ECLI:NL:RBROT:2022:6585

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 februari 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/630639 / JE RK 21-3333
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling in een jeugdzorgzaak met huiselijk geweld als terugkerend patroon

In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 februari 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 13 februari 2022 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een verlenging van vier maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren. De vader was opgeroepen maar is niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder in de afgelopen periode haar medewerking heeft getoond aan de hulpverlening en dat de opvoedondersteuning positief is afgesloten. De interactie tussen [naam kind] en de vader verloopt goed, hoewel de bezoeken nog steeds begeleid zijn vanwege het niet aanleveren van urinecontroles door de vader. De moeder heeft de regie gekregen over de omgang tussen [naam kind] en de vader, en tot op heden verloopt dit positief. Echter, gezien het verleden van de moeder, waarin huiselijk geweld een terugkerend patroon leek, is de GI voorzichtig met het afronden van de ondertoezichtstelling.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat, ondanks de positieve ontwikkelingen, een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de situatie te blijven monitoren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 13 juni 2022 en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. den Breejen als griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/630639 / JE RK 21-3333
datum uitspraak: 10 februari 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2019 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de GI van 21 december 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 10 februari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 29 januari 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 13 februari 2022.

Het verzoek

De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van vier maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. In de afgelopen periode is er sprake geweest van volledige medewerking bij de moeder. De opvoedondersteuning vanuit Enver is positief afgesloten. Na een melding van de moeder in maart 2021 over drugsgebruik bij de vader, zijn de bezoeken tussen [naam kind] en de vader weer begeleid geworden. De interactie tussen [naam kind] en de vader is goed. De bezoeken waren echter nog steeds begeleid omdat de vader geen urinecontroles in heeft geleverd. Eigen Kracht is ingezet om ervoor te kunnen zorgen dat de GI niet meer nodig zou zijn. Vanwege het beperkte netwerk van de moeder en het gebrek aan inzicht in het netwerk van de vader, kon Eigen Kracht niet verder. Vanwege de positieve stappen van de moeder, heeft zij vervolgens de kans gekregen om meer regie te nemen. Sinds zeven weken zijn de begeleide bezoeken gestopt en ligt het bij de moeder om ervoor te zorgen dat dit goed gaat. Dit verloopt tot op heden goed. Vanwege het hardnekkige patroon in het verleden, waarbij na een rustige periode het huiselijke geweld toch weer terugkeerde, is een verlenging van de ondertoezichtstelling met vier maanden nog wel noodzakelijk.

Het standpunt van de moeder

De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Met het oog op het verleden begrijpt de moeder dat de GI dit verzoek heeft gedaan, alhoewel een verlenging in principe niet meer nodig is. In het verleden had de moeder namelijk nog een wisselende relatie met de vader van [naam kind] , maar dat is inmiddels voorbij. Het onbegeleide bezoek tussen de vader en [naam kind] verloopt goed. Hij ziet [naam kind] drie keer in de week en er zijn geen conflicten meer tussen hem en de moeder. De moeder heeft daarnaast ook goed contact met de jeugdbeschermer.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er sprake is van een positieve ontwikkeling. De moeder heeft in de afgelopen periode haar medewerking getoond aan de hulpverlening, waardoor ook de opvoedondersteuning vanuit Enver positief is afgesloten. De moeder heeft inmiddels de regie gekregen over de omgang tussen [naam kind] en de vader en tot op heden verloopt dit positief. Daarbij zijn er sinds maart 2021 geen incidenten meer geweest tussen de moeder en de vader. Gelet op het verleden van de moeder, waarbij huiselijk geweld een terugkerend patroon leek, is het begrijpelijk dat de GI nog enige voorzichtigheid betracht met het afronden van de ondertoezichtstelling. De komende vier maanden kan de GI de situatie blijven monitoren en wanneer alles goed blijft gaan zal een verlenging van de ondertoezichtstelling naar verwachting niet meer noodzakelijk zijn.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van vier maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 13 juni 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2022 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. den Breejen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 februari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.