In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2022 uitspraak gedaan op een verzoek ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) tot teruggave van een in beslag genomen auto, een Toyota Rav5, en een vordering tot onttrekking aan het verkeer. De auto was in beslag genomen omdat deze als gestolen gesignaleerd stond en het voertuig-identificatienummer vervalst was. Klaagster, die de auto had gekocht van beslagene, stelde dat zij te goeder trouw eigenaar was geworden en dat het belang van strafvordering zich niet verzet tegen teruggave van de auto, aangezien het strafrechtelijk onderzoek was afgerond en de oorspronkelijke eigenaar de auto niet meer kon terugvorderen wegens verjaring.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het ongecontroleerde bezit van de auto in strijd is met de wet en het algemeen belang, en dat de vordering tot onttrekking aan het verkeer gegrond was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen strafrechtelijk belang meer was bij het voortduren van het beslag, maar dat de onttrekking aan het verkeer wel gerechtvaardigd was. Klaagster werd niet onevenredig getroffen door de onttrekking, aangezien zij zich tot de verkoper kon wenden voor schadevergoeding. De rechtbank heeft het beklag ongegrond verklaard en de vordering tot onttrekking aan het verkeer toegewezen.