Uitspraak
Rechtbank ROTTERDAM
1..Beschuldiging in de tenlastelegging
2..Beslissingen over het bewijs
3..Verboden gedraging en strafbaarheid
poging tot doodslag.
Rechtbank Rotterdam
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 juli 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van poging tot doodslag op het slachtoffer. De verdachte heeft op 7 maart 2021 in Rotterdam geprobeerd het slachtoffer met een mes te doden. De verdachte heeft dit feit bekend, maar voerde als verweer aan dat hij handelde uit noodweerexces. De rechtbank heeft de inhoudelijke behandeling van de zaak op 24 november 2021 en 8 juli 2022 gehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer meerdere malen met een mes heeft gestoken, maar heeft het verweer van noodweerexces verworpen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een noodweersituatie, omdat de verdachte als eerste geweld heeft gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren en heeft de vordering van de benadeelde partij grotendeels toegewezen, waarbij de verdachte ook is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij voor een groot deel toegewezen, met inbegrip van materiële en immateriële schade, en heeft de wettelijke rente vanaf de datum van het incident toegewezen. De rechtbank heeft ook de maatregel tot schadevergoeding opgelegd, waarbij de verdachte verplicht is om de schadevergoeding aan de Staat te betalen, die dit bedrag vervolgens aan de benadeelde partij uitkeert.