Op 7 juni 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaken van de minderjarige [naam kind], geboren in 2014, die momenteel in een pleeggezin verblijft. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 20 december 2022. Dit besluit volgt op een verzoek van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) om de uithuisplaatsing te verlengen en een omgangsregeling vast te stellen. De ouders van [naam kind] zijn betrokken bij de procedure, waarbij de vader en de moeder door hun advocaten zijn bijgestaan. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sinds de voorlopige contactregeling positieve ontwikkelingen zijn geweest in de omgang tussen [naam kind] en zijn ouders. De ouders hebben hun houding ten opzichte van de noodzakelijke onderzoeken en therapieën voor [naam kind] veranderd, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind.
De kinderrechter heeft ook de contactregeling definitief vastgesteld, waarbij onder andere videobellen en begeleide bezoekmomenten zijn opgenomen. De kinderrechter benadrukt het belang van een gelijke behandeling van beide ouders in het perspectiefonderzoek, aangezien de moeder momenteel als de ouder met de meeste kans op een thuisplaatsing wordt gezien. De kinderrechter heeft besloten dat beide ouders aangemeld moeten worden voor een perspectiefonderzoek, om te waarborgen dat het belang van [naam kind] voorop staat. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.