In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], een producent van drone-opnames, en [gedaagde], een softwareontwikkelaar die ook (lucht)fotografie verricht. [eiser] heeft in 2021 verschillende drone-opnames uitgevoerd voor [gedaagde] en heeft hiervoor drie facturen gestuurd, die tot op heden niet zijn betaald. Ondanks aanmaningen heeft [gedaagde] nagelaten de facturen te voldoen, wat heeft geleid tot een rechtszaak.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juli 2022 was [gedaagde] niet aanwezig, terwijl [eiser] en zijn gemachtigde wel aanwezig waren. [gedaagde] heeft als verweer aangevoerd dat er een geschil is over de facturen, omdat de werkzaamheden niet conform afspraak zijn uitgevoerd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] [eiser] niet deugdelijk in gebreke heeft gesteld, waardoor er geen sprake is van verzuim. Dit betekent dat [gedaagde] zijn betalingsverplichting niet kan opschorten op basis van vermeende schade.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van [eiser] tot betaling van de facturen gerechtvaardigd is. De rechter heeft de hoofdsom van € 2.975,02 toegewezen, evenals de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 782,15. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde] onmiddellijk moet betalen, ook al kan hij in hoger beroep gaan.