ECLI:NL:RBROT:2022:5642

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 juli 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
10/060583-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf en ontzetting van rechten van honkbalcoach voor ontucht met minderjarige en kinderporno

Op 6 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een honkbalcoach, die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige en het bezit van kinderporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, een 32-jarige man, gedurende een periode van ruim negen maanden seksuele handelingen heeft gepleegd met een 14-jarig meisje, dat hij als pupil onder zijn hoede had. De verdachte gaf de aangeefster honkbalclinics en de relatie tussen hen ontwikkelde zich van knuffelen naar seksuele handelingen, die plaatsvonden in de auto van de verdachte. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd voor verkrachting, maar de rechtbank sprak hem vrij van deze aanklacht, omdat er geen bewijs was voor dwang of bedreiging. De rechtbank concludeerde dat de seksuele handelingen met wederzijdse instemming plaatsvonden, ondanks het leeftijdsverschil en de machtsrelatie. De verdachte werd echter wel schuldig bevonden aan ontuchtige handelingen en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met een contactverbod en een locatieverbod voor de honkbalclub waar de verdachte en het slachtoffer elkaar hadden ontmoet. Daarnaast werd de verdachte voor vijf jaar ontzet van het recht om als trainer of coach van minderjarigen in de sportsector te werken. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de positie van de verdachte en de impact op het slachtoffer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/060583-22
Datum uitspraak: 6 juli 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte],
preventief gedetineerd in de P.I. Rotterdam, locatie Hoogvliet,
raadsman mr. K.H.T. van Gijssel, advocaat te Diemen.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 juni 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M. van Heemst heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest;
  • oplegging van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende een contactverbod met de aangeefster en een locatieverbod voor de [naam honkbalclub] te Rotterdam voor de duur van drie jaren, met vervangende hechtenis van twee weken per overtreding, met een maximum van zes maanden hechtenis;
  • ontzetting van de verdachte van zijn recht om het beroep trainer, coach of begeleider van minderjarigen in de sportsector uit te oefenen voor de duur van vijf jaren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 1 primair (verkrachting)
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen voor verkrachting. Daartoe heeft zij aangevoerd dat er sprake zou zijn geweest van dwang door andere feitelijkheden. De feitelijkheden zijn zo bedreigend geweest voor de aangeefster dat zij daardoor gedwongen werd seks met de verdachte te hebben, daaraan geen weerstand kon bieden en zich daar niet aan kon onttrekken.
4.1.2.
Beoordeling
Op basis van de inhoud van de bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden gaat de rechtbank uit van de volgende vaststaande feiten.
De verdachte en de aangeefster hebben elkaar leren kennen op de [naam honkbalclub] in Rotterdam, waar de toentertijd 32-jarige verdachte de 14-jarige aangeefster honkbalclinics gaf. Zowel de verdachte als de aangeefster hebben verklaard dat er vanaf mei 2021 tussen hen sprake was van intimiteiten. Het startte met knuffelen in de kleedkamer en het ging steeds verder. De verdachte en de aangeefster hebben in de periode van augustus 2021 tot en met 21 februari 2022 meerdere malen seks met elkaar gehad, met name in de auto van de verdachte in de parkeergarage bij het Zuidplein.
Voor een veroordeling ter zake van artikel 242 Wetboek van Strafrecht (Sr) is vereist dat het slachtoffer tot het ondergaan van de in die bepaling genoemde handelingen is gedwongen door (bedreiging met) geweld of door een andere feitelijkheid. Het bestaan van dwang door een dergelijke feitelijkheid kan, tegen de achtergrond van doel en strekking van het artikel 242 Sr, niet enkel worden afgeleid uit een bestaande afhankelijkheidsrelatie en het daarmee verband houdende overwicht. Voor een veroordeling ter zake van artikel 242 Sr is vereist dat komt vast te staan dat het slachtoffer binnen die afhankelijkheidsrelatie door bepaalde gedragingen van de verdachte waardoor een bedreigende sfeer is ontstaan is gedwongen de seksuele handelingen te ondergaan.
De verdachte heeft stellig ontkend dat er sprake zou zijn geweest van enige vorm van dwang. Hij heeft verklaard dat de aangeefster en hij samen een leuke tijd hadden en dat de seksuele handelingen met wederzijdse instemming hebben plaatsgevonden. De aangeefster heeft verklaard dat ze geen ‘nee’ durfde te zeggen tegen de verdachte, haar trainer tegen wie ze opkeek, en dat de seksuele handelingen tegen haar wil hebben plaatsgevonden.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier niet blijkt dat door enigerlei gedraging van de verdachte een zodanige bedreigende sfeer is ontstaan dat de aangeefster gedwongen werd tot het ondergaan van seksuele handelingen. Redengevend daarvoor is het volgende.
Weliswaar was de verdachte veel ouder dan de aangeefster en gaf hij haar regelmatig privéles, maar het initiatief tot de ontmoetingen buiten die privélessen om kwam niet alleen van de verdachte. Uit de WhatsAppgesprekken aangetroffen op de telefoon van de verdachte blijkt namelijk dat ook de aangeefster meerdere malen een WhatsAppgesprek start en het initiatief neemt om de verdachte te ontmoeten “om te knuffelen”. Ook weegt de rechtbank in dit oordeel mee dat na de zomer van 2021, toen de verdachte geen privélessen meer gaf aan de aangeefster omdat zij niet meer honkbalde maar besloten had te gaan softballen, de ontmoetingen toch door gingen. De verdachte haalde de aangeefster tijdens haar tussenuren op van school om seks te hebben in de parkeergarage bij het Zuidplein. De aangeefster heeft over deze ontmoetingen verklaard dat dit gemakkelijker voor haar was omdat ze dan zo weer terug was op school. Omdat haar vriendinnen ook op het Zuidplein waren, had zij een alibi.
Op grond van het vorenstaande oordeelt de rechtbank dat er geen sprake was van dwang in de zin van artikel 242 Sr.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 1 primair ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Gelet op voormelde vrijspraak zal de rechtbank het verzoek van de verdediging om voeging in het dossier van de gehele WhatsAppgeschiedenis tussen de verdachte en de aangeefster afwijzen omdat de verdediging daar geen belang meer bij heeft.Bewijswaardering feit 1 subsidiair
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen het onder 1 subsidiair ten laste gelegde.
4.2.2.
Beoordeling
Het onder 1 subsidiair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. De rechtbank acht dit feit derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Blijkens het in de dagvaarding onder subsidiair vermelde wetsartikel (245 Sr) heeft de officier van justitie bedoeld de tenlastelegging op dat artikel toe te snijden. In de tekst van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde ontbreekt echter het (gelet op de huidige tekst van artikel 1:31 van het Burgerlijk Wetboek betekenisloze) bestanddeel ‘buiten echt’, terwijl bij de handelingen ten onrechte niet is vermeld dat zij ‘ontuchtig’ waren. In het onder 1 meest subsidiair ten laste gelegde zijn de woorden ‘buiten echt’ echter wel opgenomen, iets dat ook geldt voor het woord ‘ontuchtige’, dat in het meer en meest subsidiair ten laste gelegde wel is opgenomen. De rechtbank leidt daaruit af dat het ontbreken van de beide bestanddelen als een kennelijke misslag moet worden beschouwd. De rechtbank zal de tenlastelegging verbeterd lezen door invoeging van de woorden ‘buiten echt’ en ‘ontuchtige’. De verdachte is door deze verbetering niet in zijn belang geschaad; blijkens het verhandelde ter terechtzitting heeft er bij hem geen twijfel bestaan omtrent hetgeen hem in dit opzicht verweten wordt.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 1 subsidiair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend en de verdediging heeft op dit feit geen verweer gevoerd. Dit feit zal dus zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, omdat de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. subsidiair:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 mei 2021 tot en met
1 oktober 2021te Rotterdam,
met zijn pupil, [naam slachtoffer], die toen de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, ontuchtigehandelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], namelijk het, meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en op de mond en
- betasten van en wrijven met zijn handen over de (met kleding bedekte) borsten en
- brengen en vervolgens houden en bewegen en duwen van zijn vingers in de vagina, en
- brengen en vervolgens houden en bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en
- laten aftrekken
vanzijn penis en leggen van haar hand op zijn penis en vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en
- brengen en duwen en vervolgens houden van zijn penis in de mond;
en
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1
oktober 2021tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, met [naam slachtoffer], die toen de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, ontuchtigehandelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], namelijk het, meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en op de mond en
- betasten van en wrijven met zijn handen over de (met kleding bedekte) borsten en
- brengen en vervolgens houden en bewegen en duwen van zijn vingers in de vagina, en
- brengen en vervolgens houden en bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en
- laten aftrekken
vanzijn penis en leggen van haar hand op zijn penis en vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en
- brengen en duwen en vervolgens houden van zijn penis in de mond;
2
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam,
afbeeldingen, te weten foto’s en films eneen gegevensdrager, te weten een telefoon, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn pupil, meermalen gepleegd
en
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
2.
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardingen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straffen en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft gedurende een periode van ruim negen maanden seks gehad met het minderjarige slachtoffer en filmpjes gemaakt terwijl zij seks hadden. De verdachte gaf in een gedeelte van die periode als professionele honkballer privéles aan het slachtoffer. Het begon met fysieke aanrakingen in de kleedkamer, waarna gaandeweg een intieme relatie ontstond tussen de toentertijd 32-jarige verdachte en het 14-jarige slachtoffer. Hoewel zowel het slachtoffer als de verdachte werden meegezogen in deze relatie, had bij uitstek de verdachte zich kunnen en moeten realiseren dat wat er gebeurde ontoelaatbaar en strafbaar was. De verdachte heeft zich daarbij kennelijk alleen laten leiden door zijn eigen verlangens en behoeften, en niet de (professionele) afstand tot het minderjarige slachtoffer bewaard die van hem kon en mocht worden verwacht. Hij heeft met zijn handelen het in hem door het slachtoffer, haar ouders en de honkbalvereniging gestelde vertrouwen ernstig geschaad. Ook heeft de verdachte met zijn handelen, mede gelet op het uit het leeftijdsverschil voortvloeiende overwicht, een onaanvaardbare inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer. Minderjarigen beneden de 16 jaar zijn juist vanwege hun leeftijd niet in staat de juistheid en de gevolgen van hun seksueel handelen te overzien. De verdachte heeft het slachtoffer de kans ontnomen om een bij haar leeftijd passende seksuele ervaring en ontwikkeling door te maken omdat de verdachte veel ouder was en meer seksuele ervaring had dan het slachtoffer. Dit kan schadelijk zijn voor de seksuele ontwikkeling van het slachtoffer. Dergelijke feiten leiden bovendien tot grote verontwaardiging en onrust in de maatschappij.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 20 mei 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Pro Justitia rapport d.d. 17 juni 2022
Psycholoog dr. R.A.R. Bullens heeft een rapport over de verdachte opgemaakt. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er kan worden gesteld dat er geen sprake is van hyperseksualiteit bij de verdachte. De verdachte laat een open en coöperatieve houding zien. Hij erkent zijn fouten en probeert de situatie niet te bagatelliseren.
Er is bij de verdachte geen sprake van een ziekelijke stoornis, noch van een gebrekkige ontwikkeling. De psycholoog adviseert om de verdachte de hem ten laste gelegde feiten (indien bewezen) in een volledige mate toe te rekenen. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Er wordt geen behandeling geadviseerd ten aanzien van de verdachte omdat geen sprake is van een behandelnoodzaak.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank legt een lagere gevangenisstraf op dan door de officier van justitie is geëist omdat de verdachte wordt vrijgesproken van de tenlastegelegde verkrachting. Anders dan de officier van justitie blijkens haar toelichting bij het onderzoek ter terechtzitting kent de rechtbank daarbij betekenis toe aan het belangrijke verschil in maximumstraf tussen de artikelen 242 (12 jaar gevangenisstraf), waarvan verdachte wordt vrijgesproken, en 245 Sr (8 jaar gevangenisstraf), waarvoor verdachte veroordeeld wordt. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de proceshouding van de verdachte. Tijdens het onderzoek door de psycholoog en op de terechtzitting heeft de verdachte de hem verweten feiten erkend en in elk geval enigermate laten zien dat hij het kwalijke van zijn handelen inziet.
Naast de op te leggen gevangenisstraf wordt ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van drie jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met de aangeefster en een locatieverbod voor de [naam honkbalclub] te Rotterdam.
De rechtbank volgt de officier van justitie eveneens in haar eis dat het aangewezen is om de verdachte in de nabije toekomst als trainer, coach of begeleider van minderjarigen in de sportsector te weren. De verdachte heeft in de uitoefening van zijn beroep een ernstig delict gepleegd en daarbij een onaanvaardbare inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het minderjarige slachtoffer. De rechtbank zal de verdachte voor de duur van vijf jaren ontzetten van het recht tot uitoefening van het beroep van trainer, coach of begeleider van minderjarigen in de sportsector.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregelen passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering aan de orde is.

8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde], ter zake van de ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 115,20 aan materiële schade en een vergoeding van € 10.000,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering af te wijzen dan wel niet ontvankelijk te verklaren dan wel te matigen. Daartoe is aangevoerd dat de vordering is gebaseerd op het seksueel binnendringen met dwang (verkrachting) en dat de vordering onvoldoende is onderbouwd.
8.2.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Deze materiële schade, te weten de gemaakte reiskosten, zijn voldoende onderbouwd in de vordering. Het materiële gedeelte van de vordering zal derhalve worden toegewezen.
De rechtbank stelt vast dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. De aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten brengt met zich mee dat de nadelige gevolgen voor de benadeelde partij zozeer voor de hand liggen, dat van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ sprake is. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven heeft in zijn letsellijst verschillende letselcategorieën vastgesteld. Letselcategorie 4 omvat zedenmisdrijven met seksueel binnendringen dat voor een langere periode, dan wel stelselmatig, is gebeurd. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen het wel of niet toepassen van dwang. De rechtbank stelt vast dat het bewezenverklaarde in letselcategorie 4 valt en dat daarom de schade naar maatstaven van billijkheid wordt vastgesteld op € 10.000,-, zodat het immateriële gedeelte van de vordering geheel zal worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.3.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 10.115,20 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden . geacht.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 28, 31, 36f, 38v, 38w, 57, 240b, 245 en 251 van het Wetboek van Strafrecht.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 3 (drie) jaren, inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
1. zich te onthouden van direct of indirect contact met [naam benadeelde], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2006 te [geboorteplaats slachtoffer], gedurende drie jaren na heden;
2. zich niet op te houden op de [naam honkbalclub], [adres], gedurende drie jaren na heden;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast; bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 14 dagen, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
ontzet de verdachte van zijn rechttot het uitoefenen van het beroep van trainer, coach of begeleider van minderjarigen in de sportsector
voor de duur van 5 (vijf) jaren;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 10.115,20 (zegge: tienduizend honderdvijftien euro en twintig eurocent), bestaande uit € 115,20 aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 februari 2022tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€ 10.115,20(hoofdsom,
zegge: tienduizend honderdvijftien euro en twintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 10.115,20 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
85 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en A. Kortrijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) zijn pupil, althans een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [naam slachtoffer], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en/of op/in de mond en/of
- betasten van en/of wrijven met zijn hand(en) over de (met kleding bedekte) borsten en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen en/of duwen van zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- laten aftrekken zijn penis en/of leggen van haar hand op zijn penis en/of vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en/of
- brengen en/of duwen en/of vervolgens houden van zijn penis in de mond,
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- psychisch overwicht dat hij, verdachte, als zijnde de trainer van die [naam slachtoffer], op die [naam slachtoffer] had en/of
- aanwenden van zijn aanzien en gezag jegens die [naam slachtoffer], waardoor hij haar zijn wil heeft opgedrongen en/of haar aan zijn wil heeft onderworpen en/of de wil van haar heeft gemanipuleerd en/of
- minder of niet laten betalen door die [naam slachtoffer] voor zijn werkzaamheden als trainer en/of
- zeggen tegen die [naam slachtoffer] dat zij al zo weinig speelde, wanneer zij aangaf geen seks te willen en/of
- op slot doen van de deur van de ruimte, waarin hij zich met die [naam slachtoffer] bevond en/of
- niet stoppen met genoemde handelingen ondanks het mondeling verzet/verweer daartoe van die [naam slachtoffer] en/of
- feit dat er sprake was van een afhankelijkheids- en/of machtsrelatie en/of
- feit dat er sprake was van een lichamelijk en/of een geestelijk en/of een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op die [naam slachtoffer] en/of aldus voor die [naam slachtoffer] een bedreigende/intimiderende situatie heeft doen ontstaan;
subsidiair:
hij op meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
met zijn pupil, althans een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [naam slachtoffer], die toen de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], namelijk het, meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en/of op/in de mond en/of
- betasten van en/of wrijven met zijn hand(en) over de (met kleding bedekte) borsten en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen en/of duwen van zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- laten aftrekken zijn penis en/of leggen van haar hand op zijn penis en/of vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en/of
- brengen en/of duwen en/of vervolgens houden van zijn penis in de mond;
meer subsidiair:
hij op meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) zijn pupil, althans een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [naam slachtoffer], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en/of op/in de mond en/of
- betasten van en/of wrijven met zijn hand(en) over de (met kleding bedekte) borsten en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen en/of duwen van zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- laten aftrekken zijn penis en/of leggen van haar hand op zijn penis en/of vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en/of
- brengen en/of duwen en/of vervolgens houden van zijn penis in de mond, het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld
en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- psychisch overwicht dat hij, verdachte, als zijnde de trainer van die [naam slachtoffer], op die [naam slachtoffer] had en/of
- aanwenden van zijn aanzien en gezag jegens die [naam slachtoffer], waardoor hij haar zijn wil heeft opgedrongen en/of haar aan zijn wil heeft onderworpen en/of de wil van haar heeft gemanipuleerd en/of
- minder of niet laten betalen door die [naam slachtoffer] voor zijn werkzaamheden als trainer en/of
- zeggen tegen die [naam slachtoffer] dat zij al zo weinig speelde, wanneer zij aangaf geen seks te willen en/of
- op slot doen van de deur van de ruimte, waarin hij zich met die [naam slachtoffer] bevond en/of
- niet stoppen met genoemde handelingen ondanks het mondeling verzet/verweer daartoe van die [naam slachtoffer] en/of
- feit dat er sprake was van een afhankelijkheids- en/of machtsrelatie en/of
- feit dat er sprake was van een lichamelijk en/of een geestelijk en/of een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht op die [naam slachtoffer] en/of aldus voor die [naam slachtoffer] een bedreigende/intimiderende situatie heeft doen ontstaan;
meest subsidiair:
hij op meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
met zijn pupil, althans een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, [naam slachtoffer], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft
gepleegd, te weten meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en/of op/in de mond en/of
- betasten van en/of wrijven met zijn hand(en) over de (met kleding bedekte) borsten en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen en/of duwen van zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- laten aftrekken zijn penis en/of leggen van haar hand op zijn penis en/of vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en/of
- brengen en/of duwen en/of vervolgens houden van zijn penis in de mond;
en/of
hij op meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
met zijn minderjarige pupil [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 2006, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, te weten meermalen:
- kussen/zoenen in de nek en/of op/in de mond en/of
- betasten van en/of wrijven met zijn hand(en) over de (met kleding bedekte) borsten en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen en/of duwen van zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- brengen en/of vervolgens houden en/of bewegen van zijn penis in de vagina, althans tussen de schaamlippen en/of
- laten aftrekken zijn penis en/of leggen van haar hand op zijn penis en/of vervolgens (laten) bewegen van haar hand om zijn penis en/of
- brengen en/of duwen en/of vervolgens houden van zijn penis in de mond;
2
hij op meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2021 tot en met 28 februari 2022 te Rotterdam, in elk geval in Nederland,
een of meerdere afbeelding(en), te weten (een) foto(’s) en/of (een) film(s) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een of meerdere telefoons, bevattende (een) afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.