeft geleid tot de beëindiging van deze begeleiding en de huurovereenkomst. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 juni 2022, en de kantonrechter heeft verstek verleend aan de gedaagde, die correct was opgeroepen maar niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Stichting een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien de woonruimte niet door een andere cliënt kan worden gebruikt. De vordering tot ontruiming is toegewezen, met een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 753,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.