ECLI:NL:RBROT:2022:5894

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juni 2022
Publicatiedatum
18 juli 2022
Zaaknummer
C/10/637078 / JE RK 22-928
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe gezinsdynamiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2013, die onder toezicht was gesteld tot 25 juni 2022. De gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verzocht om deze ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen. De moeder en de oma van de minderjarige zijn de belanghebbenden in deze zaak. De moeder woont niet bij de minderjarige, die bij de oma verblijft. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder telefonisch is gehoord en een begeleidster van de oma bijzondere toegang heeft gekregen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in het afgelopen jaar weinig vooruitgang is geboekt in de omgang tussen de minderjarige en de moeder. De communicatie tussen de moeder en de oma is problematisch, wat de ontwikkeling van de minderjarige negatief beïnvloedt. Beide partijen erkennen dat er iets moet veranderen, maar wijzen naar elkaar als oorzaak van de problemen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de communicatie tussen de moeder en de oma te verbeteren, zodat er een stabiele bezoekregeling kan worden gerealiseerd.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 25 juni 2023 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/637078 / JE RK 22-928
datum uitspraak: 14 juni 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2013 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam oma mz] ,

hierna te noemen de oma mz, wonende te [woonplaats oma mz] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 19 april 2022, ingekomen bij de griffie op 21 april 2022.
Op 14 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de oma mz, bijgestaan door haar advocaat mr. A.J.M. Vélu (vervanger voor mr. G.E. van der Pols)
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam 1] .
De moeder is telefonisch gehoord.
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan mw. [naam 2] , begeleidster van de oma mz vanuit Kansarm/Kansrijk.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder en de oma mz.
[voornaam minderjarige] woont bij de oma mz.
Bij beschikking van 25 juni 2021 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 25 juni 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van één jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het afgelopen jaar is een start gemaakt in het vormgeven van de omgang tussen [voornaam minderjarige] en de moeder. In november is gestart met twee begeleide bezoeken bij de moeder, maar de reisafstand is voor [voornaam minderjarige] te lang. Daarom is ervoor gekozen om [voornaam minderjarige] direct te laten logeren bij de moeder met twee contactmomenten door het Leger des Heils. Dat is goed gegaan. Echter heeft de moeder in januari de begeleiding vanuit het Leger des Heils stopgezet. De omgang is hierdoor gestagneerd. Ook in het contact tussen de oma mz en de moeder is nog geen verbetering zichtbaar. De communicatie tussen de oma mz en de moeder, al is het maar praktisch, is noodzakelijk om toe te kunnen werken naar een stabiele en structurele omgang. De begeleiding van Kansarm/Kansrijk zal worden overgedragen naar Pleegzorg, omdat de oma mz op pedagogisch vlak nog wat ondersteuning kan gebruiken, maar op praktisch vlak haar doelen heeft behaald.

De standpunten

Door en namens de oma mz is geen verweer gevoerd tegen het verzoek. [voornaam minderjarige] zit tussen de procedures en onrust van de oma mz en de moeder. Het is nodig dat voor een langere termijn gekeken wordt wat er nodig is om de situatie voor alle betrokkenen leefbaar te maken. De reisafstand tussen de oma mz en de moeder bemoeilijkt dat. Voor de oma mz is de huidige situatie erg stressvol. De oma mz merkt ook aan [voornaam minderjarige] dat zij last heeft van de situatie, met name doordat zij school opzij schuift. De oma mz is niet bereid om het contact met de moeder aan te gaan. De oma mz ervaart veel pijn uit het verleden.
De moeder is het eens met het verzoek. Ook de moeder ervaart veel pijn door de situatie. De moeder zou graag zien dat de volwassenen op een volwassen manier met elkaar om kunnen gaan zodat er een basis is om afspraken te maken. De moeder ziet dat de oma mz haar best doet en liefdevol is voor [voornaam minderjarige] . De moeder wil de zorg en opvoeding van [voornaam minderjarige] graag delen. De oma mz moet daarvoor haar emoties opzij zetten. In plaats daarvan houdt de oma mz het contact tussen de moeder en [voornaam minderjarige] tegen. De moeder wil geen contact met de oma mz.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er het afgelopen jaar weinig stappen zijn gezet. Tussen de oma mz en de moeder is nog altijd sprake van veel strijd. [voornaam minderjarige] heeft hier last van. Ook in de omgang tussen de moeder en [voornaam minderjarige] is niet veel veranderd. De strijd tussen de oma mz en de moeder bemoeilijkt het vormgeven van een stabiele, structurele bezoekregeling tussen [voornaam minderjarige] en de moeder. Het lukt hen niet om met elkaar te communiceren, laat staan om afspraken te maken.
Zowel de oma mz als de moeder willen het beste voor [voornaam minderjarige] . Echter zien zij beiden onvoldoende in dat hun handelen en verwijten over en weer schadelijk zijn voor [voornaam minderjarige] en haar ontwikkeling. Ook zijn de oma mz en de moeder het erover eens dat er iets moet veranderen, maar voor de oplossing wijzen zij enkel naar elkaar. Daar komt bij dat ze geen van beiden bereid zijn om überhaupt met elkaar in contact te komen, wat maakt dat verandering onmogelijk wordt gemaakt. De oma mz en de moeder zullen zich moeten realiseren dat zij gezamenlijk verantwoordelijk zijn om tot verbetering van de situatie te komen. Dat betekent dat zij ook beiden hun eigen houding zullen moeten veranderen en in zullen moeten gaan zien dat zij ook zelf een rol hebben in het stagneren van de ontwikkelingen. Alleen dan zetten zij de belangen van [voornaam minderjarige] voorop.
Een verlenging van de ondertoezichtstelling is nodig om aan de voornoemde verbetering in de communicatie tussen de oma mz en de moeder te werken. Pas als de oma mz en de moeder in staat zijn om over praktische zaken op een normale manier met elkaar te communiceren, is het mogelijk om op een rustige wijze een bezoekregeling vorm te geven die recht doet aan de belangen van [voornaam minderjarige] . Het is aan de GI om dit proces te begeleiden en hulpverlening in te zetten als zij dit nodig acht.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 25 juni 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.