Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 16 december 2021, met producties 1 tot en met 10;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6;
- de brief van 22 maart 2022 van de rechtbank, waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2..De feiten
- Het verzet is gegrond.
- De uitspraak van de voorzitter in zaaknummer 119955 vervalt.
- De commissie doet direct uitspraak over het oorspronkelijke verzoek.
- De woonruimte heeft op 1 mei 2020 het volgende ernstige gebrek: Het omwaaien van de schuttingdelen (die er al stonden bij aanvang van de huurovereenkomst) is het gevolg van houtrot bij de houten staanders ter plaatse van het maaiveld. Het gedeelte schutting wat aansluit op de gevel valt qua onderhoud voor de verhuurder. Deze schutting vertoont over de gehele hoogte losse planken aan beide zijden als gevolg van ouderdom en verzakking van de grond in de achtertuin. Dit is een gebrek in de categorie C (nummer J1).
- De geldende huurprijs van € 722,93 per maand wordt vanaf 1 mei 2020 tijdelijk verlaagd tot € 578,34 per maand.
3..Het geschil
- voor recht te verklaren dat de omgewaaide en kapotte schutting in de tuin van de woning aan de [adres] te Rotterdam geen gebrek is in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW, zodat [gedaagde] dientengevolge geen recht heeft op huurprijsvermindering op grond van artikel 7:257 BW;
- voor recht te verklaren dat de (kale) huurprijs vanaf 1 mei 2020 € 671,48 bedraagt;
- voor recht te verklaren dat de (kale) huurprijs vanaf 1 juli 2020 € 715,80 bedraagt;
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
waaronder in elk geval’ impliceren dat de opsomming in onderdeel ‘l’ niet limitatief is. Het enkele feit dat het herstel van de schutting van [gedaagde] meer omvat dan in onderdeel ‘l’ staat vermeld, betekent niet dat dit als kleine herstelling is uitgesloten. Daar komt bij dat, zoals Woonstad ook stelt, de bereikbaarheidsmaatstaf geen vereiste is bij tuinonderhoud en dat het kostencriterium bij tuinonderhoud geen rol speelt (zie r.o.4.8). Daarnaast kan uit (onderdeel ‘l’ van de Bijlage van) het Besluit kleine herstellingen niet worden afgeleid dat [gedaagde] als huurder alleen klein onderhoud hoeft uit te voeren als daarmee schade aan het gehuurde wordt voorkomen.