ECLI:NL:RBROT:2022:615

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
C/10/629796 / JE RK 21-3179
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 januari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld bij beschikking van 29 januari 2021 en liep tot 29 januari 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 3 december 2021 een verzoekschrift ingediend om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, omdat de ouders niet in staat zijn gebleken om samen de belangen van [naam kind] te behartigen. Tijdens de mondelinge behandeling waren zowel de vader als de moeder aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, en een vertegenwoordiger van de GI. De ouders hebben beiden aangegeven dat zij het verzoek tot verlenging steunen, maar er zijn zorgen over de communicatie en samenwerking tussen hen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [naam kind] nog steeds bedreigd wordt en dat er behoefte is aan ondersteuning van de jeugdbeschermer. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 29 januari 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 31 januari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/629796 / JE RK 21-3179
Datum uitspraak: 21 januari 2022

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2018 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],
advocaat: mr. M. Soytekin, kantoorhoudende te Rotterdam,

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader],
advocaat: mr. M. van der Weide, kantoorhoudende te Alkmaar.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 december 2021, ingekomen bij de griffie op 3 december 2021;
- de brief met bijlagen van mr. Soytekin van 20 januari 2022, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 21 januari 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 29 januari 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 29 januari 2022.
Het verzoek
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen met een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het afgelopen jaar is het de ouders niet gelukt om samen de belangen van [naam kind] te behartigen en ervoor te zorgen dat hij onbelast contact heeft met beide ouders. Er is sprake van veel onverwerkt verdriet, angst en wantrouwen tussen de ouders. Er is een bezoekregeling met de vader opgestart. De bezoeken worden begeleid door Coach-Point. Het komende jaar moet gekeken worden hoe de ouders samen de bezoekregeling kunnen vormgeven. Ook is het belangrijk dat de communicatie tussen de ouders verbetert. De ondersteuning van de jeugdbeschermer is hierbij nodig. De GI heeft de verwachting dat zonder een ondertoezichtstelling de bezoekregeling niet wordt uitgebreid en mogelijk wordt stopgezet.

De standpunten

De vader is het eens met het verzoek. De vader is blij dat de begeleide bezoeken positief verlopen. De vader heeft nu 1,5 uur per week contact met [naam kind]. Hij is van mening dat de bezoekregeling kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld met een keer naar buiten gaan. Hiervoor is wel emotionele toestemming van de moeder nodig. De ouders hebben hulp en ondersteuning van de GI nodig om de bezoekregeling samen vorm te geven. Ook moet er gekeken worden hoe de communicatie tussen de ouders kan worden verbeterd, bijvoorbeeld door de inzet van ouderschapsbegeleiding.
De moeder is het eens met het verzoek. De moeder heeft nog steeds wantrouwen richting de vader. Volgens de moeder verloopt de bezoekregeling goed, omdat er begeleiding aanwezig is. De bezoekregeling is het afgelopen jaar uitgebreid naar 1,5 uur. Het is belangrijk dat de begeleide bezoekregeling op deze manier wordt voortgezet. De moeder wil dat [naam kind] zijn vader leert kennen, maar wel in een veilige omgeving. Momenteel brengen de begeleide bezoeken onrust bij [naam kind] teweeg en is het nog geen tijd om uit te breiden. De komende periode zullen de ouders individuele hulpverlening moeten inzetten om het verleden te verwerken, zodat zij in de toekomst met elkaar kunnen samenwerken in het belang van [naam kind]. De komende periode moet gewerkt worden aan een onbelast contact van [naam kind] met beide ouders en de onderlinge communicatie tussen de ouders.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Op dit moment wordt [naam kind] nog onveranderd in zijn ontwikkeling bedreigd. De ouders zijn nog niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te overleggen en afspraken te maken over [naam kind]. Beide ouders hebben een andere visie op wat goed is voor [naam kind]. [naam kind] is getuige geweest van de spanningen tussen de ouders. Dit is belastend voor [naam kind]. Er is lange tijd geen contact geweest tussen [naam kind] en de vader. Het afgelopen jaar is er een begeleide bezoekregeling opgestart van 1,5 uur per week. Tijdens de bezoeken wordt door Coach-Point gezien dat [naam kind] het naar zijn zin heeft. Anderzijds geeft de moeder aan dat [naam kind] thuis erg onrustig is rondom de bezoeken. Het is belangrijk dat [naam kind] met beide ouders onbelast contact heeft. De bezoeken met de vader moeten plaatsvinden op een manier die in het belang is van [naam kind]. Het komende jaar dient de GI in overleg met de ouders te bezien hoe de bezoekregeling kan worden uitgebreid. Ook dient hulpverlening te worden ingezet om de onderlinge communicatie tussen de ouders te verbeteren. De inzet van een jeugdbeschermer is noodzakelijk om de benodigde hulpverlening in te zetten en de belangen van [naam kind] te behartigen. De kinderrechter zal daarom met instemming van de ouders de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 29 januari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2022 door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 31 januari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.