ECLI:NL:RBROT:2022:6050

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
C/10/638229 / JE RK 22-1119
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

Op 5 juli 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 8 juli 2023 en een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 8 juli 2022 tot uiterlijk 19 augustus 2022. De kinderrechter oordeelde dat de gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig zijn, zoals gesteld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De minderjarige verblijft momenteel op een gesloten groep bij Horizon en heeft daar een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Echter, er zijn zorgen over een mogelijke terugval in gedrag zodra hij vrijheden mag opbouwen.

De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen en om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat er nog geen geschikte vervolgplek voor [voornaam minderjarige] is gevonden. De kinderrechter heeft begrip voor de situatie, maar benadrukt het belang van een passende vervolgplek in de nabijheid van zijn school en familie, zodat hij kan starten met zijn MBO-opleiding. De kinderrechter heeft een nieuwe zitting bepaald op 15 augustus 2022 om de vorderingen van de GI te bespreken en om te zorgen dat [voornaam minderjarige] kan starten met zijn opleiding.

De kinderrechter heeft de beslissing om de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor korte duur genomen, om de GI de kans te geven een geschikte vervolgplek te vinden. De kinderrechter heeft ook verzocht om een rapportage van de GI over de stand van zaken voor de volgende zitting. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/638229 / JE RK 22-1119
datum uitspraak: 5 juli 2022

beschikking ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 13 mei 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de verklaring d.d. 13 mei 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 13 juni 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 5 juli 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de minderjarige [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting ook apart is gehoord, bijgestaan door mr. J.E.F.K. Liauw,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. N. Aydogan-Kütük,
- twee vertegenwoordigsters van de GI, mw. [persoon A] en mw. [persoon B] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft op een gesloten groep bij Horizon (Harreveld).
Bij beschikking van 28 juni 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 8
juli 2022. Bij beschikking van 1 februari 2022 is een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 1 februari 2022 tot 8 juli 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar.
Tevens wordt door de GI een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI handhaaft ter zitting haar verzoek. De huidige jeugdbeschermer is twee a drie maanden bij [voornaam minderjarige] betrokken. [voornaam minderjarige] doet het goed in geslotenheid en hij maakt een positieve ontwikkeling door. Het is van belang dat [voornaam minderjarige] kan doorstromen naar een passende plek waar hij geen terugval zal ervaren in zijn gedrag. Het geeft zorgen dat zodra [voornaam minderjarige] vrijheden mag opbouwen er een terugval in zijn gedrag zichtbaar is. Belangrijk is dat [voornaam minderjarige] in fases kan toewerken naar meer zelfstandigheid. Daarnaast zijn er nog doelen waaraan [voornaam minderjarige] moet werken op het gebied van het omgaan met zijn vrijheden en financiën. De GI is dringend op zoek naar een vervolgplek voor [voornaam minderjarige] . Bij het perspectiefhuis van Timon in Vlaardingen kan [voornaam minderjarige] helaas niet terecht. De GI heeft nu contact met Zorg, Hoop en Liefde en Enver en ziet ook Diversitas als een mogelijkheid. Binnen enkele weken verwacht de GI daar meer duidelijkheid over te hebben.

De standpunten

Door en namens [voornaam minderjarige] is het volgende aangevoerd. Tijdens de vorige zitting in februari is aangegeven dat [voornaam minderjarige] klaar is voor een volgende stap. Het is een grote teleurstelling dat er tot op heden nog geen geschikte plek is gevonden en dat [voornaam minderjarige] daar kort voor deze zitting mee wordt geconfronteerd. Het gaat goed met de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] en hij zet positieve stappen. Het is zeer belangrijk dat [voornaam minderjarige] deze ontwikkeling kan voortzetten door eind augustus te beginnen aan een nieuwe opleiding, wonend in een open setting in de omgeving van Rotterdam. [voornaam minderjarige] is hiervoor gemotiveerd en wil zich daar graag voor inzetten. [voornaam minderjarige] kan zich vinden in de verlenging van de ondertoezichtstelling en heeft hier geen bezwaar tegen. Ten aanzien van het verzoek tot het verlenen van de gesloten machtiging wordt primair verzocht om afwijzing en subsidiair om een zeer korte verlening, zodat spoedig een geschikte plek wordt gevonden en [voornaam minderjarige] eind augustus vanuit daar kan starten met zijn MBO 2-opleiding in Maassluis.
Door en namens de moeder wordt deels verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Het is spijtig dat de situatie onveranderd is sinds de laatste zitting. Het is een grote teleurstelling dat de plaatsing bij Timon geen doorgang heeft kunnen vinden en dat er nog geen alternatief is gevonden. [voornaam minderjarige] doet het erg goed en de vraag is of hij dat kan voortzetten als er voor hem geen passende plek is. De moeder denkt dat het een te grote stap is om [voornaam minderjarige] direct vanuit de geslotenheid thuis te plaatsen. Tegen de ondertoezichtstelling wordt door de moeder geen verweer gevoerd. Met betrekking tot de gesloten machtiging wenst de moeder dat deze maar voor een korte periode wordt verleend zodat er met spoed gezocht wordt naar een geschikte plek voor [voornaam minderjarige] . De moeder is bang dat indien er geen passende plek is [voornaam minderjarige] minder gemotiveerd raakt voor zijn nieuwe opleiding en terugvalt in oud gedrag.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er geen verweer is gevoerd tegen de verzochte verlenging van de ondertoezichtstelling en omdat de kinderrechter op grond van de overlegde stukken van oordeel is dat de gronden van een ondertoezichtstelling, zoals gesteld in artikel 1:255 Burgerlijk Wetboek (BW) aanwezig zijn, zal de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] als onweersproken worden verlengd voor de duur van een jaar.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren.
Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is daaraan voldaan.
[voornaam minderjarige] verblijft inmiddels meer dan 2,5 jaar binnen Horizon Harreveld. Hij heeft
binnen deze instelling op diverse open groepen en gesloten groepen verbleven. [voornaam minderjarige] verblijft sinds oktober 2021 binnen de huidige gesloten groep. [voornaam minderjarige] maakt daar een positieve groei door. Het geeft zorgen dat een patroon lijkt te zijn ontstaan dat zodra [voornaam minderjarige] weer vrijheden mag opbouwen dat er dan een (heftige) terugval in gedrag zichtbaar is. [voornaam minderjarige] heeft baat bij een plek waar hij zorgvuldig vrijheden kan opbouwen. Een perspectiefbiedende vervolgplek elders, in de nabijheid van zijn moeder en het netwerk, waar [voornaam minderjarige] een nieuwe start kan maken op een plek met voldoende regels en grenzen en een opbouw in vrijheden wordt het meest in het belang van [voornaam minderjarige] geacht.
Dit is ter zitting van 1 februari 2022 reeds uitvoerig besproken. Het verlenen van de machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 1 februari 2022 tot 8 juli 2022 stond dan ook in het teken van het vinden van een passende vervolgplek en het daar naartoe werken met [voornaam minderjarige] . Ook was toen reeds bekend dat [voornaam minderjarige] in september met zijn MBO 2- opleiding zal starten.
De kinderrechter moet echter constateren dat vier maanden na dato er geen zicht is op een vervolgplek voor [voornaam minderjarige] . Het zou niet zo mogen zijn dat [voornaam minderjarige] binnen de geslotenheid in Harreveld moet verblijven en niet met zijn opleiding kan starten, omdat het maandenlang niet lukt om een passende vervolgplek voor hem te vinden.
Alle betrokkenen zijn het erover eens dat [voornaam minderjarige] toe is aan een volgende stap. [voornaam minderjarige] is zeer gemotiveerd voor zijn MBO-2 opleiding bij het Albeda horecacollege in Maassluis en kijkt ernaar uit om daarmee te beginnen en uiteindelijk kok te kunnen worden. Het is echter praktisch onmogelijk om die opleiding in Maassluis te volgen vanuit Harreveld. Ook is er binnen Horizon voor hem geen passend alternatief.
De kinderrechter begrijpt dat de GI geen ijzer met handen kan breken en heeft tot op zekere hoogte begrip voor de ‘wachtlijstproblematiek’, maar het is voor de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] van het grootste belang dat hij voor de start van zijn MBO-2 opleiding in Maassluis eind augustus op een passende plek verblijft in de nabijheid van zijn school en familie.
Het is niet alleen belangrijk dat de GI een passende vervolgplek vindt, maar ook dat [voornaam minderjarige] gemotiveerd blijft, zich inzet en aan de doelen blijft werken die nodig zijn om op een passende manier toe te werken naar meer zelfstandigheid.
De GI is in gesprek met zorgaanbieders voor een vervolgplek voor [voornaam minderjarige] . Binnen enkele weken wordt daar meer duidelijkheid over verwacht. Het is in het belang van [voornaam minderjarige] noodzakelijk dat er snel duidelijkheid komt over een passende vervolgplek en anders een passend alternatief om te kunnen starten met zijn opleiding.
De kinderrechter zal gelet hierop de verzochte machtiging voor de gesloten jeugdhulp slechts verlenen voor korte duur, te weten tot uiterlijk 19 augustus 2022 en de beslissing op het verzoek voor het overige aanhouden. Ter zitting is met alle aanwezigen een nieuwe zitting bepaald op 15 augustus 2022 om 13.30 uur teneinde de vorderingen van de GI ten aanzien van een passende vervolgplek te bespreken. Het is van het grootste belang dat de huidige impasse wordt doorbroken opdat [voornaam minderjarige] kan starten met zijn opleiding bij het Albeda horecacollege in Maassluis, meer in het bijzonder vanaf woensdag 31 augustus 2022 kan deelnemen aan het introductieprogramma.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk een week voor de hierna te noemen datum een rapportage te doen toekomen (met afschrift aan de belanghebbenden, mr. J.E.F.K. Liauw en mr. N. Aydogan-Kütük) omtrent de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 8 juli 2023;
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 8 juli 2022 tot uiterlijk 19 augustus 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, [voornaam minderjarige] , mr. J.E.F.K. Liauw en mr. N. Aydogan-Kütük in deze zaak zal plaatsvinden op 15 augustus 2022 te 13:30 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden, [voornaam minderjarige] , mr. J.E.F.K. Liauw en mr. N. Aydogan-Kütük;
verzoekt de Raad uiterlijk een week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de GI, de belanghebbenden, mr. J.E.F.K. Liauw en mr. N. Aydogan-Kütük) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van A.J.E. van der Veer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.