ECLI:NL:RBROT:2022:5986

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
C/10/641217 / FA RK 22-4777
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging ex art. 8:12 Wvggz voor betrokkene met late-onset schizofrenie en noodzaak tot elektroconvulsietherapie

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 14 juli 2022, is een wijziging van de zorgmachtiging ex artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegewezen. De zaak betreft een betrokkene met late-onset schizofrenie, die momenteel verblijft in het Erasmus Medisch Centrum, afdeling Psychiatrie te Rotterdam. De officier van justitie heeft op 11 juli 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, omdat de eerder opgelegde vormen van verplichte zorg niet langer volstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen andere geschikte behandelmethoden zijn dan elektroconvulsietherapie (ECT), die door meerdere psychiaters als noodzakelijk wordt beschouwd. Betrokkene heeft echter aangegeven ECT niet meer te willen ondergaan in een vrijwillig kader.

Tijdens de mondelinge behandeling op 14 juli 2022 zijn de betrokken partijen, waaronder de betrokkene en zijn advocaat, gehoord. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging noodzakelijk is om ernstig nadeel voor betrokkene te voorkomen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd, zodat naast de eerder opgelegde maatregelen ook het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, waaronder ECT, zijn toegestaan. De rechtbank heeft geen maximumduur aan de ECT verbonden, aangezien de effectiviteit van de behandeling kan variëren. De gewijzigde zorgmachtiging geldt tot en met 29 oktober 2022.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.M. Dielemans-Goossens en is op 19 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/641217 / FA RK 22-4777
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 14 juli 2022 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene], [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene],
op dit moment verblijvende in het Erasmus Medisch Centrum, afdeling Psychiatrie te Rotterdam,
advocaat mr. M.C. Bekkering te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 juli 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
  • de medische verklaring van 6 april 2022;
  • de zorgkaart van 1 april 2022;
  • het zorgplan van 22 maart 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 12 april 2022;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 7 juli 2022;
  • de medische verklaring van 8 juli 2022;
  • de beslissing tot het verlenen van tijdelijke verplichte zorg van 7 juli 2022;
  • het advies van de geneesheer-directeur van 8 juli 2022
  • het zorgplan van 8 juli 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 juli 2022.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam], psychiater, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 29 april 2022 een zorgmachtiging afgegeven. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder wordt begrepen het meewerken aan ambulante behandeling;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Bij betrokkene is gestart met elektroconvulsietherapie (hierna: ECT) in een vrijwillig kader. Betrokkene heeft aangegeven deze behandeling niet meer te willen. Deze behandeling kan alleen effectief zijn als dit structureel wordt uitgevoerd. Daarom is begonnen met ECT in het kader van tijdelijke verplichte noodzorg en is een wijziging van de zorgmachtiging gevraagd om door te kunnen gaan met ECT.
2.3.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden, heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, te weten ECT.
2.4.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en het zorgplan. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
Bij betrokkene is sprake van late-onset schizofrenie waarvoor vrijwel alle behandelstappen zijn gezet. Hij is ingesteld op verschillende antipsychotica (Clozapine en Aripiprazol). Daarmee is in de afgelopen jaren geen remissie van psychotische klachten bereikt. Betrokkene blijft psychotisch en kan niet buiten de accommodatie verblijven vanwege ernstig nadeel in de vorm van verbaal en fysiek agressief gedrag, onaangepast gedrag en verwaarlozing. Volgens meerdere psychiaters zijn er geen andere oplossingen en geschikte behandelmethodes dan ECT. In de beschikking van 29 april 2022 werd nog geopperd dat antidepressiva een mogelijke behandeling kon zijn. Ook dat blijkt geen geschikt alternatief. De psychiater verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat dit als een mogelijkheid werd gezien omdat vermoed werd dat er sprake was van een psychotische depressie. Nu zijn de behandelaars van oordeel dat de depressie een gevolg is van psychotische klachten. Andere behandelmethodes zouden zien op, zo geeft de psychiater aan, exotische cocktails van antipsychotica, waarbij er een groter risico is op bijwerkingen en een positief effect moeilijker te bereiken is. In combinatie met medicatie is ECT de beste behandeling volgens de psychiater.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie (waaronder anesthesie en medicatie ten behoeve van ECT), alsmede het verrichten van medische controles (zoals hersen- en hartfilmpjes tijdens ECT) en andere medische handelingen (ECT);
  • het beperken van de bewegingsvrijheid om betrokkene te fixeren ten behoeve van ECT.
Over de duur van ECT kan nog weinig worden gezegd. ECT wordt tweemaal per week verricht. De psychiater verklaart dat patiënten soms acht behandelingen nodig hebben en soms zijn dat veertig behandelingen. De rechtbank zal daarom geen maximumduur aan de ECT verbinden. De zorgmachtiging verloopt op 30 oktober 2022. Dan kan worden gepeild of ECT langer nodig is in een verplicht kader.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vormen van verplichte zorg. Betrokkene stemt niet in met ECT en heeft deze behandeling op verschillende momenten geweigerd.
2.6.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Betrokkene vraagt zich af hoe het effect van ECT wordt gemeten. Op die vraag antwoordt de psychiater dat dit wordt gemeten door betrokkene te observeren, een paar keer per week met hem in gesprek te gaan, door hem vragenlijsten in te laten vullen en door gesprekken te voeren met zijn partner. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging van 29 april 2022 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de bij beschikking van 29 april 2022 opgenomen vormen van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie (waaronder anesthesie en medicatie ten behoeve van ECT), alsmede het verrichten van medische controles (zoals hersen- en hartfilmpjes tijdens ECT) en andere medische handelingen (ECT);
  • het beperken van de bewegingsvrijheid om betrokkene te fixeren ten behoeve van ECT;
3.2.
bepaalt dat de aldus gewijzigde machtiging geldt tot en met 29 oktober 2022.
Deze beschikking is op 14 juli 2022 mondeling gegeven door mr. S.M. Dielemans-Goossens, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 19 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.