ECLI:NL:RBROT:2022:5622

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juni 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
C/10/638826 / JE RK 22-1229
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een kind in verband met onveilige thuissituatie en huiselijk geweld

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een bijna vier maanden oude baby, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat [naam kind] in een onveilige en instabiele thuissituatie opgroeit. De ouders van [naam kind] hebben te maken gehad met structureel verbaal en fysiek huiselijk geweld, wat heeft geleid tot een onveilige opvoedsituatie. De moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent, woont momenteel bij haar moeder, maar er zijn zorgen over haar vermogen om zelfstandig voor [naam kind] te zorgen.

Tijdens de zitting zijn de standpunten van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) gehoord. De Raad benadrukte de noodzaak van hulpverlening in een gedwongen kader, terwijl de GI zich aansloot bij het verzoek van de Raad. De moeder heeft tot nu toe goed meegewerkt met de hulpverlening, maar er zijn twijfels over haar weerbaarheid tegenover de vader van [naam kind]. De vader heeft een ambivalente houding en er is weinig bekend over zijn betrokkenheid en pedagogische vaardigheden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er een risico bestaat dat de situatie weer onveilig wordt. Daarom heeft de kinderrechter besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de GI voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 9 juni 2022. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/638826 / JE RK 22-1229
datum uitspraak: 9 juni 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2022 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 25 mei 2022, ingekomen bij de griffie op 25 mei 2022.
Op 9 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een tweetal vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 2] en [naam 3].
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de vader, [naam 4], als informant,

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek. [naam kind] is een bijna vier maanden oude baby die in zijn korte leven al veel onstabiliteit heeft meegemaakt. Hij is kwetsbaar geboren met een laag geboortegewicht. [naam kind] is getuige geweest van verbaal en fysiek huiselijk geweld tussen de ouders en hij is met zijn moeder verhuisd naar zijn oma moederszijde. Het is ouders niet gelukt om binnen het vrijwillig kader de zorgen te verminderen en te profiteren van de hulpverlening. De ouders dienen zich aan de gestelde doelen te houden, zodat [naam kind] op kan groeien in een veilige en stabiele opvoedsituatie. Het is daarbij belangrijk dat er hulpverlening in het gedwongen kader komt en dat ouders worden begeleid en waar nodig ingegrepen.

Het standpunt van de GI

De GI sluit zich aan bij het verzoek van de Raad. De moeder komt de hulpverlening goed na omdat zij bang is voor een uithuisplaatsing van [naam kind]. De moeder verblijft momenteel samen met [naam kind] bij oma moederszijde. Zij is op zoek naar een nieuwe woning in Rotterdam, middels woningruil. Er zijn zorgen of de moeder zonder de ondersteuning van oma moederszijde [naam kind] de structuur en de zorg kan blijven bieden die hij nodig heeft. De moeder heeft niet eerder alleen voor [naam kind] gezorgd. De GI vindt het daarom van belang zicht te houden op de opvoedsituatie bij de moeder als zij alleen gaat wonen. De moeder is onvoldoende weerbaar tegenover vader. Zij heeft nog regelmatig contact met de vader. De vader bagatelliseert de zorgen die er zijn. Het is onduidelijk hoe de vader zijn vaderrol in het leven van [naam kind] wil vormgeven. Hij heeft eerder aangegeven geen betrokkenheid meer te willen. Er is nog weinig bekend over de pedagogische vaardigheden en het persoonlijk functioneren van de vader. Hier dient meer zicht op te komen alvorens er onbegeleide omgang met [naam kind] kan plaatsvinden.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Hij groeit al sinds zijn geboorte op in een instabiele thuissituatie waar sprake is (geweest) van structureel verbaal en fysiek huiselijk geweld tussen de ouders. [naam kind] heeft daardoor al veel onveiligheid en onstabiliteit in zijn opvoedsituatie gekend. Momenteel is er rust in de situatie van [naam kind], omdat hij samen met moeder bij oma moederszijde woont, maar zijn opvoedsituatie is nog verre van stabiel. De moeder wil weer op zichzelf gaan wonen en de bezoekmomenten met de vader moeten nog opgestart worden. Er zijn nog zorgen over de draagkracht van de moeder. De moeder heeft veel ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt in haar leven. Zij heeft eerder last gehad van somberheid en angstklachten. Daarnaast zijn er zorgen over de relatie van de ouders. De ouders geven aan geen toekomst met elkaar te zien, maar in hun uitspraken en gedrag wordt er ook ambivalentie gezien. De weerbaarheid van de moeder tegenover vader wordt als een risicofactor gezien. Beide ouders hebben een belast verleden. Het is van belang dat er zicht blijft, zeker voor het geval dat ouders het weer met elkaar gaan proberen. De kinderechter acht de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk, zodat de noodzakelijk geachte hulpverlening wordt gewaarborgd en kan worden ingegrepen wanneer dit in het belang van [naam kind] nodig is.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 9 juni 2022 tot 9 juni 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2022 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.