In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen EmSaLo Beheer B.V. (hierna: EmSaLo) en HVM Logistics B.V. (hierna: HVM) over huurachterstand van een bedrijfsruimte. HVM huurt sinds 1 november 2020 kantoorruimte van EmSaLo, met een maandelijkse huurprijs van € 2.440,59. EmSaLo heeft HVM aangeklaagd wegens een huurachterstand van € 21.502,91, die is ontstaan over de periode van mei 2021 tot en met januari 2022. EmSaLo vorderde onder andere ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, betaling van de huurachterstand, contractuele boetes en schadevergoeding.
Tijdens de procedure heeft de kantonrechter vastgesteld dat HVM in gebreke is gebleven met de huurbetalingen en dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van EmSaLo tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde toewijsbaar is, en heeft HVM veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de contractuele boete en de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van EmSaLo toegewezen.
De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op 14 dagen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis benadrukt de verplichtingen van huurders om tijdig aan hun betalingsverplichtingen te voldoen en de gevolgen van wanbetaling, waaronder ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.