ECLI:NL:RBROT:2022:6613

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/639172 / JE RK 22-1288
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de periode van 7 juni 2022 tot 1 augustus 2022, maar niet voor de volledige gevraagde periode. De beslissing om de machtiging te verlenen is gebaseerd op ernstige zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van [voornaam minderjarige], die op jonge leeftijd ingrijpende traumatische gebeurtenissen heeft meegemaakt, waaronder het overlijden van haar vader. Deze gebeurtenissen hebben geleid tot gedragsproblemen en een gebrek aan vertrouwen in mensen, waardoor zij niet in staat is om zich aan afspraken te houden in een open setting.

De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat [voornaam minderjarige] zich in verkeerde circuits bevindt en er zorgen zijn over haar veiligheid. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de moeder ingestemd met het verzoek, terwijl [voornaam minderjarige] zelf verzet heeft aangetekend tegen de gesloten plaatsing. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de gesloten setting noodzakelijk is om de ernstige zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van [voornaam minderjarige] te verminderen. De kinderrechter heeft de behandeling van het resterende deel van het verzoek aangehouden, zodat eind juli 2022 kan worden bezien hoe het met [voornaam minderjarige] gaat.

De kinderrechter heeft de GI opgedragen om uiterlijk een week voor de volgende zitting te rapporteren over de stand van zaken en of het resterende deel van het verzoek wordt gehandhaafd. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/639172 / JE RK 22-1288
Datum uitspraak: 7 juni 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2008 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. R. Kuijer, kantoorhoudende te Berkel en Rodenrijs.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] , hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 2 juni 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de instemmende verklaring van 3 juni 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 7 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de advocaat van [voornaam minderjarige] , mr. R. Kuijer;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Vanwege een miscommunicatie tussen de GI en Schakenbosch – de instelling waar [voornaam minderjarige] verblijft – is [voornaam minderjarige] niet in de gelegenheid gesteld om haar mening fysiek tijdens de zitting kenbaar te maken. [voornaam minderjarige] is daarom telefonisch bij het kindgesprek en de zitting aanwezig geweest.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft bij een gesloten groep van Schakenbosch.
Bij beschikking van 24 mei 2022 is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 24 augustus 2022.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 31 mei 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Bij beschikking van 2 juni 2022 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp betreffende [voornaam minderjarige] verleend met ingang van 2 juni 2022 voor de duur van vier weken, te weten tot 30 juni 2022. De beslissing op het resterende deel van het verzoek is aangehouden.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft met spoed een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Daarnaast is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden.
De GI handhaaft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling en licht het als volgt toe. Er bestaan grote zorgen om de veiligheid van [voornaam minderjarige] , met name de signalen dat zij zich in verkeerde circuits bevindt. [voornaam minderjarige] vertelt daarnaast dat haar hoofd vol zit en dat zij niet lekker in haar vel zit. Op dit moment lukt het [voornaam minderjarige] niet om zich aan de afspraken te houden op de open groep. Noodzakelijke hulpverlening dient te worden ingezet en met [voornaam minderjarige] dienen heldere afspraken te worden gemaakt. De komende periode is binnen Schakenbosch de bedoeling dat [voornaam minderjarige] haar schoolgang hervat en dat gelijktijdig onderzoek worden gedaan naar een passende (behandel-)plek binnen een open setting omdat een plaatsing bij een reguliere open groep niet passend is. Hoewel de wens van [voornaam minderjarige] voor een plaatsing bij een open groep in Dordrecht bij de GI bekend is, vormen haar gedragsproblemen, gebrek aan motivatie en de invloed van haar vriendengroep in Dordrecht een contra-indicatie voor een dergelijke plaatsing. Er zullen onder andere aanmeldingen worden gedaan bij Fier en YesWeCan. Voor beide plekken geldt momenteel een wachtlijst van zeven tot negen maanden.

Het standpunt van de belanghebbende

De moeder stemt tijdens de mondelinge behandeling in met het verzoek en maakt daarnaast kenbaar dat [voornaam minderjarige] – anders dan zij ter zitting vertelt – in een eerder gesprek met de moeder enthousiast is geweest over een plaatsing bij Fier of YesWeCan.

De mening van [voornaam minderjarige]

voert, mede bij de monde van haar advocaat, tijdens de mondelinge behandeling verweer tegen het verzoek. [voornaam minderjarige] kan zich niet vinden in een gesloten plaatsing bij Schakenbosch. Mede vanwege haar leeftijd heeft [voornaam minderjarige] keuzes gemaakt, waarvan zij de gevolgen onvoldoende kon overzien. De plaatsing binnen Schakenbosch maakt veel indruk op haar en zij ziet hierdoor nu in dat zij niet bij een gesloten groep wil verblijven. Doordat [voornaam minderjarige] zeer negatief tegenover deze plaatsing staat en motivatie ontbreekt, is de vraag of behandeling daadwerkelijk van de grond zal komen. [voornaam minderjarige] krijgt graag de kans om vanuit een open setting te laten zien dat zij zich nu wel aan de afspraken kan houden. Benadrukt wordt dat het vinden van een geschikte vervolgplek bij een open groep niet te lang mag duren. Mogelijk kan gedacht worden aan tijdelijke plaatsing bij een open groep van Schakenbosch.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hiervan sprake.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling volgt dat de zorgen over [voornaam minderjarige] in een korte tijd fors zijn toegenomen. [voornaam minderjarige] heeft op jonge leeftijd ingrijpende, traumatische gebeurtenissen meegemaakt, waaronder het overlijden van haar vader en de breuk tussen haar moeder en haar stiefvader. Zij heeft deze gebeurtenissen onvoldoende verwerkt en lijkt hiervoor niet open te staan. Tegelijkertijd vertelt [voornaam minderjarige] wel dat haar hoofd vol zit en dat zij last heeft van de gebeurtenissen uit het verleden. Zij lijkt geen vertrouwen te hebben in mensen. Er is sprake van een jeugdreclasseringsmaatregel in verband met een strafrechtelijk incident. [voornaam minderjarige] gaat amper naar school. Al gedurende een langere periode vertoont [voornaam minderjarige] zeer zelfbepalend en agressief gedrag. Naar aanleiding hiervan is [voornaam minderjarige] in mei 2022 met spoed uit huis geplaatst bij de crisisopvang De Opper. Ook daar bleef [voornaam minderjarige] zelfbepalend gedrag vertonen en liep zij meermalen weg. Er bestaan grote zorgen over de bezigheden op de momenten dat [voornaam minderjarige] wegloopt, waaronder middelengebruik. Omdat de crisisopvang vanwege de toenemende zorgen de veiligheid van [voornaam minderjarige] niet langer kan garanderen, is [voornaam minderjarige] vervolgens - met een spoedmachtiging - geplaatst bij de gesloten groep van Schakenbosch.
De kinderrechter is van oordeel dat voornoemde problemen nog steeds spelen, waardoor een plaatsing op een open groep op dit moment onmogelijk is. Gezien het gedrag van [voornaam minderjarige] zullen open groepen op dit moment ook niet instemmen met verblijf van [voornaam minderjarige] aldaar. De gedragswetenschapper heeft geconcludeerd dat het beschermende kader van de geslotenheid op dit moment noodzakelijk is voor behandeling van de problematiek van [voornaam minderjarige] .
Sinds haar plaatsing in de geslotenheid zegt [voornaam minderjarige] haar gedrag te zullen aanpassen, afspraken te willen maken die zij ook zal nakomen en haar schoolgang te hervatten op het moment dat zij zal worden overgeplaatst naar een open groep, bij voorkeur in Dordrecht. Hoewel de wens van [voornaam minderjarige] zeker begrijpelijk is, zijn - gezien ook de bevindingen van de gedragswetenschapper - de strakke kaders van de gesloten setting nodig om de ernstige zorgen over haar ontwikkeling en veiligheid te verminderen. In de tussentijd is aan de GI de taak een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] te vinden.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp op grond van vorenstaande verlenen, maar vooralsnog niet voor de gehele verzochte periode. [voornaam minderjarige] heeft door omstandigheden de mogelijkheid niet gehad om haar mening fysiek ter zitting kenbaar te maken, terwijl zij het niet eens is met de plaating. Ook hoopt [voornaam minderjarige] op korte termijn bij een open groep geplaatst te kunnen worden en heeft zij toegezegd haar gedrag te zullen verbeteren. Daarnaast is [voornaam minderjarige] nog erg jong. In dat alles ziet de kinderrechter aanleiding het verzoek niet verder dan tot 1 augustus 2022 toe te wijzen en het resterende deel van het verzoek aan te houden, opdat eind juli 2022 bezien kan worden hoe het dan met [voornaam minderjarige] gaat.
De kinderrechter verzoekt de GI uiterlijk een week voor de hierna te noemen datum te rapporteren (met afschrift aan de Raad voor de Kinderbescherming, de moeder en
mr. R. Kuijer) over de laatste stand van zaken en daarbij aan te geven of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [voornaam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 7 juni 2022 tot 1 augustus 2022;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de GI, de moeder, [voornaam minderjarige] en haar advocaat op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, in het gerechtsgebouw aan
te Dordrecht, Steegoversloot 36op
26 juli 2022 te 11:00 uur, teneinde opnieuw op het verzoek te worden gehoord;
de zaak zal op laatstgenoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
gelast de oproeping van de Raad voor de Kinderbescherming tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip als informant;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de moeder, [voornaam minderjarige] en mr. R. Kuijer;
verzoekt de GI uiterlijk één week voorafgaand aan de genoemde zittingsdatum de verzochte briefrapportage aan de kinderrechter te doen toekomen.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2022 door
mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.J.A. Batenburg, als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beslissing is vastgesteld op 29 juni 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.