Op 28 juni 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2009. De ouders van [voornaam minderjarige] oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit. De minderjarige verblijft momenteel in een gezinshuis, waar hij goed gedijt. De kinderrechter heeft eerder op 21 januari 2022 de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 2 februari 2023, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing tot 2 augustus 2022. De gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een jaar, maar de kinderrechter heeft besloten om deze te verlengen tot de einddatum van de ondertoezichtstelling.
Tijdens de zitting was de vader van [voornaam minderjarige] aanwezig, terwijl de moeder niet verscheen. De vader steunt het verzoek van de GI en bevestigt dat [voornaam minderjarige] het goed heeft in het gezinshuis. De kinderrechter heeft de situatie van [voornaam minderjarige] beoordeeld en geconcludeerd dat het in zijn belang is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, gezien de problematische situatie met de moeder en het positieve perspectief in het gezinshuis. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. De beschikking is schriftelijk vastgesteld op 13 juli 2022.