Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1],
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 november 2021 alsmede de akte houdende overlegging producties, met bijlagen;
- de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagden];
- het antwoord met daarin tevens een eis in reconventie;
- het vonnis van 7 februari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 19 mei 2022 van de zijde van [eiseres].
2..De feiten
€ 649,74
€ 25,26
€ 125,00
€ 800,00
achthonderd euro 0/100 euro cent”
De huursom is exclusief het gebruik van nutsvoorzieningen. Voor de meubilering en stoffering betaalt huurder een vergoeding van € 125,- per maand. De servicekosten ad € 25,- per maand zijn ten behoeve van o.a. elektra algemene ruimten, schoonmaakkosten algemene ruimte en onderhoud, service op alle elektrische apparatuur conform inventarislijst en administratiekosten. Hiervoor genoemde bedragen zijn vast overeengekomen en niet op basis van nacalculatie. Deze kosten worden jaarlijks en op dezelfde wijze gelijktijdig geïndexeerd met de kale huursom. De huurder verklaart dat de specificatie Roerende Goederen en “het gehuurde en de bijkomende kosten levering en diensten”, in alle redelijkheid en billijkheid staan in verhouding tot de overeengekomen prijzen.”
3..Het geschil in conventie en in reconventie
- de servicekosten voor de jaren 2018, 2019 en 2020 vast te stellen op € 25,26 per maand;
- de kosten voor het gestoffeerd en gemeubileerd verhuren voor de jaren 2018, 2019 en 2020 vast te stellen op € 125,- per maand;
- te bepalen dat [gedaagden] voornoemde bedragen binnen 5 dagen na de datum van dit vonnis aan [eiseres] moeten betalen, bij gebreke waarvan zij wettelijke rente en nakosten verschuldigd zullen zijn;
- [gedaagden] te veroordelen in de proceskosten met rente en nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- te bepalen dat de door de Huurcommissie bepaalde servicekosten voor 2018 en 2019 gegrond zijn;
- [eiseres] te veroordelen tot terugbetaling van € 3.582,24 aan teveel betaalde kosten.
4..De beoordeling in conventie en in reconventie
5..De beslissing
donderdag 11 augustus 2022 om 15:30 uurvoor het nemen van een akte door [gedaagden] als bedoeld in rechtsoverweging 4.9.;