ECLI:NL:RBROT:2022:6491
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende inspanningsverplichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door de verzoeker op 11 april 2022. De verzoeker, die inkomsten ontvangt uit een WW-uitkering, heeft een schuldenlast die is toegenomen van € 14.638,13 naar € 19.804,52. Tijdens de zitting op 2 juni 2022 is de verzoeker, samen met zijn schuldhulpverlener, gehoord. De rechtbank heeft beoordeeld of de verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen en zich zal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
De rechtbank concludeert dat dit niet het geval is. De verzoeker heeft verklaard sinds 3 januari 2022 werkloos te zijn en heeft verschillende werk aanbiedingen afgewezen. Hij gaf aan dat hij zich niet kon vinden in de arbeidsvoorwaarden van een aanbod, het salaris van een ander aanbod te laag vond, en dat hij na één dag werken bij een derde aanbod niet verder ging vanwege de bedrijfscultuur. De rechtbank oordeelt dat deze houding niet past binnen de wettelijke schuldsaneringsregeling, die vereist dat de verzoeker zich actief inspant om zijn financiële situatie te verbeteren.
Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.