In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 juli 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de ouders, [naam moeder] en [naam vader], gehoord, die bijgestaan werden door hun advocaat mr. N.A. de Kock. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft op 30 juni 2022 een verzoek ingediend om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, omdat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] verblijft in een pleeggezin en dat er bij de ouders sprake is van verslavingsproblematiek en een gebrek aan een eigen woning. De ouders hebben aangegeven dat zij bovenaan de wachtlijst staan voor een woning en dat zij verwachten binnen drie maanden meer stappen te kunnen zetten in hun situatie. De kinderrechter heeft de zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] en de situatie van de ouders meegewogen in zijn beslissing.
De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 29 januari 2023, omdat er op dit moment te veel onzekerheden zijn in het leven van de ouders. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat het afnemen van een persoonlijkheidsonderzoek mogelijk te lang kan duren en heeft de GI aangeraden om te onderzoeken of er op een andere manier voldoende zicht kan worden verkregen op de opvoedvaardigheden van de ouders. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard.