In deze zaak, die op 1 juli 2022 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben ouders en broers een kort geding aangespannen tegen hun dochter en haar echtgenoot. De vorderingen zijn voortgekomen uit geschillen over een bedrijfsovername en de gevolgen daarvan voor de erfrechtelijke positie van de dochter. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Verhoeven, vorderden onder andere dat de gedaagden zich zouden onthouden van het verwerken van persoonsgegevens van de eisers en dat zij contact met derden zouden vermijden. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. Ray, hebben verweer gevoerd en de vorderingen afgewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen familie van elkaar zijn en dat er een complexe relatie bestaat door de bedrijfsovername van het familiebedrijf. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers gedeeltelijk toegewezen, met name de vordering om de gedaagden te verbieden persoonsgegevens van de eisers te verwerken. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden in strijd met een eerder vonnis persoonsgegevens van de eisers hadden verwerkt. De vordering tot contactverbod en de vordering tot geheimhouding van de mediationovereenkomst zijn afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.