Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 31 mei 2022 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek was gericht op het voorkomen van ontruiming van haar huurwoning, nadat de rechtbank Rotterdam op 8 april 2022 een vonnis had uitgesproken tot ontruiming. Tijdens de zitting op 2 juni 2022 was verweerster, die de ontruiming had aangevraagd, niet aanwezig. Verzoekster heeft sinds 25 april 2022 een fulltime baan bij Amazon en heeft haar huurbetalingen hervat. Daarnaast is er budgetbeheer opgestart om haar financiële situatie te stabiliseren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie voor verzoekster, wat aanleiding gaf om het moratorium toe te wijzen. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster zwaarder laten wegen dan die van verweerster, en heeft de tenuitvoerlegging van het ontruimingsvonnis opgeschort voor de duur van zes maanden, mits verzoekster haar huurbetalingen tijdig blijft voldoen. Tevens is verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan zij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.