ECLI:NL:RBROT:2022:6591

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/632978 / JE RK 22-279
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe gezinsproblematiek en taalbarrières

In deze zaak heeft de kinderrechter op 8 maart 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 februari 2022 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling voor de duur van negen maanden, omdat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. [naam kind] is in het verleden slachtoffer geweest van mishandeling en woont bij haar moeder en stiefvader in een samengesteld gezin. De situatie wordt bemoeilijkt door een taalbarrière, aangezien de moeder de Nederlandse taal niet goed beheerst en de communicatie met hulpverleners daardoor problematisch is.

Tijdens de zitting is [naam kind] apart gehoord, en is er bijstand van een Poolse tolk ingeschakeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] moeite heeft om haar plek in het gezin te vinden, wat heeft geleid tot automutilatie en suïcide uitspraken. De Raad heeft aangegeven dat er stevige regie in de hulpverlening nodig is, wat niet mogelijk is binnen het vrijwillige kader. De stiefvader heeft verweer gevoerd tegen het verzoek, waarbij hij zijn wanhoop over de hulpverlening en de taalbarrière benadrukte.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie van [naam kind] ernstig is en dat er behoefte is aan een jeugdbeschermer om de hulpverlening te coördineren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling uitgesproken voor de duur van negen maanden, met de beslissing dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 maart 2022. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/632978 / JE RK 22-279
datum uitspraak: 8 maart 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2008 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de stiefvader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloopHet procesverloop blijkt het verzoek met bijlagen van de Raad van 1 februari 2022, ingekomen bij de griffie op 1 februari 2022.

Op 8 maart 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de stiefvader,
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 1] ,
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, [naam 2] .
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 3] , tolk in de Poolse taal.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] woont bij de moeder en de stiefvader.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van negen maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] is in het verleden slachtoffer geweest van mishandeling. Ze groeit op in een samengesteld gezin, waarbij haar stiefbroer naar Polen is vertrokken en haar halfzusje een zorgkindje is. Haar biologische vader woont in Polen en heeft al twee jaar geen contact meer met [naam kind] . [naam kind] heeft haar positie in het gezin nog niet gevonden waardoor ze zich niet goed kan ontwikkelen. Ze heeft geprobeerd de aandacht te krijgen middels automutilatie en suïcide uitspraken. Ze doet het goed op school en heeft een fijne mentor. Er wordt hard gewerkt om de thuissituatie beter te maken. [naam kind] gaat samen met haar moeder in therapie. De stiefvader heeft veel aan zijn hoofd en ook het halfzusje van [naam kind] vraagt veel aandacht. [naam kind] wijst de stiefvader af en de stiefvader ontloopt [naam kind] . De taalbarrière is daarnaast ook complicerend. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk, omdat er stevige regie in de hulpverlening nodig is en dit kan niet binnen het vrijwillige kader. Voorkomen dient te worden dat [naam kind] straks door niemand meer te corrigeren is.

De standpunten

De GI heeft ingestemd met het verzoek. [naam kind] is het vergeten kind binnen het gezin en daarom laat ze gedrag zien dat niet passend is. Uit het veiligheidsplan blijkt dat ze verbaal agressief kan reageren richting de stiefvader en de moeder en dat ze moeite heeft met het uiten van haar emoties. Als eerste stap is er ambulante hulpverlening aangevraagd, maar er is nog meer nodig. Het valt te betwijfelen of dat in het vrijwillige kader kan. Bij het uitspreken van de ondertoezichtstelling zal een nieuwe jeugdbeschermer betrokken raken. Die zal met de ouders afstemmen wat de stand van zaken is en wat er nog nodig is.
De moeder heeft naar voren gebracht dat er al veel mensen betrokken zijn binnen het gezin. Kompas geeft nu wel de juiste hulp, omdat de moeder niet goed Nederlands spreekt. Het is belangrijk dat het gezin nu vooruit gaat komen. Het halfzusje van [naam kind] vraagt heel veel zorg en legt een grote druk op het gezin. De moeder betwijfelt of een ondertoezichtstelling echt gaat helpen. Iemand die de hulpverlening gaat coördineren kan misschien wel goed zijn, omdat er al zoveel verschillende instanties betrokken zijn, maar de moeder vreest dat het een bende gaat worden.
De stiefvader heeft verweer gevoerd tegen het verzoek. Door de taalbarrière kunnen veel hulpverleningsinstanties niet helpen. De moeder is gestopt met werken om het thuis rond te kunnen krijgen. De stiefvader is het vertrouwen in de hulpverlening verloren. Hij moet constant zijn verhaal opnieuw doen bij verschillende mensen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging bij [naam kind]. [naam kind] is op haar vijfde naar Nederland gekomen en in een samengesteld gezin terecht gekomen. Ze is in het verleden slachtoffer geweest van mishandeling en heeft momenteel grote moeite om haar plaats te vinden in de huidige gezinssamenstelling. Daarnaast heeft het halfzusje van [naam kind] veel zorg en aandacht nodig van de ouders. Dit heeft ertoe geleid dat [naam kind] zichzelf beschadigd heeft en middels uitspraken over suïcide de aandacht van haar ouders heeft geprobeerd te krijgen.
De moeder is bereid om hulpverlening, met name de inzet van Kompas, te aanvaarden. De stiefvader daarentegen ziet de noodzaak van de hulpverlening niet in en lijkt niet bereid daar direct aan mee te werken. De vrees van de ouders dat er teveel, maar niet de juiste hulp komt, is begrijpelijk, gelet op de hoeveelheid hulpverlening die binnen het gezin al aanwezig is. Tegelijkertijd is de problematiek ook divers en maakt de taalbarrière de situatie complex. Het gezin lijkt op dit moment dan ook vooral behoefte te hebben aan regie in de hulpverlening, welke regie in het vrijwillig kader niet tot stand komt. Met de inzet van een jeugdbeschermer zou gekeken kunnen worden welke hulpverlening nog noodzakelijk is en welke hulpverlening wellicht afgeschaald kan worden, of hoe er onderling door hulpverleners kan worden samengewerkt. Daarbij kan ook gekeken worden hoe ervoor gezorgd kan worden dat de taalbarrière geen problemen op zal leveren voor de ouders. Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van negen maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, Rotterdam, met ingang van 8 maart 2022 tot 8 december 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2022 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E. den Breejen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 maart 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.