ECLI:NL:RBROT:2022:6130
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- A.E. Sutorius-van Hees
- D.J.M. Kuppens
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en niet-ontvankelijkheid meerderjarig kind in het familierecht
In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 11 mei 2022, is de wijziging van kinderalimentatie aan de orde. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.D. van den Berg, verzoekt om een wijziging van de kinderalimentatie die hij aan de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.K.S. Deetman, moet betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de vrouw de ouders zijn van drie kinderen, waarvan de jongste twee bij de man wonen. De man verzoekt om de kinderalimentatie die hij aan de vrouw moet betalen op nihil te stellen en dat de vrouw hem een bijdrage moet betalen voor de kinderen. De vrouw is het niet eens met dit verzoek en stelt dat zij de verzochte bijdrage niet kan betalen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de financiële situatie van beide ouders en de behoeften van de kinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kinderalimentatie voor de jongste kinderen wordt gewijzigd en dat de vrouw met ingang van de datum van de beschikking een bijdrage van € 25,- per kind per maand aan de man moet betalen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de man geen kinderalimentatie meer aan de vrouw hoeft te betalen, omdat de omstandigheden zijn gewijzigd.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de meerderjarige zoon van partijen, [voornaam zoon 1], niet-ontvankelijk is in zijn verzoek om een bijdrage in de kosten van studie en levensonderhoud, omdat hij op het moment van indiening van het verzoekschrift meerderjarig was en als procespartij aangemerkt had moeten worden. De rechtbank heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de alimentatie onmiddellijk betaald moet worden, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen.