ECLI:NL:RBROT:2022:6610

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/638259 / JE RK 22-1128
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 28 juni 2022, wordt de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige opgeheven. De zaak betreft [voornaam minderjarige], geboren in 2006, die onder toezicht was gesteld door de Raad voor de Kinderbescherming. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vereisten voor de ondertoezichtstelling niet langer voldaan zijn, zoals beschreven in artikel 1:257, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek. De Raad had eerder verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling op te heffen, en na beoordeling van de stukken is de kinderrechter tot de conclusie gekomen dat de ondertoezichtstelling niet meer gerechtvaardigd is.

De procedure is met gesloten deuren behandeld, waarbij geen van de belanghebbenden, waaronder de ouders van [voornaam minderjarige], is verschenen, ondanks dat zij behoorlijk waren opgeroepen. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, waarbij mr. V. Versteeg als griffier aanwezig was. De beslissing is schriftelijk vastgesteld op 13 juli 2022. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/638259 / JE RK 22-1128
Datum uitspraak: 28 juni 2022

Beschikking van de kinderrechter over een voorlopige ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2006 te [geboorteplaats minderjarige] ( [geboorteland minderjarige] ),

hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten
Nederland.

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit de brief met bijlagen van de Raad van 13 mei 2022 en het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 20 juni 2022.
Op 28 juni 2022 is de zaak met gesloten deuren behandeld. Geen van de belanghebbenden is, hoewel behoorlijk opgeroepen, verschenen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 8 april 2022 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 8 juli 2022. Bij
diezelfde beschikking is ook een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een
accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van vier weken.
Bij beschikking van 20 april 2022 is de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 1 juni 2022. De beslissing is aangehouden voor het overige. Bij beschikking van 19 mei 2022 is het resterende deel van het verzoek afgewezen.

Het verzoek

De Raad verzoekt de voorlopige ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] op te heffen.

De beoordeling

Op grond van de stukken is de kinderrechter van oordeel dat niet langer wordt voldaan aan de vereisten van artikel 1:257, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek. Gelet hierop zal de kinderrechter de voorlopige ondertoezichtstelling op grond van het tweede lid van dit artikel opheffen.

De beslissing

De kinderrechter:
heft de voorlopige ondertoezichtstelling op;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2022 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Versteeg, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 13 juli 2022.