Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 26 januari 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de nadere bijlagen van George Vastgoed.
2..De feiten
3..Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 14.086,23 met rente over een bedrag van € 12.991,29 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
afgerekend”. Bij [gedaagde] is een gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat George Vastgoed geen aanspraak meer zou maken op de huur over deze periode.
ik zal nogmaals onze TM op de hoogte brengen van deze situatie en het feit dat er nog steeds niemand contact met u heeft opgenomen” en “
Schroom vooral niet om contact met mij op te nemen indien de werkzaamheden wederom niet worden opgepakt”. Gelet op die bewoordingen moest [gedaagde] er rekening mee houden dat de procedure werd geannuleerd omdat hij de huur terecht had opgeschort. Opschorting leidt echter niet tot het vervallen van een betalingsverplichting. Bij [gedaagde] is wellicht de indruk gewekt dat hij op basis van het woord
“afgerekend”niet meer hoefde te betalen, maar tegelijkertijd staat in de brief van de deurwaarder ook vermeld “
Let op! Dit dossier is waarschijnlijk niet voldaan”. [gedaagde] heeft te weinig aangevoerd om een beroep op rechtsverwerking te rechtvaardigen. Zijn verweer wordt daarom verworpen.