ECLI:NL:RBROT:2022:6312

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
83/166546-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voorhanden hebben en verkopen van professioneel vuurwerk met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 15 juli 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben en meermaals verkopen van professioneel vuurwerk. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 jaar met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast tot een taakstraf van 240 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 4 oktober 2020 tot en met 13 november 2020 in Rotterdam professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en verkocht aan niet-professionele derden, waaronder minderjarigen. Dit gedrag heeft de algemene veiligheid van personen en goederen in gevaar gebracht. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ondanks de ernst van de feiten, werd er geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, maar een hoge taakstraf en een lange voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen telefoon verbeurd wordt verklaard en het vuurwerk onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 9 maanden had geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83/166546-21
Datum uitspraak: 15 juli 2022
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische kamer, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] ,
[postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. P.L.G. Rens, advocaat te 's-Gravenhage.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 juli 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. I. Hoek heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
4.3.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij, in de periode van 4 oktober 2020 tot en met 13 november 2020 te Rotterdam, meermalen, telkens opzettelijk aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten
- knalvuurwerk (Cobra 6 en TP2) aan [naam persoon 1] en
- knalvuurwerk (Cobra 6 en TP2) aan [naam persoon 2] en
- knalvuurwerk (Cobra 6) aan [naam persoon 3] en- knalvuurwerk (Cobra 6 en TP2) aan [naam persoon 4] en
- knalvuurwerk (Delova Rana Pro
fi en Technischer Schallerzeuger) aan [naam persoon 5] en
- knalvuurwerk (Cobra 6 en TP2 en Technischer Schallerzeuger) en een lawinepijl aan [naam persoon 6] ter beschikking heeft gesteld;
2.
hij, op 20 november 2020 te Rotterdam, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, een hoeveelheid professioneel vuurwerk, te weten:
- knalvuurwerk (TP2) (in een woning) heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straffen

De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in de woning waar hij met zijn ouders woont. Daarnaast heeft hij meermaals professioneel vuurwerk verkocht en dus in omloop gebracht.
Door professioneel vuurwerk op te slaan in de woning, heeft de verdachte onverantwoorde risico’s genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. Indien het vuurwerk tot ontbranding was gekomen, zouden de gevolgen niet alleen voor de gezinsleden van de verdachte, maar ook voor omwonenden en woningen in de buurt desastreus kunnen zijn geweest.
De verdachte heeft daarnaast meerdere keren professioneel vuurwerk te koop aangeboden en ook daadwerkelijk verkocht aan niet-professionele derden, onder meer aan een minderjarige. Het is algemeen bekend dat bij het afsteken van dergelijk vuurwerk door particulieren met regelmaat iets fout kan gaan en daarbij ernstig letsel aan personen en schade aan goederen kan ontstaan. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij niet heeft stilgestaan bij deze risico’s. Hij heeft zich kennelijk slechts laten leiden door het financieel gewin.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 december 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank ziet in de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte echter aanleiding om af te zien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan wordt een hoge taakstraf en lange voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hierna besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

De in beslag genomen telefoon zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van dit voorwerp begaan.
Het in beslag genomen vuurwerk zal worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen:
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
  • 9.2.2.1 Wet milieubeheer; en
  • 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

10..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 1 (een) jaar;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
  • verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2: telefoontoestel Samsung ( [beslagnummer 1] );
  • verklaart onttrokken aan het verkeer: 18 stuks vuurwerk ( [beslagnummer 2] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. L. Daum en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Koek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 15 juli 2022.
De voorzitter, jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij, in of omstreeks de periode van 4 oktober 2020 tot en met 13 november 2020 te Rotterdam en/of Capelle aan den IJssel en/of Spijkenisse, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, professioneel vuurwerk, te weten
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6 en/of TP2) aan [naam persoon 1] en/of
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6 en/of TP2) aan [naam persoon 2] en/of
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6) aan [naam persoon 3] en/of
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6 en/of TP2) aan [naam persoon 4] en/of
- één of meer stuks knalvuurwerk (Delova Rana Provi en/of Technischer Schallerzeuger) aan [naam persoon 5] en/of
- één of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6 en/of TP2 en/of Technischer Schallerzeuger) en/of een lawinepijl aan [naam persoon 6]
althans aan een of meer ander(en) ter beschikking heeft gesteld;
2
hij, op of omstreeks 20 november 2020 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, een hoeveelheid professioneel vuurwerk, te weten:
- één of meer stuks knalvuurwerk (TP2)
(in een woning) heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.