Uitspraak
rRechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 194 dagen
- oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid van de verdachte voor de duur van vijf jaren, inhoudende een contactverbod met de aangeefster en een locatieverbod met elektronische monitoring voor een straal van vijf kilometer rondom de [straatnaam 1] te Rotterdam, met vervangende hechtenis van twee weken per overtreding, met een maximum van zes maanden hechtenis;
- de dadelijke uitvoerbaarheid van voornoemde bijzondere voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht en van de hiervoor genoemde maatregel.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1..belagingen
2..bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
gedeelte, groot 3 (drie) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaar;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
vervangende hechteniswordt toegepast voor de duur van
14 (veertien) dagen, met een totale duur van ten hoogste 6 (zes) maanden;
€ 2.500,- (zegge: vijfentwintighonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 november 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 2.500,-(hoofdsom,
zegge: vijfentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.